Bekend!

‘Ik hou van dit gebouw, op de Bolognalaan’

Marita. Foto: Evie Westland

In onze serie (on)bekende gezichten aan de HU: Marita Rijneveld (61), receptioniste aan Bolognalaan 101. Over werk en wonen, studenten en kinderen, maar natuurlijk vooral de liefde.

Hoe kwam je bij de HU terecht?
‘Via het uitzendbureau. Ik had twaalf jaar in een sokkenwinkel gewerkt, op Hoog Catharijne, bij John de Beer. De mensen kwamen binnen en schrokken van de prijs, maar na één keer proberen wilden ze niks anders meer. Een goede sok gaat nooit pluizen, heeft elastiek dat niet knelt en is met de hand geketteld. Dan worden de naden van de teen naar elkaar toe gehouden en netjes dichtgenaaid. Daardoor irriteert het niet. Ik koop nog steeds mijn sokken alleen bij sokkenwinkels.’

‘Ik trouwde toen ik 21 was en we gingen op een vrachtschip wonen. Geen elektriciteit, geen water, lekker avontuurlijk. We kregen een kindje, maar mijn man was voor zijn werk vaak in het buitenland. Op een dag  moest ik de ratten wegjagen uit het kombuis en toen was ik het zat. We verhuisden naar een huisje in Tull en ’t Waal, bij Houten. In het begin bleef ik bij de kinderen, maar op mijn veertigste dacht ik: ‘Nu moet ik computers leren kennen.’ Ik deed een cursus en kwam via Randstad terecht bij de HU.’

Wat vind je leuk aan het werk?
‘Ik ben dol op werken, ik doe het 42 uur per week. Vier keer per week hier bij de balie en eens per week bij de klinieken. De studenten zijn zo lief, dan vragen ze weer eens ‘Mevrouw, hoe gaat het met u?’ Als ze een tentamen hebben, probeer ik ze te bemoedigen: ‘Gewoon opnieuw proberen, je hebt nu geleerd wat je niet wist en dat is belangrijk.’

Ze moeten van hun vrijheid genieten, ze zijn nog zo jong en hoeven nog niet elke morgen om 7 uur op. Ik krijg vaak te horen dat ik te lief ben. Laatst vroeg een meisje me om een nietmachine. Ik vroeg: ‘Heb je een rottige dag? Je vraagt het niet zo beleefd.’ Toen kwam ze de volgende dag naar me toe om te zeggen dat ze zich beter voelde en om haar excuses aan te bieden. Dat laatste hoefde van mij niet.’

‘Ik hou van dit gebouw, op de Bolognalaan. Het heeft een prachtige imposante entree en in de hal kun je ver omhoog kijken. Het licht valt mooi en de trappen bij de kantine zijn lekker breed. Het binnenplein is gezellig, daar komen de meesten pas wat later achter.

De klinieken maken dit pand interessant. Mondzorg, oogzorg, huidtherapie, logopedie; allemaal gratis behandelingen want de studenten moeten oefenen. Er komen patiënten van diverse pluimage op af. Oud, jong, ziek, arm, ik verwelkom ze graag. Laatst heb ik er zelf een behandeling microneedling ondergaan. Dan prikken ze met naaldjes in je gezicht om de aanmaak van collageen te stimuleren, voor de elasticiteit van je huid. Pijnlijk, maar de dagen daarop zei iedereen dat ik er zo sprankelend uitzag, haha.

Mijn team is de kers op de taart. We vertellen elkaar over onze kinderen, over het weekend, nieuwe kleren, noem maar op. Ik werkte een tijdje elke dag op een andere locatie, maar dat was minder gezellig.’

Wat doe je als je niet werkt?
‘Fietsen in Overijsel met mijn vriend. Picknickje mee, heerlijk. Mijn ex-man en ik gingen uit elkaar toen ik 34 was. Zijn nieuwe vrouw is een lieverd, inmiddels ook een vriendin van me. We hebben geen vechtscheiding gehad. Wekelijks bleven we samen eten en vieren nog altijd kerst en verjaardagen. Hij bleef begaan met mijn geluk en ik met dat van hem.

Op mijn vijftigste zijn mijn dochter tegen me: ‘Mam, kom op, word weer verliefd.’ En toen ontmoette ik Wil. We zouden wat gaan drinken, gewoon een uurtje. Maar na tien uur waren we nog steeds niet uitgepraat. Om half vijf in de ochtend liepen we door de stad, op zoek naar zijn auto en vroegen iemand de weg. Dat meisje antwoordde: ‘Volgens mij zijn jullie verliefd, jullie stralen de pan uit!’ Een paar dagen later kwam hij me weer opzoeken, ondanks anderhalve meter sneeuw. We hadden een familiefeestje, maar ik heb geen familie gezien, want we hebben alleen maar naar elkaar zitten staren, haha. Inmiddels zijn we twaalf jaar bij elkaar en verloofd.

Weet je, soms loopt het niet zoals je het in je hoofd had. Dan ga je uit elkaar. Laat de boosheid los en ga verder. Er komt altijd wel weer iets moois. En als je de liefde hebt, accepteer dan dat de ander over niks hetzelfde denkt als jij.’

Waar droom je nog van?
‘Niks, ik ben blij met mijn leven. Gezonde kinderen, leuk werk, liefde, wat wil ik nog meer? Terugkijkend had ik ook kleuterjuffrouw willen worden. Kinderen zijn zo grappig, dat moet je zien. Je hoeft ze niet bezig te houden hè? Moderne ouders doen dat teveel. Laat ze lekker klooien. Maar ik heb verder geen kritiek. Kinderen leren tegenwoordig ‘stop hou op!’ te zeggen, hartstikke mooi. Opvoeden als vak op school, dat zou goed zijn. Verder heb ik geen oordeel. Mijn advies is als volgt: denk eens wat vaker ‘Warempel, zo kan het ook!’