juni 2024
juni 2024
juni 2024
Bij dit nummer
Bij dit nummer
Bij dit nummer
Bij dit nummer
‘De mooiste onderwijsvernieuwing van de afgelopen twintig jaar’
achtergrond
‘De mooiste onderwijsvernieuwing van de afgelopen twintig jaar’
achtergrond
‘De mooiste onderwijsvernieuwing van de afgelopen twintig jaar’
achtergrond
Ad-geschiedenis in vogelvlucht:
Associate Degree (afkorting Ad): Tweejarige opleiding op hbo-niveau (zowel fulltime als duaal)
Start: 2006
Doel: gat dichten tussen mbo en hbo
Graad: Associate degree niveau 5
Voor wie: mbo'ers (en praktisch ingestelde havisten) die na hun opleiding nog door willen studeren, maar die (nog) niet kiezen voor een 4-jarige hbo-bacheloropleiding, zij-instromers en mensen die naast hun werk meer verdieping willen
Oorsprong: De Ad komt oorspronkelijk uit de Angelsaksische landen waar de Ad wordt gegeven door community colleges, junior colleges, technical colleges of city colleges. De studenten krijgen een undergraduate academische graad.
2011: vaste plek in het hbo, naast de bachelor de master gelijk met de aanname van de wet Kwaliteit in Verscheidenheid die dit regelt.
Totstandkoming: studenten, werkgevers, werknemers, opleiders en kenniscentra) werken gezamenlijk aan de invoering van de Associate degree. Dit gebeurt op initiatief van het ministerie van OCW. Deze organisaties hebben zich op verzoek van het ministerie verenigd in het Landelijk Platform Associate degree.
achtergrond
De Associate Degrees (Ad) schieten als paddenstoelen uit de grond. Deze tweejarige opleiding op hbo-niveau vormt een mooie brug tussen mbo en hbo-bachelor, geeft zij-instromers de kans om binnen twee jaar een vak te leren en biedt mbo’ers de mogelijkheid om zich meer te verdiepen en om carrière te maken. Toch zijn de opleidingen relatief onbekend bij werkgevers. Daar valt nog een wereld te winnen. En dit is niet onbelangrijk in een arbeidsmarkt die behoefte heeft aan nieuwe mensen. Tijd voor De Omslag om de Ad in historisch perspectief aandacht te geven.
Door Janny Ruardy
Het begint allemaal begin deze eeuw. Gertrud van Erp, strategisch adviseur bij VNO-NCW, dan nog werkzaam bij MKB-Nederland, hoort over een succesvolle tweejarige opleiding op hbo-niveau, die in het buitenland in onder andere community-colleges wordt aangeboden. Een opleiding die goed aansluit bij de vraag vanuit het bedrijfsleven, waarbij mensen die al werken zich kunnen bijscholen en mbo’ers die meer willen een verkort traject van twee jaar kunnen volgen. Vanuit een MKB- onderwijscommissie krijgt Van Erp groen licht voor een lobby om de Associate degree naar Nederland te halen. De Vereniging Hogescholen (dan nog hbo-Raad) voelt echter niets voor een mbo+ opleiding en zijn bang dat hun niveau wordt aangetast. Hier treedt hetzelfde mechanisme op als bij de universiteiten, wanneer het hbo begin deze eeuw met lectoraten start. (‘Het is net alsof je een heel goede fles wijn openmaakt en daar heel veel water bij doet’, citaat van een UU-hoogleraar destijds). Van Erp toont zich verbaasd: ‘In het mbo heb je verschillende niveaus, waarom dan ook niet in het hbo?’
Toch volgen tussen 2005 en 2011 vier pilotrondes om de toegevoegde waarde van de Associate degree te toetsen door accreditatie-organisatie NVAO. De uitkomsten hiervan zijn positief. Daarom besluit de regering in 2011 de Associate degree definitief in te voeren als onderdeel van het hoger onderwijs. Sommige hogescholen, zoals die in Rotterdam, Avans en Saxion, omarmen de Ad, terwijl andere hogescholen, zoals HvA en HU er niet zoveel van moeten hebben. De HU start met een paar Ad-opleidingen, maar stopt er ook weer mee.
Het duurt nog zeven jaar totdat in 2018, via de wet invoering Associate degree, de Ad een eigen positie in het hbo krijgt. De Ad’s komen hiermee losser te staan van de bachelor. Alleen hogescholen mogen ze aanbieden, vanwege het hbo-niveau.
Daarna gaat het bergopwaarts. In vijf jaar tijd zijn er zo’n honderd Ad-opleidingen gestart in het hele land met een zeer gevarieerd aanbod: van klassiek ballet tot artificial intelligence. Hogescholen omarmen ze inmiddels en zetten er volop op in. De HU biedt vijftien Ad-opleidingen aan in Amersfoort, waar alles is ondergebracht in een instituut aan het Eemplein. Een aantal hogescholen, bijvoorbeeld de Hogeschool R’dam, werkt nauw samen met ROC’s met doorlopende leerlijnen.
Onbekend bij werkgevers
Om een opleiding te mogen starten moet eerst onderzocht worden of er behoefte aan is. Erwin van Rooijen doet al ruim tien jaar in opdracht van hogescholen doelmatigheidsonderzoek voor nieuw te starten opleidingen, het grootste deel voor Ad’s. Hij merkt dat de Ad’s nog relatief onbekend zijn bij werkgevers die hij spreekt tijdens zijn onderzoeken. Daar is nog missiewerk te verrichten, juist omdat er vanuit werkgevers steeds meer vraag is naar werknemers met meer competenties dan mbo4.
Van Rooijen noemt als voorbeeld de Ad Pedagogisch Educatief Professional (PEP). De behoefte aan een ander type professional ontstaat onder meer door de invoer van integrale kindcentra (IKC’s), waarbij kinderopvang en onderwijs steeds meer met elkaar verweven raken. Medewerkers kunnen zowel een pedagogische als een didactische functie hebben. Zo hebben deze mensen meer beroepsperspectief, dan wanneer ze alleen in de kinderopvang werken en wellicht sneller afhaken. En je pakt het lerarentekort hiermee aan.
Ook Gertrud van Erp beaamt dat veel werkgevers niet van het bestaan van de Ad afweten. Vooral in bedrijven met minder dan tien werknemers. En dat zijn er heel veel in Nederland. Van Erp: ‘Ondernemers moeten toevallig iets lezen in een vakblad of van iemand over horen. Daar ligt ook een taak voor ons als VNO/NCW. MKB-Nederland. We moeten daarover veel meer communiceren.’
‘Een andere reden dat het voor werkgevers goed is om van het bestaan af te weten, is dat de ervaring leert, dat werknemers met een mbo4 en/of Ad diploma op zak meer binding voelen met het bedrijf waarin ze werkzaam zijn’, zegt Van Rooijen: ‘Een hbo’er die carrière wil maken is in de krappe markt ook zo weer vertrokken, is hun ervaring.’
Succes op de arbeidsmarkt
Ondanks de onbekendheid bij werkgevers doen de Ad’ers het goed op de arbeidsmarkt. Het ROA verricht jaarlijks onderzoek naar de arbeidsmarkt voor hbo’ers. In de onlangs verschenen Arbeidsmarktmonitor ziet die er zeer rooskleurig uit. Het werkloosheidspercentage onder pas afgestudeerde hbo’ers is met 2,8% in 2023 net als in voorgaande jaren laag. 92,2% van de afgestudeerden van de opleidingen Associate degree hebben in 2023 direct werk en daarmee de kortste zoektijd naar een baan. Het gemiddelde bruto maandloon is het hoogst voor afgestudeerden van hbo master-opleidingen (€3.807) en het laagst voor afgestudeerden van hbo-Ad opleidingen (€3.187).
De Ad’s zijn ook goede opleidingen voor zij-instromers. Tine Hoofd, lid van de beroepenveldcommissie Ad’s bij particuliere onderwijsaanbieders LOI, NCOI en NTI, werkte tot voor kort dertig jaar bij een grote welzijnsorganisatie, waarvan de laatste tien jaar als programmamanager deskundigheidsbevordering en kwaliteitszorg. Daar kwamen de afgelopen 2,5 jaar vier mensen als zij-instromers binnen die een Ad Social Work volgden. ‘Een heel mooie vorm om in een arbeidsmarkt die schreeuwt om mensen een carrièreswitch te kunnen maken’, zegt Hoofd. Volgens haar verrichten medewerkers met een Ad-diploma op zak hetzelfde werk als iemand met een hbo Social Work. Er zit echter een beperking aan dit Ad diploma. Ad’ers mogen zich wel laten registreren, maar krijgen geen SKJ (Stichting Kwaliteitsregister Jeugd). Het SKJ geeft aan dat je je houdt aan de beroepscode en vakinhoudelijke richtlijnen. ‘ Ze kunnen zich wel voor het Registerplein (kwaliteitswaarborg) inschrijven, waarmee ze aangeven een bepaalde kwaliteitsstandaard te hebben. Het is de enige Ad-opleiding waar deze drempel wordt opgeworpen.
Mbo-hbo
Van Rooijen komt vanwege zijn doelmatigheidsonderzoek op vele plekken verspreid in ons land. Daardoor heeft hij goed zicht op de organisatie van de Ad opleidingen. Volgens hem is een van de succesfactoren een goede samenwerking met roc’s. Vooral wanneer er een doorlopende leerlijn is tussen mbo en hbo. Zo vindt hij de Rotterdam Academy, waarin alle Ad-opleidingen zijn ondergebracht door de Hogeschool Rotterdam, een goed voorbeeld van samenwerking met de roc’s in de Maasstad. Hogeschool Rotterdam was ook een van de eerste hogescholen in Nederland die met Ad’s startte en het omarmde.
