Columns

‘Ik kom echt niet naar school voor maar twee uur les’

Ernst-Jan Hamel
Foto: Kees Rutten

Onze columnist Ernst-Jan Hamel is docent Journalistiek en beschrijft wat hem opvalt in zijn werk. Vandaag: een halfvolle klas, accepteren we dat? 

‘Hey! Zit jij ook in deze klas joh?’, vraag ik aan Bert als hij het klaslokaal binnenwandelt. Ik zeg het met een wat cynische ondertoon want ik weet allang dat Bert op de klassenlijst staat en afwezig was bij eerdere lessen.

Bert zit in de opleidingscommissie van Journalistiek. Studenten in diezelfde opleidingscommissie vinden dat er van alles mis is aan de tweedejaars cursus waarvan Bert nu eindelijk een van de lessen bezoekt. En toegegeven: er is ook wel wat aan de hand. In veel lessen is bijna de helft van de studenten afwezig, vaak dezelfde helft die het toetsportfolio aan het eind van het blok niet inlevert.

Terwijl Bert een tafeltje zoekt en zijn laptop uitklapt, kan ik het toch niet laten om Bert even door te zagen over zijn afwezigheid bij eerdere lessen. ‘Waar baseren jullie dat oordeel als opleidingscommissie op als je zelf niet eens naar de lessen komt?’

Een wat ongemakkelijk gesprek met Bert volgt. En ik kan niet helemaal duidelijk krijgen wat hij nou vindt schorten aan de cursus. Al proef ik uit zijn verhaal dat hij en andere studenten moeite hebben met de geboden vrijheid. Afwezigheid heeft geen consequenties. Tussentijds versies inleveren is niet verplicht. Het mag wat minder vrijblijvend.

Een week later vergaderen we met docenten over de lage opkomst en slechte beoordeling van de cursus. Mijn mond valt zo nu en dan open van de ontluisterende verhalen van collega-docenten. Een studente zou gezegd dat ze ‘echt niet’ voor een les van twee uur uit Amsterdam komt reizen. Een andere student laat de lessen schieten omdat hij in zijn beleving al goed genoeg heeft leren interviewen in het eerste studiejaar. Om vervolgens een interview van schoolkrantniveau in te leveren.

Hoe krijgen we die studenten weer naar de les? Een aanwezigheidsplicht? Er zijn docenten die zeggen dat de oplossing juist zit in beter onderwijs. Het zou – ik citeer hier collega-columnist Alard Joosten – de taak zijn van docenten  ‘om onderwijs zo aantrekkelijk te maken dat studenten wel willen komen en dat het niet in ze opkomt om afwezig te zijn.’

Een lovenswaardig streven, Alard. Ware het niet dat we als docenten al continu bezig zijn met het aanpassen, vernieuwen en verbeteren van lessen. Soms helpt dat niet. Dan heb je zwaarder geschut nodig. Of vinden we het wel prima als de klas halfleeg is?