Achtergrond

Hoe de opleiding Chemische Technologie kuikens redt

Foto: Kees Rutten

Of zijn studenten willen meedenken over het transport van kuikens. Of eieren. Of allebei. Hermen Bollemaat (30) is docent ben bij de opleiding Chemische Technologie, bij het instituut voor Life Sciences and Chemistry. Hij regelt samen met zijn collega Roger Klaver (52) de projecten voor studenten met bedrijven. Een half jaar geleden benadert een pluimveebedrijf hem. Ze zoeken een oplossing voor kuikens die onderweg dood gaan.

Jaarlijks komen er volgens de NOS zo’n half miljard vleeskuikens uit hun ei. Tientallen vrachtauto’s vervoeren dagelijks bevruchte kippeneieren van Nederland naar het buitenland. De eieren worden daar uitgebroed in een stal en groeien op tot kippen.

Maar tijdens het transport van de eieren komt een deel van de kuikens uit. Door luchtgebrek gaan ze dood. Het is zaak om ze levend houden. Dus krijgt Hermen een opdracht van het bedrijf: onderzoek of we de kartonnen eierdoos kunnen vervangen voor een diervriendelijke versie van bamboe, die zo sterk is dat we meer eieren per tray kunnen vervoeren en waarbij de ongeboren kuikens in leven blijven. Het ‘egg tray project’ is geboren.

Een groepje van drie studenten schrijft zich in voor het project en krijgt vanaf februari 2019 een half jaar de tijd om het materiaal voor de eierdoos te testen. Het moet sterk genoeg zijn om eieren te dragen. Maar ook dun genoeg om stapelen. En een beetje elastisch, handig tegen het breken. En bestand tegen het boren van een ademgaatje. Zodat het kuikentje dat uitkomt tijdens de reis het overleeft.

Verbrande uien

Ze krijgen de bamboevezels aangeleverd van het bedrijf. Ze ogen als houten tandenstokers. Maar het gaat om het bindmiddel, daar moet straks het patent op zitten. Het liefst is het geheel eetbaar, zodat de kuikentjes als ze honger hebben hun eigen doos kunnen opeten. Eetbaar bindmiddel is bijvoorbeeld, stroop, honing of maïzena. Houtlijm valt af.

Een half jaar lang testen ze de kracht en de elasticiteit. Honderden keren. Hoe dat gaat? Eerst maken ze een papje van de bamboevezels en het bindmiddel, ter grootte van een chocoladereep. Dat is al een gedoe. Het moet niet klonteren, wel mengen. Het papje gaat in een soort tosti-ijzer tot het smelt. Soms ontploft het, dat is niet goed. Het stinkt ook, naar verbrande uien. De reep gaat vervolgens in een soort trekapparaat. Dat apparaat kost 25.000 euro. Voor dat geld kan het heel langzaam trekken (kwestie van instellen) en de kracht nauwkeurig meten. Trekken tot het reepje kapot gaat. Daarmee achterhalen de studenten sterkte en rekbaarheid.

Het juiste papje

Sarah (21) werkt mee aan het ‘egg tray project’. Het leukste vindt ze het kliederen met de mengsels. Schort om, bril op en verhitten maar. Honderden keren, praktisch zonder begeleiding. ‘Dat gaf lekker veel vrijheid en verantwoordelijkheid.’

Na maanden van noeste arbeid en grondig onderzoek, vinden de studenten in juli het juiste papje. Het project is afgerond, de reep is in orde en dus ook het materiaal. Maar de doosjes moeten nog worden geoptimaliseerd. Ze moeten zo goedkoop mogelijk. Genoeg onderzoek voor een tweede project. Sarah doet weer mee.   

Sarah in het lab

De opdrachtgevers zijn enthousiast. Het is de eerste keer dat er is samengewerkt met Hogeschool Utrecht en ze zijn onder de indruk van het enthousiasme van de studenten en door de uitstekende resultaten.  

Een belangrijke drijfveer voor dit project was ook de prijs en de teruglopende kwaliteit van karton pulp. De bamboe eierdoos is straks goedkoper en beter voor het kuiken. Wanneer alle eierdozen in de schappen van bamboe zullen zijn, in plaats van karton? Hermen gokt: ‘Binnen een jaar.’

Actueel

Afgelopen vrijdag publiceerde De Volkskrant dat de bedrijven die in Nederland vleeskuikens uitbroeden vijf jaar de tijd krijgen om hun systemen aan te passen. Volgens Stichting Wakker Dier maken ze zich schuldig aan dierenmishandeling omdat de kuikens onnodig lang zonder voedsel en water zitten.

Wakker Dier, die in 2013 de rechtszaak aanspande, spreekt van de grootste overwinning op de bio-industrie sinds het succesvol aanvechten van de ‘plofkip’. Ze gaat wel in beroep tegen de ‘veel te lange termijn’ van vijf jaar die de bedrijven krijgen voor het aanpassen van de broedmachines. Voor de bedrijven is het ingrijpend: Het gaat per bedrijf om een investering van miljoenen euro’s.