Ook in krimpregio’s ziet hij mooie vormen van samenwerking. Om jongeren te behouden voor de regio zie je verschillende Ad’s in de regio ontstaan: in de Achterhoek, Friesland en de Noordoostpolder.
Toekomst:
Zoals eerder gezegd, vult de Ad’er een behoefte aan een ander type professional in bij werkgevers: mbo4 met meer competenties. Van Erp: ‘Ik zie de toekomst van de Ad’s heel rooskleurig. We moeten af van hoger, hoger, hoger. Dat breekt ons nu echt op. De vraag die urgenter is: Wat past ons nu? Als we de duale trajecten uitbreiden, is dat een aanwinst voor het onderwijs. De komst van het Ad vind ik dan ook de mooiste onderwijsvernieuwing van de afgelopen twintig jaar.’
. . .
‘De mooiste onderwijsvernieuwing van de afgelopen twintig jaar’
De Associate Degrees (Ad) schieten als paddenstoelen uit de grond. Deze tweejarige opleiding op hbo-niveau vormt een mooie brug tussen mbo en hbo-bachelor, geeft zij-instromers de kans om binnen twee jaar een vak te leren en biedt mbo’ers de mogelijkheid om zich meer te verdiepen en om carrière te maken. Toch zijn de opleidingen relatief onbekend bij werkgevers. Daar valt nog een wereld te winnen. En dit is niet onbelangrijk in een arbeidsmarkt die behoefte heeft aan nieuwe mensen. Tijd voor De Omslag om de Ad in historisch perspectief aandacht te geven.
Door Janny Ruardy
Het begint allemaal begin deze eeuw. Gertrud van Erp, strategisch adviseur bij VNO-NCW, dan nog werkzaam bij MKB-Nederland, hoort over een succesvolle tweejarige opleiding op hbo-niveau, die in het buitenland in onder andere community-colleges wordt aangeboden. Een opleiding die goed aansluit bij de vraag vanuit het bedrijfsleven, waarbij mensen die al werken zich kunnen bijscholen en mbo’ers die meer willen een verkort traject van twee jaar kunnen volgen. Vanuit een MKB- onderwijscommissie krijgt Van Erp groen licht voor een lobby om de Associate degree naar Nederland te halen. De Vereniging Hogescholen (dan nog hbo-Raad) voelt echter niets voor een mbo+ opleiding en zijn bang dat hun niveau wordt aangetast. Hier treedt hetzelfde mechanisme op als bij de universiteiten, wanneer het hbo begin deze eeuw met lectoraten start. (‘Het is net alsof je een heel goede fles wijn openmaakt en daar heel veel water bij doet’, citaat van een UU-hoogleraar destijds). Van Erp toont zich verbaasd: ‘In het mbo heb je verschillende niveaus, waarom dan ook niet in het hbo?’
Toch volgen tussen 2005 en 2011 vier pilotrondes om de toegevoegde waarde van de Associate degree te toetsen door accreditatie-organisatie NVAO. De uitkomsten hiervan zijn positief. Daarom besluit de regering in 2011 de Associate degree definitief in te voeren als onderdeel van het hoger onderwijs. Sommige hogescholen, zoals die in Rotterdam, Avans en Saxion, omarmen de Ad, terwijl andere hogescholen, zoals HvA en HU er niet zoveel van moeten hebben. De HU start met een paar Ad-opleidingen, maar stopt er ook weer mee.
Het duurt nog zeven jaar totdat in 2018, via de wet invoering Associate degree, de Ad een eigen positie in het hbo krijgt. De Ad’s komen hiermee losser te staan van de bachelor. Alleen hogescholen mogen ze aanbieden, vanwege het hbo-niveau.
Daarna gaat het bergopwaarts. In vijf jaar tijd zijn er zo’n honderd Ad-opleidingen gestart in het hele land met een zeer gevarieerd aanbod: van klassiek ballet tot artificial intelligence. Hogescholen omarmen ze inmiddels en zetten er volop op in. De HU biedt vijftien Ad-opleidingen aan in Amersfoort, waar alles is ondergebracht in een instituut aan het Eemplein. Een aantal hogescholen, bijvoorbeeld de Hogeschool R’dam, werkt nauw samen met ROC’s met doorlopende leerlijnen.
Onbekend bij werkgevers
Om een opleiding te mogen starten moet eerst onderzocht worden of er behoefte aan is. Erwin van Rooijen doet al ruim tien jaar in opdracht van hogescholen doelmatigheidsonderzoek voor nieuw te starten opleidingen, het grootste deel voor Ad’s. Hij merkt dat de Ad’s nog relatief onbekend zijn bij werkgevers die hij spreekt tijdens zijn onderzoeken. Daar is nog missiewerk te verrichten, juist omdat er vanuit werkgevers steeds meer vraag is naar werknemers met meer competenties dan mbo4.
Van Rooijen noemt als voorbeeld de Ad Pedagogisch Educatief Professional (PEP). De behoefte aan een ander type professional ontstaat onder meer door de invoer van integrale kindcentra (IKC’s), waarbij kinderopvang en onderwijs steeds meer met elkaar verweven raken. Medewerkers kunnen zowel een pedagogische als een didactische functie hebben. Zo hebben deze mensen meer beroepsperspectief, dan wanneer ze alleen in de kinderopvang werken en wellicht sneller afhaken. En je pakt het lerarentekort hiermee aan.
Ook Gertrud van Erp beaamt dat veel werkgevers niet van het bestaan van de Ad afweten. Vooral in bedrijven met minder dan tien werknemers. En dat zijn er heel veel in Nederland. Van Erp: ‘Ondernemers moeten toevallig iets lezen in een vakblad of van iemand over horen. Daar ligt ook een taak voor ons als VNO/NCW. MKB-Nederland. We moeten daarover veel meer communiceren.’
‘Een andere reden dat het voor werkgevers goed is om van het bestaan af te weten, is dat de ervaring leert, dat werknemers met een mbo4 en/of Ad diploma op zak meer binding voelen met het bedrijf waarin ze werkzaam zijn’, zegt Van Rooijen: ‘Een hbo’er die carrière wil maken is in de krappe markt ook zo weer vertrokken, is hun ervaring.’
Succes op de arbeidsmarkt
Ondanks de onbekendheid bij werkgevers doen de Ad’ers het goed op de arbeidsmarkt. Het ROA verricht jaarlijks onderzoek naar de arbeidsmarkt voor hbo’ers. In de onlangs verschenen Arbeidsmarktmonitor ziet die er zeer rooskleurig uit. Het werkloosheidspercentage onder pas afgestudeerde hbo’ers is met 2,8% in 2023 net als in voorgaande jaren laag. 92,2% van de afgestudeerden van de opleidingen Associate degree hebben in 2023 direct werk en daarmee de kortste zoektijd naar een baan. Het gemiddelde bruto maandloon is het hoogst voor afgestudeerden van hbo master-opleidingen (€3.807) en het laagst voor afgestudeerden van hbo-Ad opleidingen (€3.187).
De Ad’s zijn ook goede opleidingen voor zij-instromers. Tine Hoofd, lid van de beroepenveldcommissie Ad’s bij particuliere onderwijsaanbieders LOI, NCOI en NTI, werkte tot voor kort dertig jaar bij een grote welzijnsorganisatie, waarvan de laatste tien jaar als programmamanager deskundigheidsbevordering en kwaliteitszorg. Daar kwamen de afgelopen 2,5 jaar vier mensen als zij-instromers binnen die een Ad Social Work volgden. ‘Een heel mooie vorm om in een arbeidsmarkt die schreeuwt om mensen een carrièreswitch te kunnen maken’, zegt Hoofd. Volgens haar verrichten medewerkers met een Ad-diploma op zak hetzelfde werk als iemand met een hbo Social Work. Er zit echter een beperking aan dit Ad diploma. Ad’ers mogen zich wel laten registreren, maar krijgen geen SKJ (Stichting Kwaliteitsregister Jeugd). Het SKJ geeft aan dat je je houdt aan de beroepscode en vakinhoudelijke richtlijnen. ‘ Ze kunnen zich wel voor het Registerplein (kwaliteitswaarborg) inschrijven, waarmee ze aangeven een bepaalde kwaliteitsstandaard te hebben. Het is de enige Ad-opleiding waar deze drempel wordt opgeworpen.
Mbo-hbo
Van Rooijen komt vanwege zijn doelmatigheidsonderzoek op vele plekken verspreid in ons land. Daardoor heeft hij goed zicht op de organisatie van de Ad opleidingen. Volgens hem is een van de succesfactoren een goede samenwerking met roc’s. Vooral wanneer er een doorlopende leerlijn is tussen mbo en hbo. Zo vindt hij de Rotterdam Academy, waarin alle Ad-opleidingen zijn ondergebracht door de Hogeschool Rotterdam, een goed voorbeeld van samenwerking met de roc’s in de Maasstad. Hogeschool Rotterdam was ook een van de eerste hogescholen in Nederland die met Ad’s startte en het omarmde.
Ook in krimpregio’s ziet hij mooie vormen van samenwerking. Om jongeren te behouden voor de regio zie je verschillende Ad’s in de regio ontstaan: in de Achterhoek, Friesland en de Noordoostpolder.
Toekomst:
Zoals eerder gezegd, vult de Ad’er een behoefte aan een ander type professional in bij werkgevers: mbo4 met meer competenties. Van Erp: ‘Ik zie de toekomst van de Ad’s heel rooskleurig. We moeten af van hoger, hoger, hoger. Dat breekt ons nu echt op. De vraag die urgenter is: Wat past ons nu? Als we de duale trajecten uitbreiden, is dat een aanwinst voor het onderwijs. De komst van het Ad vind ik dan ook de mooiste onderwijsvernieuwing van de afgelopen twintig jaar.’
. . .
