Achtergrond

Is de hbo-scriptie nog wel van deze tijd?

Is de hbo-scriptie nog wel van deze tijd? Die vraag rijst nadat de Landelijke Studentenvakbond (LSVb) en Algemene Onderwijsbond (AOb) deze week hun zorgen uitspraken over de grote toename van commerciële scriptiebureaus. ‘Steeds vaker wordt de discussie gevoerd of een scriptie nog wel een geschikte vorm is om startbekwaamheid te toetsen. Het is immers geen beroepsproduct voor onze studenten.’

De bonden luidden afgelopen maandag in dagblad Trouw de noodklok over de groeiende populariteit van commerciële scriptiebegeleiders onder Nederlandse studenten. LSVb-voorzitter Carline van Breugel noemde het in de krant ‘een schande’ dat zoveel studenten zich genoodzaakt voelen externe hulp te zoeken. ‘Er zou binnen de opleiding genoeg persoonlijke aandacht moeten zijn, zodat alle studenten de eindstreep kunnen halen.’

Ook AOb-bestuurslid Douwe van der Zweep sprak in Trouw zijn zorgen uit. ‘Op veel onderwijsinstellingen krijgen begeleiders ongeveer vijftien uur per student. Voor een volledig afstudeertraject, inclusief nakijkwerk, is dat niet veel. Veel docenten besteden er meer uren aan dan ze uitbetaald krijgen.’

Vercommercialiseren en privatiseren

Volgens ICT-docent Esther van der Stappen krijgen docenten bij de Hogeschool Utrecht meer tijd. ‘Wij krijgen 25 uur om een afstudeerder te begeleiden. Die uren zijn al jaren hetzelfde maar het aantal dingen dat je binnen die uren moet doen is toegenomen: zo moet je tegenwoordig binnen die tijd ook een plan van aanpak, een conceptscriptie en een definitieve scriptie van een andere afstudeerder beoordelen in het kader van het vier-ogen-beleid.’

Dat studenten het gevoel hebben dat ze naar externe scriptiebureaus moeten stappen, vindt ze jammer. ‘Volgens mij zijn er verschillende oorzaken. De verhoogde druk op studenten door onder andere het leenstelsel, de strengere eisen die tegenwoordig aan scripties worden gesteld en de genoemde werkdruk van de begeleidende docenten.’

‘Het lijkt wel alsof je in alle lagen van het onderwijs overal extra geld uit moet trekken als ouder of student, omdat je het anders blijkbaar niet goed genoeg doet’

Arno Wilkens, CMD

Ook CMD-docent Arno Wilkens maakt zich zorgen over studenten die hulp zoeken bij commerciële scriptiebedrijven, een trend die hij in het gehele onderwijs constateert. ‘Het lijkt wel alsof je in alle lagen van het onderwijs overal extra geld uit moet trekken als ouder of student, omdat je het anders blijkbaar niet goed genoeg doet. Op deze manier zijn we onderwijs hard aan het vercommercialiseren en privatiseren, en dat is een erg kwalijke zaak.’

De onwenselijkheid van de hbo-scriptie

Hoewel het gebrek aan uren van begeleidende docenten vaak als één van de oorzaken wordt genoemd dat studenten zich genoodzaakt voelen om zich te laten begeleiden door een commercieel scriptiebedrijf, gaan velen volgens Tim Goudriaan, oprichter van een scriptiewebsite en docent aan de Universiteit Utrecht, voorbij aan een andere oorzaak.

‘Zo’n beetje alle artikelen, analyses en zelfs beleidsdocumenten die zich hierop richten, staan niet stil bij de daadwerkelijke oorzaak: de onwenselijkheid van de huidige vorm van de hbo-scriptie als afstudeereis’, schrijft hij vandaag in een opiniestuk in Trouw. ‘Het probleem is volgens mij – en ik versimpel dit hier bewust – dat de huidige en steeds wetenschappelijker vorm van hbo-scripties helemaal niet past bij het hbo-curriculum. Het past niet bij het doel van de meeste hbo-opleidingen en vaak ook niet bij de studentenpopulatie.’

Geen beroepsproduct

De vraag of een hbo-scriptie nog wel van deze tijd is, is er één die ook Van der Stappen (ICT) zichzelf stelt. ‘Ik merk dat steeds vaker de discussie gevoerd wordt of een scriptie nog wel een geschikte vorm is om startbekwaamheid te toetsen. Het is immers geen beroepsproduct voor onze studenten. Mogelijk ligt daar een oplossing.’

Ook Wilkens (CMD) denkt dat er onderwijsvormen en eindproducten zijn die beter passen bij het beroepsonderwijs. ‘Ik zie dat op de HU ook steeds meer gebeuren. Toch wordt heel veel afstuderen nog steeds individueel gedaan en getoetst. Dat is nu eenmaal heel erg duur onderwijs, waar de uren ook amper toereikend zijn. Daar gaat dus inderdaad veel vrije tijd in zitten als docent. Volgens mij zijn daar genoeg oplossingen voor, maar dan moet er echt anders nagedacht gaan worden over de onderwijsvormen gedurende een heel curriculum en hoe je de uren verdeelt over alle jaren heen.’