Columns

Onderwijsvernieling (?)

De maandelijkse column van Remko van Broekhoven, docent journalistiek. Ditmaal over de nieuwe propedeuse bij de School voor Journalistiek (SvJ).  

Soms doen mensen die je reuzeaardig vindt, dingen die je rampzalig vindt. Zo initieerden afgelopen jaar enkele collega’s die ik ken als integer en capabel een vernieuwing van de SvJ-propedeuse waar ik grote twijfels bij had. Ik zou zeggen: reageer op populisme, nepnieuws en moordende mediaconcurrentie met onderwijs in de beste traditie van vijftig jaar School voor Journalistiek… veel keuzevrijheid voor kleine groepen studenten die zowel vaardigheden als sterk verdiepende kennis meekrijgen. Zij zeiden: laat ze allemaal vijf maanden lang een hyperlocal maken; zet ze aan het werk in grotere groepen (van 24 naar 28); en beperk ieder kennis-vak tot drie lessen per periode, zonder tentamens en gericht op ‘integrale opdrachten’.

Toch was ik bereid er het beste van te maken, zoals zo vaak tevoren wanneer weer eens een onderwijsontwikkeling werd ‘uitgerold’. Maar toen ik les begon te geven aan drie eerstejaarsgroepen, schrok ik me rot. Het was veel erger dan ik had gedacht. Dat lokalen te klein bleken; de apparatuur vaker niet dan wel functioneerde; of ik in drie weken op tien verschillende plekken lesgaf: noem het kinderziekten. Schokkender vond ik de massale demotivatie onder de studenten, geconfronteerd met onderwijs dat doorgaans geïmproviseerd leek omdat het in no time was ingevoerd. Ze klaagden over vage informatie, haperende begeleiding en maandenlange focus op de gemeente Houten, Woerden of Gouda. Ze misten aansprekende nationale of internationale stof, ze misten zelfs tentamens.

Een vriend van me die zelf op de SvJ heeft gestudeerd en wiens dochter uit onze propedeuse stapte, vertelde dat in haar groep na twee maanden al tien studenten wilden stoppen. Ik vroeg cijfers over studie-uitval op: daaruit bleek dat ruim drie keer zoveel eerstejaars als vorig jaar hun studie hadden gestaakt. De leegloop in mijn groepen bevestigde dit beeld. Woedend schreef mijn vriend aan onze directeur: ‘In juridische én morele termen hebben we het simpelweg over wanprestatie. Of zegt u: Experiment geslaagd, proefkonijn overleden?’

En ik voel me verscheurd tussen mijn collega’s en mijn vriend. Had ik me eerder en beter moeten laten horen? Of doe ik het nu, voordat we beginnen aan ons volgende experiment?