‘De mooiste onderwijsvernieuwing van de afgelopen twintig jaar’
Achtergrond
Ad-geschiedenis in vogelvlucht:
Associate Degree (afkorting Ad): Tweejarige opleiding op hbo-niveau (zowel fulltime als duaal)
Start: 2006
Doel: gat dichten tussen mbo en hbo
Graad: Associate degree niveau 5
Voor wie: mbo'ers (en praktisch ingestelde havisten) die na hun opleiding nog door willen studeren, maar die (nog) niet kiezen voor een 4-jarige hbo-bacheloropleiding, zij-instromers en mensen die naast hun werk meer verdieping willen
Oorsprong: De Ad komt oorspronkelijk uit de Angelsaksische landen waar de Ad wordt gegeven door community colleges, junior colleges, technical colleges of city colleges. De studenten krijgen een undergraduate academische graad.
2011: vaste plek in het hbo, naast de bachelor de master gelijk met de aanname van de wet Kwaliteit in Verscheidenheid die dit regelt.
Totstandkoming: studenten, werkgevers, werknemers, opleiders en kenniscentra) werken gezamenlijk aan de invoering van de Associate degree. Dit gebeurt op initiatief van het ministerie van OCW. Deze organisaties hebben zich op verzoek van het ministerie verenigd in het Landelijk Platform Associate degree.
achtergrond
De Associate Degrees (Ad) schieten als paddenstoelen uit de grond. Deze tweejarige opleiding op hbo-niveau vormt een mooie brug tussen mbo en hbo-bachelor, geeft zij-instromers de kans om binnen twee jaar een vak te leren en biedt mbo’ers de mogelijkheid om zich meer te verdiepen en om carrière te maken. Toch zijn de opleidingen relatief onbekend bij werkgevers. Daar valt nog een wereld te winnen. En dit is niet onbelangrijk in een arbeidsmarkt die behoefte heeft aan nieuwe mensen. Tijd voor De Omslag om de Ad in historisch perspectief aandacht te geven.
Door Janny Ruardy
Het begint allemaal begin deze eeuw. Gertrud van Erp, strategisch adviseur bij VNO-NCW, dan nog werkzaam bij MKB-Nederland, hoort over een succesvolle tweejarige opleiding op hbo-niveau, die in het buitenland in onder andere community-colleges wordt aangeboden. Een opleiding die goed aansluit bij de vraag vanuit het bedrijfsleven, waarbij mensen die al werken zich kunnen bijscholen en mbo’ers die meer willen een verkort traject van twee jaar kunnen volgen. Vanuit een MKB- onderwijscommissie krijgt Van Erp groen licht voor een lobby om de Associate degree naar Nederland te halen. De Vereniging Hogescholen (dan nog hbo-Raad) voelt echter niets voor een mbo+ opleiding en zijn bang dat hun niveau wordt aangetast. Hier treedt hetzelfde mechanisme op als bij de universiteiten, wanneer het hbo begin deze eeuw met lectoraten start. (‘Het is net alsof je een heel goede fles wijn openmaakt en daar heel veel water bij doet’, citaat van een UU-hoogleraar destijds). Van Erp toont zich verbaasd: ‘In het mbo heb je verschillende niveaus, waarom dan ook niet in het hbo?’
Toch volgen tussen 2005 en 2011 vier pilotrondes om de toegevoegde waarde van de Associate degree te toetsen door accreditatie-organisatie NVAO. De uitkomsten hiervan zijn positief. Daarom besluit de regering in 2011 de Associate degree definitief in te voeren als onderdeel van het hoger onderwijs. Sommige hogescholen, zoals die in Rotterdam, Avans en Saxion, omarmen de Ad, terwijl andere hogescholen, zoals HvA en HU er niet zoveel van moeten hebben. De HU start met een paar Ad-opleidingen, maar stopt er ook weer mee.
Het duurt nog zeven jaar totdat in 2018, via de wet invoering Associate degree, de Ad een eigen positie in het hbo krijgt. De Ad’s komen hiermee losser te staan van de bachelor. Alleen hogescholen mogen ze aanbieden, vanwege het hbo-niveau.
Daarna gaat het bergopwaarts. In vijf jaar tijd zijn er zo’n honderd Ad-opleidingen gestart in het hele land met een zeer gevarieerd aanbod: van klassiek ballet tot artificial intelligence. Hogescholen omarmen ze inmiddels en zetten er volop op in. De HU biedt vijftien Ad-opleidingen aan in Amersfoort, waar alles is ondergebracht in een instituut aan het Eemplein. Een aantal hogescholen, bijvoorbeeld de Hogeschool R’dam, werkt nauw samen met ROC’s met doorlopende leerlijnen.
Onbekend bij werkgevers
Om een opleiding te mogen starten moet eerst onderzocht worden of er behoefte aan is. Erwin van Rooijen doet al ruim tien jaar in opdracht van hogescholen doelmatigheidsonderzoek voor nieuw te starten opleidingen, het grootste deel voor Ad’s. Hij merkt dat de Ad’s nog relatief onbekend zijn bij werkgevers die hij spreekt tijdens zijn onderzoeken. Daar is nog missiewerk te verrichten, juist omdat er vanuit werkgevers steeds meer vraag is naar werknemers met meer competenties dan mbo4.
Van Rooijen noemt als voorbeeld de Ad Pedagogisch Educatief Professional (PEP). De behoefte aan een ander type professional ontstaat onder meer door de invoer van integrale kindcentra (IKC’s), waarbij kinderopvang en onderwijs steeds meer met elkaar verweven raken. Medewerkers kunnen zowel een pedagogische als een didactische functie hebben. Zo hebben deze mensen meer beroepsperspectief, dan wanneer ze alleen in de kinderopvang werken en wellicht sneller afhaken. En je pakt het lerarentekort hiermee aan.
Ook Gertrud van Erp beaamt dat veel werkgevers niet van het bestaan van de Ad afweten. Vooral in bedrijven met minder dan tien werknemers. En dat zijn er heel veel in Nederland. Van Erp: ‘Ondernemers moeten toevallig iets lezen in een vakblad of van iemand over horen. Daar ligt ook een taak voor ons als VNO/NCW. MKB-Nederland. We moeten daarover veel meer communiceren.’
‘Een andere reden dat het voor werkgevers goed is om van het bestaan af te weten, is dat de ervaring leert, dat werknemers met een mbo4 en/of Ad diploma op zak meer binding voelen met het bedrijf waarin ze werkzaam zijn’, zegt Van Rooijen: ‘Een hbo’er die carrière wil maken is in de krappe markt ook zo weer vertrokken, is hun ervaring.’
Succes op de arbeidsmarkt
Ondanks de onbekendheid bij werkgevers doen de Ad’ers het goed op de arbeidsmarkt. Het ROA verricht jaarlijks onderzoek naar de arbeidsmarkt voor hbo’ers. In de onlangs verschenen Arbeidsmarktmonitor ziet die er zeer rooskleurig uit. Het werkloosheidspercentage onder pas afgestudeerde hbo’ers is met 2,8% in 2023 net als in voorgaande jaren laag. 92,2% van de afgestudeerden van de opleidingen Associate degree hebben in 2023 direct werk en daarmee de kortste zoektijd naar een baan. Het gemiddelde bruto maandloon is het hoogst voor afgestudeerden van hbo master-opleidingen (€3.807) en het laagst voor afgestudeerden van hbo-Ad opleidingen (€3.187).
De Ad’s zijn ook goede opleidingen voor zij-instromers. Tine Hoofd, lid van de beroepenveldcommissie Ad’s bij particuliere onderwijsaanbieders LOI, NCOI en NTI, werkte tot voor kort dertig jaar bij een grote welzijnsorganisatie, waarvan de laatste tien jaar als programmamanager deskundigheidsbevordering en kwaliteitszorg. Daar kwamen de afgelopen 2,5 jaar vier mensen als zij-instromers binnen die een Ad Social Work volgden. ‘Een heel mooie vorm om in een arbeidsmarkt die schreeuwt om mensen een carrièreswitch te kunnen maken’, zegt Hoofd. Volgens haar verrichten medewerkers met een Ad-diploma op zak hetzelfde werk als iemand met een hbo Social Work. Er zit echter een beperking aan dit Ad diploma. Ad’ers mogen zich wel laten registreren, maar krijgen geen SKJ (Stichting Kwaliteitsregister Jeugd). Het SKJ geeft aan dat je je houdt aan de beroepscode en vakinhoudelijke richtlijnen. ‘ Ze kunnen zich wel voor het Registerplein (kwaliteitswaarborg) inschrijven, waarmee ze aangeven een bepaalde kwaliteitsstandaard te hebben. Het is de enige Ad-opleiding waar deze drempel wordt opgeworpen.
Mbo-hbo
Van Rooijen komt vanwege zijn doelmatigheidsonderzoek op vele plekken verspreid in ons land. Daardoor heeft hij goed zicht op de organisatie van de Ad opleidingen. Volgens hem is een van de succesfactoren een goede samenwerking met roc’s. Vooral wanneer er een doorlopende leerlijn is tussen mbo en hbo. Zo vindt hij de Rotterdam Academy, waarin alle Ad-opleidingen zijn ondergebracht door de Hogeschool Rotterdam, een goed voorbeeld van samenwerking met de roc’s in de Maasstad. Hogeschool Rotterdam was ook een van de eerste hogescholen in Nederland die met Ad’s startte en het omarmde.
Ook in krimpregio’s ziet hij mooie vormen van samenwerking. Om jongeren te behouden voor de regio zie je verschillende Ad’s in de regio ontstaan: in de Achterhoek, Friesland en de Noordoostpolder.
Toekomst:
Zoals eerder gezegd, vult de Ad’er een behoefte aan een ander type professional in bij werkgevers: mbo4 met meer competenties. Van Erp: ‘Ik zie de toekomst van de Ad’s heel rooskleurig. We moeten af van hoger, hoger, hoger. Dat breekt ons nu echt op. De vraag die urgenter is: Wat past ons nu? Als we de duale trajecten uitbreiden, is dat een aanwinst voor het onderwijs. De komst van het Ad vind ik dan ook de mooiste onderwijsvernieuwing van de afgelopen twintig jaar.’
‘De mooiste onderwijsvernieuwing van de afgelopen twintig jaar’
Voeten in de klei
en hoofd erbij
Het Instituut voor Associate degrees lijkt het succesnummer van de HU te zijn. Wat is hun recept? Jasper Swart en Gertrude Priester leggen een paar ingrediënten op tafel.
Door Marc Janssen
‘Het Ad-onderwijs is de snelst groeiende onderwijsvorm in Nederland, constateert Jasper Swart. Hij is manager verbinding onderwijs en werkveld. De functiebenaming zegt precies bij wat hij doet - soms door gewoon rond te fietsen door Amersfoort (maar daarover later meer). Zijn functie bestaat sinds oktober 2023, een jaar daarvoor begon hij als teamleider van de Ad-opleidingen.
Gertrude Priester zit er ook nog niet heel lang. Ze is instituutsdirecteur sinds december 2022 en is nu druk met de accreditaties van een aantal opleidingen die een jaar of vijf geleden van start gingen. ‘Het mooiste was een alumnus aan tafel die zei: “De overstap van opleiding naar werkplek sluit naadloos aan, ik ben direct voorbereid op die beroepspraktijk.” Als ik zoiets hoor, dan word ik heel vrolijk. Want dan doen wij waartoe Ad-onderwijs voor bedoeld is.'
Swart vult haar aan: 'Volgens mij is dat wat het werkveld nu nodig heeft: direct inzetbare hands-on professionals. Ad-studenten zijn aanpakkers die leren door te doen. Die komen niet met veertig A4'tjes aan tekst en aanbevelingen voor de komende jaren, nee, ze zeggen: we gaan nu aan de bak.'
Tegelijkertijd krijgen die studenten toch ook zelfreflectie met aandacht voor soft skills?
Priester: 'Klopt. Het één kan niet zonder het ander. In dat panel werd bijvoorbeeld over de Ad Software Development opgemerkt: goed dat juist deze studenten ook veel zelfreflectie hebben. Dan gaat het over samenwerken, communiceren, professioneel gedrag.’
Swart: 'In het werkveld zeggen ze ook: de inhoud kunnen we ze leren, dus programmeren of wat dan ook. Maar professioneel gedrag, dat is prettig als het er al is. Zorg dat ze kunnen samenwerken, maar ook feedback ontvangen en durven geven. Dat wil je graag terugzien als je talent zoekt en dat bieden we dus in de Ad.'
Het brengt het gesprek op de vraag: op welk niveau zit die student met een Ad nou eigenlijk? In het Amersfoortse zijn ze daar helder over: het is een eigen niveau, met zijn eigen kleur. En ja, het ligt op niveau 5 van het Nederlands kwalificatieraamwerk (NLQF). Hiermee ligt het tussen een mbo 4-opleiding en een hbo-bacheloropleiding (niveau 6). Maar het is geen hbo-min of mbo-plus. 'Het is Ad, een tweejarige hbo-opleiding met zijn eigen voeten in de klei en het hoofd erbij', vat Priester het samen.
Ze ziet het misverstand ook binnen de eigen hogeschool: dat de Ad 'gewoon' de eerste twee jaar van een bachelor-opleiding zou zijn, waarbij studenten daarna kunnen doorstromen naar de bachelor-opleiding. 'Dat klopt dus niet. Wij hebben ons eigenstandig profiel. En in die doorstroom naar de bachelor gaan we puzzelen: wat heeft de student daar nodig om uiteindelijk een bachelor-diploma X, Y of Z te krijgen. En welk pakket hoort er dan bij? Is dat een kenniscomponent, gaat het om onderzoekend vermogen op bachelor-niveau? Zo puzzelen we door die routes heen', zegt ze.
Runnen
Terugblikkend ziet ze hoe iedere nieuwe Ad-opleiding in de eerste jaren een vergelijkbaar traject aflegde. 'Een Ad-opleiding ontstaat altijd in samenwerking met het werkveld. Met een partij uit het mbo en iemand uit de verwante bachelor erbij. Na een go om te starten, zie je dat het opleidingsteam wat meer intern gericht is. Het draait primair om het gaan runnen van de opleiding. En na een jaartje of twee, drie, gaat de blik weer naar buiten. Wat zo belangrijk is, juist voor Ad’s.’
Binnen het instituut wil ze de samenwerking tussen de Ad’s verder stimuleren. ‘Zodat we de keuze van de HU om niet alle Ad's bij andere instituten onder te brengen goed benutten. Tegelijkertijd gaan we nu ook de aansluiting zoeken bij de bachelor. Daarom gaan we in het nieuwe studiejaar een roadshow organiseren op het Utrecht Science Park.'
De samenwerking met het mbo in hetzelfde pand is er volgens haar al 'meer van nature.' Dat herkent Swart. 'Van niveau drie t/m zeven kun je elkaar hier helpen. En samenwerking kan gaan om detacheringen van docenten. Maar ook om leerteam-leren. Daarin zijn we verder dan veel mbo-opleidingen en zij hebben daar belangstelling voor.'
Die samenwerking betekent niet automatisch dat opleidingen direct op elkaar aansluiten. Soms heeft een Ad-opleiding dezelfde naam als de mbo-variant maar er duiken ook andere namen voor opleidingen op. 'We combineren beide routes', stelt de directeur. 'Op landelijk niveau praten we wel over de mogelijkheden om namen te harmoniseren. Daarbij moet je je tegelijkertijd ook als unieke opleiding kunnen positioneren.'
Focus
Welke naam een opleiding ook krijgt, en of die nou wel of niet direct aansluit bij benamingen van bestaande mbo- of hbo-opleidingen: voor Swart en Priester staat iets anders bovenaan: 'We moeten van buiten naar binnen werken. Dus we kijken sterk naar de vraag vanuit de markt en gaan veel minder de weg van die interne vraag.'
Waarmee het belangrijkste ingrediënt van het Ad-succesrecept benoemd is: de blik van buiten naar binnen. Meest recente voorbeeld: de Ad-opleiding Didactisch Educatief Professional, aansluitend op de aanpak van het lerarentekort. Natuurlijk: grenzen zijn er ook, mede bepaald door de kennisagenda van de HU. Dus een agrarische Ad-opleiding zal er niet snel komen, net zomin als een Ad voor kunsten. Maar verder: als er maar behoefte is vanuit de arbeidsmarkt. Waarbij Gertrude lichtjes op de rem lijkt te trappen. 'We hebben hier in een paar jaar veel tot stand gebracht. Het is ook mijn opdracht om te consolideren.'
Maar dan wel consolideren met behoud van focus, zo maakt ze al snel duidelijk. ‘Dus dat betekent dat je iemand vrij maakt die niets anders doet dan "buiten" zijn, in het werkveld’, wijst ze naar verbindings-manager Swart ‘Ook al zit dat niet in het DNA van het onderwijs.'
Swart vult aan: 'We zijn vaak aan het “schooltje spelen”, om het even oneerbieding te zeggen. En dan vergeten we wat er om ons heen gebeurt. Dus ik heb me helemaal losgemaakt van het onderwijs. Vanochtend zat ik nog bij een groot logistiek bedrijf hier in Amersfoort. Daar ga ik dan heen op mijn fietsje en heb een persoonlijk gesprek met de mensen daar, om echt te snappen wat ze daar zoeken. Er zitten al veel mensen zonder opleiding of met mbo-2, maar de directeur heeft ook niveau-5 mensen nodig. Maar waarvoor dan precies? In welke rollen precies? Zo'n gesprek heb je dan. En nee, daar rollen niet één-op-één een opleidingen uit. Maar als zijn probleem op meer plekken voorkomt, dan wordt het interessant. En inmiddels kunnen we ook oplossingen zoeken binnen de Ad's die we al hebben, door te kijken naar andere uitstroomprofielen of tracks.’
Groeien zullen ze bij de Ad's zeker nog. 'Niet meer zo explosief als in de afgelopen jaren', schat Priester in, ‘maar er zal nog een lichte groei komen.'
En dat geeft de bestaande organisatie tijd om nieuwe docenten goed te begeleiden, de groepjes tot echte teams te laten uitgroeien. 'Wij zetten nu in op leren van en met elkaar, op instituutsniveau.’
Ze schetst nog een tweede poot waar het Ad-instituut een goede plaats voor lijkt te zijn: 'We kijken ook naar leven lang ontwikkelen. Hoe zien die ontwikkelpaden voor professionals eruit? En kunnen we de Ad-student van nu straks bij ons terugkrijgen voor module X, Y of Z? Daar geloof ik in, dat wij dat naast het AD-assortiment kunnen aanbieden. Juist omdat we al werken met grote eenheden, van 15 of 30 studiepunten. Daar kun je modules van tien of twintig weken van maken en een certificaat aan verbinden zodat mensen zelf kunnen kiezen en hun eigen route kunnen lopen. Dat willen we ook nog van de grond krijgen.‘
Blijft er nog wat te wensen over voor deze bloeiende tak? Het lijkt vooral in een grotere naamsbekendheid te zitten. ‘In ons werk zijn we constant aan het uitleggen: wat doet een AD'er, wat is niveau 5, wat mag en kun je verwachten? De kracht ligt in de herhaling van de boodschap. Daarin zijn we een soort grammofoonplaat. En we zijn bezig met visuals om de boodschap heel kernachtig neer te kunnen zetten. Zodat we steeds beter worden in het vertellen van ons eigen verhaal. Of dat nou bij een roadshow is, bij een werkgever of open dagen. En voor dat laatste geldt: daar komen studenten met ouders binnen. En dan vertellen we ons verhaal vooral aan de ouders. Ze zijn vaak ook potentiële werkgevers. Die jongere generatie zit er wat wendbaarder in. Terwijl ouders het niet kennen.’
En waar komt die jonge generatie vooral vandaan? Is dat mbo of havo?
Priester: ‘Kijk naar de cijfers en dan zie je: het is een mix van beiden. En ook nog wat vwo en overige richtingen, zoals dat dan heet.
Swart: ‘En we hebben nog de bachelor-uitvallers die februari hier als instroommoment benutten. Daarin zie je dat we veel mensen binnen de HU houden, terwijl ze hier met andere leerstijlen beter tot hun recht komen.‘
Oh, dat is winwin voor de hogeschool.
Priester: ‘Ja, hier komt alles samen.’
. . .
het instituut
Voeten in de klei en hoofd erbij
Het Instituut voor Associate degrees lijkt het succesnummer van de HU te zijn. Wat is hun recept? Jasper Swart en Gertrude Priester leggen een paar ingrediënten op tafel.
Door Marc Janssen
‘Het Ad-onderwijs is de snelst groeiende onderwijsvorm in Nederland, constateert Jasper Swart. Hij is manager verbinding onderwijs en werkveld. De functiebenaming zegt precies bij wat hij doet - soms door gewoon rond te fietsen door Amersfoort (maar daarover later meer). Zijn functie bestaat sinds oktober 2023, een jaar daarvoor begon hij als teamleider van de Ad-opleidingen.
Gertrude Priester zit er ook nog niet heel lang. Ze is instituutsdirecteur sinds december 2022 en is nu druk met de accreditaties van een aantal opleidingen die een jaar of vijf geleden van start gingen. ‘Het mooiste was een alumnus aan tafel die zei: “De overstap van opleiding naar werkplek sluit naadloos aan, ik ben direct voorbereid op die beroepspraktijk.” Als ik zoiets hoor, dan word ik heel vrolijk. Want dan doen wij waartoe Ad-onderwijs voor bedoeld is.'
Swart vult haar aan: 'Volgens mij is dat wat het werkveld nu nodig heeft: direct inzetbare hands-on professionals. Ad-studenten zijn aanpakkers die leren door te doen. Die komen niet met veertig A4'tjes aan tekst en aanbevelingen voor de komende jaren, nee, ze zeggen: we gaan nu aan de bak.'
Tegelijkertijd krijgen die studenten toch ook zelfreflectie met aandacht voor soft skills?
Priester: 'Klopt. Het één kan niet zonder het ander. In dat panel werd bijvoorbeeld over de Ad Software Development opgemerkt: goed dat juist deze studenten ook veel zelfreflectie hebben. Dan gaat het over samenwerken, communiceren, professioneel gedrag.’
Swart: 'In het werkveld zeggen ze ook: de inhoud kunnen we ze leren, dus programmeren of wat dan ook. Maar professioneel gedrag, dat is prettig als het er al is. Zorg dat ze kunnen samenwerken, maar ook feedback ontvangen en durven geven. Dat wil je graag terugzien als je talent zoekt en dat bieden we dus in de Ad.'
Het brengt het gesprek op de vraag: op welk niveau zit die student met een Ad nou eigenlijk? In het Amersfoortse zijn ze daar helder over: het is een eigen niveau, met zijn eigen kleur. En ja, het ligt op niveau 5 van het Nederlands kwalificatieraamwerk (NLQF). Hiermee ligt het tussen een mbo 4-opleiding en een hbo-bacheloropleiding (niveau 6). Maar het is geen hbo-min of mbo-plus. 'Het is Ad, een tweejarige hbo-opleiding met zijn eigen voeten in de klei en het hoofd erbij', vat Priester het samen.
Ze ziet het misverstand ook binnen de eigen hogeschool: dat de Ad 'gewoon' de eerste twee jaar van een bachelor-opleiding zou zijn, waarbij studenten daarna kunnen doorstromen naar de bachelor-opleiding. 'Dat klopt dus niet. Wij hebben ons eigenstandig profiel. En in die doorstroom naar de bachelor gaan we puzzelen: wat heeft de student daar nodig om uiteindelijk een bachelor-diploma X, Y of Z te krijgen. En welk pakket hoort er dan bij? Is dat een kenniscomponent, gaat het om onderzoekend vermogen op bachelor-niveau? Zo puzzelen we door die routes heen', zegt ze.
Runnen
Terugblikkend ziet ze hoe iedere nieuwe Ad-opleiding in de eerste jaren een vergelijkbaar traject aflegde. 'Een Ad-opleiding ontstaat altijd in samenwerking met het werkveld. Met een partij uit het mbo en iemand uit de verwante bachelor erbij. Na een go om te starten, zie je dat het opleidingsteam wat meer intern gericht is. Het draait primair om het gaan runnen van de opleiding. En na een jaartje of twee, drie, gaat de blik weer naar buiten. Wat zo belangrijk is, juist voor Ad’s.’
Binnen het instituut wil ze de samenwerking tussen de Ad’s verder stimuleren. ‘Zodat we de keuze van de HU om niet alle Ad's bij andere instituten onder te brengen goed benutten. Tegelijkertijd gaan we nu ook de aansluiting zoeken bij de bachelor. Daarom gaan we in het nieuwe studiejaar een roadshow organiseren op het Utrecht Science Park.'
De samenwerking met het mbo in hetzelfde pand is er volgens haar al 'meer van nature.' Dat herkent Swart. 'Van niveau drie t/m zeven kun je elkaar hier helpen. En samenwerking kan gaan om detacheringen van docenten. Maar ook om leerteam-leren. Daarin zijn we verder dan veel mbo-opleidingen en zij hebben daar belangstelling voor.'
Die samenwerking betekent niet automatisch dat opleidingen direct op elkaar aansluiten. Soms heeft een Ad-opleiding dezelfde naam als de mbo-variant maar er duiken ook andere namen voor opleidingen op. 'We combineren beide routes', stelt de directeur. 'Op landelijk niveau praten we wel over de mogelijkheden om namen te harmoniseren. Daarbij moet je je tegelijkertijd ook als unieke opleiding kunnen positioneren.'
Focus
Welke naam een opleiding ook krijgt, en of die nou wel of niet direct aansluit bij benamingen van bestaande mbo- of hbo-opleidingen: voor Swart en Priester staat iets anders bovenaan: 'We moeten van buiten naar binnen werken. Dus we kijken sterk naar de vraag vanuit de markt en gaan veel minder de weg van die interne vraag.'
Waarmee het belangrijkste ingrediënt van het Ad-succesrecept benoemd is: de blik van buiten naar binnen. Meest recente voorbeeld: de Ad-opleiding Didactisch Educatief Professional, aansluitend op de aanpak van het lerarentekort. Natuurlijk: grenzen zijn er ook, mede bepaald door de kennisagenda van de HU. Dus een agrarische Ad-opleiding zal er niet snel komen, net zomin als een Ad voor kunsten. Maar verder: als er maar behoefte is vanuit de arbeidsmarkt. Waarbij Gertrude lichtjes op de rem lijkt te trappen. 'We hebben hier in een paar jaar veel tot stand gebracht. Het is ook mijn opdracht om te consolideren.'
Maar dan wel consolideren met behoud van focus, zo maakt ze al snel duidelijk. ‘Dus dat betekent dat je iemand vrij maakt die niets anders doet dan "buiten" zijn, in het werkveld’, wijst ze naar verbindings-manager Swart ‘Ook al zit dat niet in het DNA van het onderwijs.'
Swart vult aan: 'We zijn vaak aan het “schooltje spelen”, om het even oneerbieding te zeggen. En dan vergeten we wat er om ons heen gebeurt. Dus ik heb me helemaal losgemaakt van het onderwijs. Vanochtend zat ik nog bij een groot logistiek bedrijf hier in Amersfoort. Daar ga ik dan heen op mijn fietsje en heb een persoonlijk gesprek met de mensen daar, om echt te snappen wat ze daar zoeken. Er zitten al veel mensen zonder opleiding of met mbo-2, maar de directeur heeft ook niveau-5 mensen nodig. Maar waarvoor dan precies? In welke rollen precies? Zo'n gesprek heb je dan. En nee, daar rollen niet één-op-één een opleidingen uit. Maar als zijn probleem op meer plekken voorkomt, dan wordt het interessant. En inmiddels kunnen we ook oplossingen zoeken binnen de Ad's die we al hebben, door te kijken naar andere uitstroomprofielen of tracks.’
Groeien zullen ze bij de Ad's zeker nog. 'Niet meer zo explosief als in de afgelopen jaren', schat Priester in, ‘maar er zal nog een lichte groei komen.'
En dat geeft de bestaande organisatie tijd om nieuwe docenten goed te begeleiden, de groepjes tot echte teams te laten uitgroeien. 'Wij zetten nu in op leren van en met elkaar, op instituutsniveau.’
Ze schetst nog een tweede poot waar het Ad-instituut een goede plaats voor lijkt te zijn: 'We kijken ook naar leven lang ontwikkelen. Hoe zien die ontwikkelpaden voor professionals eruit? En kunnen we de Ad-student van nu straks bij ons terugkrijgen voor module X, Y of Z? Daar geloof ik in, dat wij dat naast het AD-assortiment kunnen aanbieden. Juist omdat we al werken met grote eenheden, van 15 of 30 studiepunten. Daar kun je modules van tien of twintig weken van maken en een certificaat aan verbinden zodat mensen zelf kunnen kiezen en hun eigen route kunnen lopen. Dat willen we ook nog van de grond krijgen.‘
Blijft er nog wat te wensen over voor deze bloeiende tak? Het lijkt vooral in een grotere naamsbekendheid te zitten. ‘In ons werk zijn we constant aan het uitleggen: wat doet een AD'er, wat is niveau 5, wat mag en kun je verwachten? De kracht ligt in de herhaling van de boodschap. Daarin zijn we een soort grammofoonplaat. En we zijn bezig met visuals om de boodschap heel kernachtig neer te kunnen zetten. Zodat we steeds beter worden in het vertellen van ons eigen verhaal. Of dat nou bij een roadshow is, bij een werkgever of open dagen. En voor dat laatste geldt: daar komen studenten met ouders binnen. En dan vertellen we ons verhaal vooral aan de ouders. Ze zijn vaak ook potentiële werkgevers. Die jongere generatie zit er wat wendbaarder in. Terwijl ouders het niet kennen.’
En waar komt die jonge generatie vooral vandaan? Is dat mbo of havo?
Priester: ‘Kijk naar de cijfers en dan zie je: het is een mix van beiden. En ook nog wat vwo en overige richtingen, zoals dat dan heet.
Swart: ‘En we hebben nog de bachelor-uitvallers die februari hier als instroommoment benutten. Daarin zie je dat we veel mensen binnen de HU houden, terwijl ze hier met andere leerstijlen beter tot hun recht komen.‘
Oh, dat is winwin voor de hogeschool.
Priester: ‘Ja, hier komt alles samen.’
. . .
het instituut
Voeten in de klei en hoofd erbij
‘Het Ad-onderwijs is de snelst groeiende onderwijsvorm in Nederland, constateert Jasper Swart. Hij is manager verbinding onderwijs en werkveld. De functiebenaming zegt precies bij wat hij doet - soms door gewoon rond te fietsen door Amersfoort (maar daarover later meer). Zijn functie bestaat sinds oktober 2023, een jaar daarvoor begon hij als teamleider van de Ad-opleidingen.
Gertrude Priester zit er ook nog niet heel lang. Ze is instituutsdirecteur sinds december 2022 en is nu druk met de accreditaties van een aantal opleidingen die een jaar of vijf geleden van start gingen. ‘Het mooiste was een alumnus aan tafel die zei: “De overstap van opleiding naar werkplek sluit naadloos aan, ik ben direct voorbereid op die beroepspraktijk.” Als ik zoiets hoor, dan word ik heel vrolijk. Want dan doen wij waartoe Ad-onderwijs voor bedoeld is.'
Swart vult haar aan: 'Volgens mij is dat wat het werkveld nu nodig heeft: direct inzetbare hands-on professionals. Ad-studenten zijn aanpakkers die leren door te doen. Die komen niet met veertig A4'tjes aan tekst en aanbevelingen voor de komende jaren, nee, ze zeggen: we gaan nu aan de bak.'
Tegelijkertijd krijgen die studenten toch ook zelfreflectie met aandacht voor soft skills?
Priester: 'Klopt. Het één kan niet zonder het ander. In dat panel werd bijvoorbeeld over de Ad Software Development opgemerkt: goed dat juist deze studenten ook veel zelfreflectie hebben. Dan gaat het over samenwerken, communiceren, professioneel gedrag.’
Swart: 'In het werkveld zeggen ze ook: de inhoud kunnen we ze leren, dus programmeren of wat dan ook. Maar professioneel gedrag, dat is prettig als het er al is. Zorg dat ze kunnen samenwerken, maar ook feedback ontvangen en durven geven. Dat wil je graag terugzien als je talent zoekt en dat bieden we dus in de Ad.'
Het brengt het gesprek op de vraag: op welk niveau zit die student met een Ad nou eigenlijk? In het Amersfoortse zijn ze daar helder over: het is een eigen niveau, met zijn eigen kleur. En ja, het ligt op niveau 5 van het Nederlands kwalificatieraamwerk (NLQF). Hiermee ligt het tussen een mbo 4-opleiding en een hbo-bacheloropleiding (niveau 6). Maar het is geen hbo-min of mbo-plus. 'Het is Ad, een tweejarige hbo-opleiding met zijn eigen voeten in de klei en het hoofd erbij', vat Priester het samen.
Ze ziet het misverstand ook binnen de eigen hogeschool: dat de Ad 'gewoon' de eerste twee jaar van een bachelor-opleiding zou zijn, waarbij studenten daarna kunnen doorstromen naar de bachelor-opleiding. 'Dat klopt dus niet. Wij hebben ons eigenstandig profiel. En in die doorstroom naar de bachelor gaan we puzzelen: wat heeft de student daar nodig om uiteindelijk een bachelor-diploma X, Y of Z te krijgen. En welk pakket hoort er dan bij? Is dat een kenniscomponent, gaat het om onderzoekend vermogen op bachelor-niveau? Zo puzzelen we door die routes heen', zegt ze.
Runnen
Terugblikkend ziet ze hoe iedere nieuwe Ad-opleiding in de eerste jaren een vergelijkbaar traject aflegde. 'Een Ad-opleiding ontstaat altijd in samenwerking met het werkveld. Met een partij uit het mbo en iemand uit de verwante bachelor erbij. Na een go om te starten, zie je dat het opleidingsteam wat meer intern gericht is. Het draait primair om het gaan runnen van de opleiding. En na een jaartje of twee, drie, gaat de blik weer naar buiten. Wat zo belangrijk is, juist voor Ad’s.’
Binnen het instituut wil ze de samenwerking tussen de Ad’s verder stimuleren. ‘Zodat we de keuze van de HU om niet alle Ad's bij andere instituten onder te brengen goed benutten. Tegelijkertijd gaan we nu ook de aansluiting zoeken bij de bachelor. Daarom gaan we in het nieuwe studiejaar een roadshow organiseren op het Utrecht Science Park.'
De samenwerking met het mbo in hetzelfde pand is er volgens haar al 'meer van nature.' Dat herkent Swart. 'Van niveau drie t/m zeven kun je elkaar hier helpen. En samenwerking kan gaan om detacheringen van docenten. Maar ook om leerteam-leren. Daarin zijn we verder dan veel mbo-opleidingen en zij hebben daar belangstelling voor.'
Die samenwerking betekent niet automatisch dat opleidingen direct op elkaar aansluiten. Soms heeft een Ad-opleiding dezelfde naam als de mbo-variant maar er duiken ook andere namen voor opleidingen op. 'We combineren beide routes', stelt de directeur. 'Op landelijk niveau praten we wel over de mogelijkheden om namen te harmoniseren. Daarbij moet je je tegelijkertijd ook als unieke opleiding kunnen positioneren.'
Focus
Welke naam een opleiding ook krijgt, en of die nou wel of niet direct aansluit bij benamingen van bestaande mbo- of hbo-opleidingen: voor Swart en Priester staat iets anders bovenaan: 'We moeten van buiten naar binnen werken. Dus we kijken sterk naar de vraag vanuit de markt en gaan veel minder de weg van die interne vraag.'
Waarmee het belangrijkste ingrediënt van het Ad-succesrecept benoemd is: de blik van buiten naar binnen. Meest recente voorbeeld: de Ad-opleiding Didactisch Educatief Professional, aansluitend op de aanpak van het lerarentekort. Natuurlijk: grenzen zijn er ook, mede bepaald door de kennisagenda van de HU. Dus een agrarische Ad-opleiding zal er niet snel komen, net zomin als een Ad voor kunsten. Maar verder: als er maar behoefte is vanuit de arbeidsmarkt. Waarbij Gertrude lichtjes op de rem lijkt te trappen. 'We hebben hier in een paar jaar veel tot stand gebracht. Het is ook mijn opdracht om te consolideren.'
Maar dan wel consolideren met behoud van focus, zo maakt ze al snel duidelijk. ‘Dus dat betekent dat je iemand vrij maakt die niets anders doet dan "buiten" zijn, in het werkveld’, wijst ze naar verbindings-manager Swart ‘Ook al zit dat niet in het DNA van het onderwijs.'
Swart vult aan: 'We zijn vaak aan het “schooltje spelen”, om het even oneerbieding te zeggen. En dan vergeten we wat er om ons heen gebeurt. Dus ik heb me helemaal losgemaakt van het onderwijs. Vanochtend zat ik nog bij een groot logistiek bedrijf hier in Amersfoort. Daar ga ik dan heen op mijn fietsje en heb een persoonlijk gesprek met de mensen daar, om echt te snappen wat ze daar zoeken. Er zitten al veel mensen zonder opleiding of met mbo-2, maar de directeur heeft ook niveau-5 mensen nodig. Maar waarvoor dan precies? In welke rollen precies? Zo'n gesprek heb je dan. En nee, daar rollen niet één-op-één een opleidingen uit. Maar als zijn probleem op meer plekken voorkomt, dan wordt het interessant. En inmiddels kunnen we ook oplossingen zoeken binnen de Ad's die we al hebben, door te kijken naar andere uitstroomprofielen of tracks.’
Groeien zullen ze bij de Ad's zeker nog. 'Niet meer zo explosief als in de afgelopen jaren', schat Priester in, ‘maar er zal nog een lichte groei komen.'
En dat geeft de bestaande organisatie tijd om nieuwe docenten goed te begeleiden, de groepjes tot echte teams te laten uitgroeien. 'Wij zetten nu in op leren van en met elkaar, op instituutsniveau.’
Ze schetst nog een tweede poot waar het Ad-instituut een goede plaats voor lijkt te zijn: 'We kijken ook naar leven lang ontwikkelen. Hoe zien die ontwikkelpaden voor professionals eruit? En kunnen we de Ad-student van nu straks bij ons terugkrijgen voor module X, Y of Z? Daar geloof ik in, dat wij dat naast het AD-assortiment kunnen aanbieden. Juist omdat we al werken met grote eenheden, van 15 of 30 studiepunten. Daar kun je modules van tien of twintig weken van maken en een certificaat aan verbinden zodat mensen zelf kunnen kiezen en hun eigen route kunnen lopen. Dat willen we ook nog van de grond krijgen.‘
Blijft er nog wat te wensen over voor deze bloeiende tak? Het lijkt vooral in een grotere naamsbekendheid te zitten. ‘In ons werk zijn we constant aan het uitleggen: wat doet een AD'er, wat is niveau 5, wat mag en kun je verwachten? De kracht ligt in de herhaling van de boodschap. Daarin zijn we een soort grammofoonplaat. En we zijn bezig met visuals om de boodschap heel kernachtig neer te kunnen zetten. Zodat we steeds beter worden in het vertellen van ons eigen verhaal. Of dat nou bij een roadshow is, bij een werkgever of open dagen. En voor dat laatste geldt: daar komen studenten met ouders binnen. En dan vertellen we ons verhaal vooral aan de ouders. Ze zijn vaak ook potentiële werkgevers. Die jongere generatie zit er wat wendbaarder in. Terwijl ouders het niet kennen.’
En waar komt die jonge generatie vooral vandaan? Is dat mbo of havo?
Priester: ‘Kijk naar de cijfers en dan zie je: het is een mix van beiden. En ook nog wat vwo en overige richtingen, zoals dat dan heet.
Swart: ‘En we hebben nog de bachelor-uitvallers die februari hier als instroommoment benutten. Daarin zie je dat we veel mensen binnen de HU houden, terwijl ze hier met andere leerstijlen beter tot hun recht komen.‘
Oh, dat is winwin voor de hogeschool.
Priester: ‘Ja, hier komt alles samen.’
. . .
het instituut
Het Instituut voor Associate degrees lijkt het succesnummer van de HU te zijn. Wat is hun recept? Jasper Swart en Gertrude Priester leggen een paar ingrediënten op tafel.
Door Marc Janssen
ad aanbod
ad aanbod
ad aanbod
Voltijd
Bedrijfskunde
Cybersecurity
Didactisch Educatief Professional
Digitale Techniek & Media
Finance & Control
Online Contentcreator
Schrijftolk
Voltijd & deeltijd
Bouwmanagement
E-commerce
Engineering: Duurzame Energiesystemen
Engineering: Industriële Automatisering
Eventmanager
Health & Social Work
Human Resource Management
Logistiek Management
Sales & Accountmanagement
Sociaal Financiële Dienstverlening
Software Development
de docent
Studenten met door-
zettings-
vermogen
Toen zijn werk in de sales met mooie leaseauto’s en reisjes naar het buitenland hem geen voldoening meer gaf, stapte Hugo Bruining over naar het onderwijs. Eerst als docent in het mbo, vanaf 2019 is hij docent bij de Ad Sales & Accountmanagement in Amersfoort. Een opleiding die op dat moment van start ging en nu het predikaat topopleiding heeft.
Door Janny Ruardy
De overstap was voor hem een logische. ‘In het mbo tik je alles een beetje aan, ik kreeg meer behoefte aan verdieping. De start van de Ad Sales & Accountmanagement kwam op het goede moment, precies wat me aantrok.’
Bruining startte met een collega en twee mbo-docenten. Ook was het mbo, dat op het Eemplein huist, betrokken bij het ontstaan van het beroepsprofiel en het curriculum.
De start van de opleiding kwam echter op een ongelukkig moment vanwege de lockdown een half jaar later. Bruining: ‘Het curriculum dat we hadden ontwikkeld kon al meteen in de prullebak. In deze opleiding zijn doe-vaardigheden belangrijk. In het eerste blok krijgen studenten het vak: acquireren. Daarbij leer je hoe je mondeling verkoopgesprekken kunt voeren. Die waren fysiek onmogelijk. Om dat telefonisch aan te leren, is heel lastig. We moesten het programma herzien en flexibel zijn. We wisten ook niet wat het Ad-niveau precies inhield, vooral in het tweede jaar niet. Het was dus -mede door corona - pionieren en praktisch zijn’, aldus Bruining. ‘We hebben dit samen met de studenten gedaan. En we evalueren nog steeds met studenten. Na elke les bespreken we wat beter kan/wat goed werkt, wat niet werkt.’
Het valt Hugo Bruining op dat ze heel gemotiveerde studenten binnenkrijgen. Studenten met doorzettingsvermogen. 75 Procent komt binnen vanuit het mbo. Deze groep heeft net als Bruining bij zijn overstap, meer behoefte aan verdieping. Zo’n 25 procent is praktisch havist. Maar er komen ook studenten die zijn vastgelopen in de bachelor en bij de Ad meer op hun plek zitten. ‘Die keuze blijkt goed te zijn voor hun zelfvertrouwen, want ze hebben vaak een deukje opgelopen.’
Schools
Al sprekende met Hugo Bruining valt ook direct een verschil op met de bachelor. Het is schools op het Eemplein bij Sales. En dat organiseren ze bewust zo. ‘We hechten aan een goede relatie met studenten. Kleinschaligheid en gezien worden vinden we hier belangrijk. Inzetten op persoonlijke relaties. We bellen wanneer iemand zonder berichtgeving afwezig is. Daarmee willen we voorkomen dat iemand verzuipt. We werken met leerteams en die worden vaak vriendenteams. We kweken commitment. Dat betekent dat je je afmeldt als niet kunt komen. Een mbo-achtige aanpak.’
Programmatisch toetsen
De Ad Sales in Amersfoort is uniek vanwege het mondeling (programmatisch) toetsen. Er wordt volop ingezet op vaardigheden en minder op rapportage. ‘Een praktijkschool, maar dan op hbo-niveau’, zegt Bruining. Voor vele studenten inspirerend onderwijs, omdat het gewoon doen is. De focus op de relatie met de student is belangrijk. Een goede relatie leren aangaan is namelijk ook belangrijk, wanneer ze met klanten gaan werken. We behandelen studenten als volwaardige partners.
Een keerzijde van het mondeling toetsen is dat er geen taalniveau aan de Ad is gekoppeld. Ook in het mbo is het taalonderwijs volledig afgeschaft. En dat krijgen ze ook als kritiek vanuit het werkveld. Bruining: ‘Werkgevers zijn enthousiast over de vaardigheden van studenten, maar hebben kritiek op het slechte schrijfniveau. Ze geven aan dat studenten vaak niet eens een fatsoenlijke mail kunnen schrijven. Dat is wel een aandachspunt.’
Stage
Het eerste half jaar van de opleiding krijgen studenten volledig les. Daarna gaan ze op stage en hebben een dag per week les. De eerste stage duurt een half jaar, de tweede veertig weken. Veel werkgevers zijn, zoals ook andere geinterviewden in dit nummer aangeven, relatief onbekend met de Ad’s. ‘Maar niet bij software-bedrijven’, zegt Hugo Bruining. Wanneer iemand een oproep voor een stage-plek op LinkedIn zet, wordt er uit vanuit deze hoek volop gereageerd. Studenten die ergens stage lopen blijven vaak hangen na hun studie. Zo’n vijftien procent van de afgestudeerde Ad’ers stromen door naar de bachelor. Veelal succesvol. Ook hier vallen ze op qua mentaliteit.
Mbo-Ad-bachelor
De eerste twee jaar van de opleiding gaven de twee mbo-docenten die bij de start betrokken waren ook les bij de Ad, maar dat is nu niet meer het geval. ‘Het blijkt moeilijk te zijn qua formatie’, zegt Bruining. Ook is er bij Sales geen sprake van een doorlopende leerlijn vanuit het mbo, omdat dit praktisch niet uitvoerbaar zou zijn. Onderwijskundigen benadrukken evenwel dat samenwerking tussen mbo en Ad nu juist belangrijk is om een succesvolle doorstroom te realiseren.
Wellicht moet de Ad z’n plek nog vinden in het hoger onderwijsbestel. Dat is niet zo gek, als je nog in de kleuterleeftijd zit. De onderwijsvorm is relatief onbekend en niet bij iedereen populair. Zo merkt Bruining op dat de hbo-bachelor de Ad een vreemde eend in de bijt vindt en enige concurrentie voelt. Steeds meer studenten kiezen voor de tussenvariant en de Ad’s zien de aantallen stijgen.
De Ad Sales & Accountmanagement aan het Eemplein doet het goed. In de jaarlijkse Keuzegids kregen ze het predikaat topopleiding, vanwege de kleinschaligheid en persoonlijke aandacht waarmee ze het onderwijs organiseren. Studenten waarderen dit met een hoge score. De Ad Sales neemt studenten bewust mee in de verdere ontwikkeling/verbetering van de opleiding. De evaluatie na elke les is hier een voorbeeld van.
Hugo Bruiing startte vijf jaar geleden met een collega en twee mbo-docenten. Nu werken er elf docenten bij deze opleiding. Een vraag die rijst is hoe je in een sterk groeiende markt je kleinschaligheid kunt behouden? ‘Door te werken in leerteams kunnen we de kleinschaligheid waarmaken’, aldus Bruining. ‘We hebben de ambitie om binnen nu en drie jaar elk jaar 300 nieuwe -vooral deeltijd- studenten binnen te halen, zonder ons uitgangspunt kleinschalig en betrokken op te geven.
. . .
de docent
Studenten met door-
zettings-
vermogen
Toen zijn werk in de sales met mooie leaseauto’s en reisjes naar het buitenland hem geen voldoening meer gaf, stapte Hugo Bruining over naar het onderwijs. Eerst als docent in het mbo, vanaf 2019 is hij docent bij de Ad Sales & Accountmanagement in Amersfoort. Een opleiding die op dat moment van start ging en nu het predikaat topopleiding heeft.
Door Janny Ruardy
De overstap was voor hem een logische. ‘In het mbo tik je alles een beetje aan, ik kreeg meer behoefte aan verdieping. De start van de Ad Sales & Accountmanagement kwam op het goede moment, precies wat me aantrok.’
Bruining startte met een collega en twee mbo-docenten. Ook was het mbo, dat op het Eemplein huist, betrokken bij het ontstaan van het beroepsprofiel en het curriculum.
De start van de opleiding kwam echter op een ongelukkig moment vanwege de lockdown een half jaar later. Bruining: ‘Het curriculum dat we hadden ontwikkeld kon al meteen in de prullebak. In deze opleiding zijn doe-vaardigheden belangrijk. In het eerste blok krijgen studenten het vak: acquireren. Daarbij leer je hoe je mondeling verkoopgesprekken kunt voeren. Die waren fysiek onmogelijk. Om dat telefonisch aan te leren, is heel lastig. We moesten het programma herzien en flexibel zijn. We wisten ook niet wat het Ad-niveau precies inhield, vooral in het tweede jaar niet. Het was dus -mede door corona - pionieren en praktisch zijn’, aldus Bruining. ‘We hebben dit samen met de studenten gedaan. En we evalueren nog steeds met studenten. Na elke les bespreken we wat beter kan/wat goed werkt, wat niet werkt.’
Het valt Hugo Bruining op dat ze heel gemotiveerde studenten binnenkrijgen. Studenten met doorzettingsvermogen. 75 Procent komt binnen vanuit het mbo. Deze groep heeft net als Bruining bij zijn overstap, meer behoefte aan verdieping. Zo’n 25 procent is praktisch havist. Maar er komen ook studenten die zijn vastgelopen in de bachelor en bij de Ad meer op hun plek zitten. ‘Die keuze blijkt goed te zijn voor hun zelfvertrouwen, want ze hebben vaak een deukje opgelopen.’
Schools
Al sprekende met Hugo Bruining valt ook direct een verschil op met de bachelor. Het is schools op het Eemplein bij Sales. En dat organiseren ze bewust zo. ‘We hechten aan een goede relatie met studenten. Kleinschaligheid en gezien worden vinden we hier belangrijk. Inzetten op persoonlijke relaties. We bellen wanneer iemand zonder berichtgeving afwezig is. Daarmee willen we voorkomen dat iemand verzuipt. We werken met leerteams en die worden vaak vriendenteams. We kweken commitment. Dat betekent dat je je afmeldt als niet kunt komen. Een mbo-achtige aanpak.’
Programmatisch toetsen
De Ad Sales in Amersfoort is uniek vanwege het mondeling (programmatisch) toetsen. Er wordt volop ingezet op vaardigheden en minder op rapportage. ‘Een praktijkschool, maar dan op hbo-niveau’, zegt Bruining. Voor vele studenten inspirerend onderwijs, omdat het gewoon doen is. De focus op de relatie met de student is belangrijk. Een goede relatie leren aangaan is namelijk ook belangrijk, wanneer ze met klanten gaan werken. We behandelen studenten als volwaardige partners.
Een keerzijde van het mondeling toetsen is dat er geen taalniveau aan de Ad is gekoppeld. Ook in het mbo is het taalonderwijs volledig afgeschaft. En dat krijgen ze ook als kritiek vanuit het werkveld. Bruining: ‘Werkgevers zijn enthousiast over de vaardigheden van studenten, maar hebben kritiek op het slechte schrijfniveau. Ze geven aan dat studenten vaak niet eens een fatsoenlijke mail kunnen schrijven. Dat is wel een aandachspunt.’
Stage
Het eerste half jaar van de opleiding krijgen studenten volledig les. Daarna gaan ze op stage en hebben een dag per week les. De eerste stage duurt een half jaar, de tweede veertig weken. Veel werkgevers zijn, zoals ook andere geinterviewden in dit nummer aangeven, relatief onbekend met de Ad’s. ‘Maar niet bij software-bedrijven’, zegt Hugo Bruining. Wanneer iemand een oproep voor een stage-plek op LinkedIn zet, wordt er uit vanuit deze hoek volop gereageerd. Studenten die ergens stage lopen blijven vaak hangen na hun studie. Zo’n vijftien procent van de afgestudeerde Ad’ers stromen door naar de bachelor. Veelal succesvol. Ook hier vallen ze op qua mentaliteit.
Mbo-Ad-bachelor
De eerste twee jaar van de opleiding gaven de twee mbo-docenten die bij de start betrokken waren ook les bij de Ad, maar dat is nu niet meer het geval. ‘Het blijkt moeilijk te zijn qua formatie’, zegt Bruining. Ook is er bij Sales geen sprake van een doorlopende leerlijn vanuit het mbo, omdat dit praktisch niet uitvoerbaar zou zijn. Onderwijskundigen benadrukken evenwel dat samenwerking tussen mbo en Ad nu juist belangrijk is om een succesvolle doorstroom te realiseren.
Wellicht moet de Ad z’n plek nog vinden in het hoger onderwijsbestel. Dat is niet zo gek, als je nog in de kleuterleeftijd zit. De onderwijsvorm is relatief onbekend en niet bij iedereen populair. Zo merkt Bruining op dat de hbo-bachelor de Ad een vreemde eend in de bijt vindt en enige concurrentie voelt. Steeds meer studenten kiezen voor de tussenvariant en de Ad’s zien de aantallen stijgen.
De Ad Sales & Accountmanagement aan het Eemplein doet het goed. In de jaarlijkse Keuzegids kregen ze het predikaat topopleiding, vanwege de kleinschaligheid en persoonlijke aandacht waarmee ze het onderwijs organiseren. Studenten waarderen dit met een hoge score. De Ad Sales neemt studenten bewust mee in de verdere ontwikkeling/verbetering van de opleiding. De evaluatie na elke les is hier een voorbeeld van.
Hugo Bruiing startte vijf jaar geleden met een collega en twee mbo-docenten. Nu werken er elf docenten bij deze opleiding. Een vraag die rijst is hoe je in een sterk groeiende markt je kleinschaligheid kunt behouden? ‘Door te werken in leerteams kunnen we de kleinschaligheid waarmaken’, aldus Bruining. ‘We hebben de ambitie om binnen nu en drie jaar elk jaar 300 nieuwe -vooral deeltijd- studenten binnen te halen, zonder ons uitgangspunt kleinschalig en betrokken op te geven.
. . .
de docent
Toen zijn werk in de sales met mooie leaseauto’s en reisjes naar het buitenland hem geen voldoening meer gaf, stapte Hugo Bruining over naar het onderwijs. Eerst als docent in het mbo, vanaf 2019 is hij docent bij de Ad Sales & Accountmanagement in Amersfoort. Een opleiding die op dat moment van start ging en nu het predikaat topopleiding heeft.
Door Janny Ruardy
De overstap was voor hem een logische. ‘In het mbo tik je alles een beetje aan, ik kreeg meer behoefte aan verdieping. De start van de Ad Sales & Accountmanagement kwam op het goede moment, precies wat me aantrok.’
Bruining startte met een collega en twee mbo-docenten. Ook was het mbo, dat op het Eemplein huist, betrokken bij het ontstaan van het beroepsprofiel en het curriculum.
De start van de opleiding kwam echter op een ongelukkig moment vanwege de lockdown een half jaar later. Bruining: ‘Het curriculum dat we hadden ontwikkeld kon al meteen in de prullebak. In deze opleiding zijn doe-vaardigheden belangrijk. In het eerste blok krijgen studenten het vak: acquireren. Daarbij leer je hoe je mondeling verkoopgesprekken kunt voeren. Die waren fysiek onmogelijk. Om dat telefonisch aan te leren, is heel lastig. We moesten het programma herzien en flexibel zijn. We wisten ook niet wat het Ad-niveau precies inhield, vooral in het tweede jaar niet. Het was dus -mede door corona - pionieren en praktisch zijn’, aldus Bruining. ‘We hebben dit samen met de studenten gedaan. En we evalueren nog steeds met studenten. Na elke les bespreken we wat beter kan/wat goed werkt, wat niet werkt.’
Het valt Hugo Bruining op dat ze heel gemotiveerde studenten binnenkrijgen. Studenten met doorzettingsvermogen. 75 Procent komt binnen vanuit het mbo. Deze groep heeft net als Bruining bij zijn overstap, meer behoefte aan verdieping. Zo’n 25 procent is praktisch havist. Maar er komen ook studenten die zijn vastgelopen in de bachelor en bij de Ad meer op hun plek zitten. ‘Die keuze blijkt goed te zijn voor hun zelfvertrouwen, want ze hebben vaak een deukje opgelopen.’
Schools
Al sprekende met Hugo Bruining valt ook direct een verschil op met de bachelor. Het is schools op het Eemplein bij Sales. En dat organiseren ze bewust zo. ‘We hechten aan een goede relatie met studenten. Kleinschaligheid en gezien worden vinden we hier belangrijk. Inzetten op persoonlijke relaties. We bellen wanneer iemand zonder berichtgeving afwezig is. Daarmee willen we voorkomen dat iemand verzuipt. We werken met leerteams en die worden vaak vriendenteams. We kweken commitment. Dat betekent dat je je afmeldt als niet kunt komen. Een mbo-achtige aanpak.’
Programmatisch toetsen
De Ad Sales in Amersfoort is uniek vanwege het mondeling (programmatisch) toetsen. Er wordt volop ingezet op vaardigheden en minder op rapportage. ‘Een praktijkschool, maar dan op hbo-niveau’, zegt Bruining. Voor vele studenten inspirerend onderwijs, omdat het gewoon doen is. De focus op de relatie met de student is belangrijk. Een goede relatie leren aangaan is namelijk ook belangrijk, wanneer ze met klanten gaan werken. We behandelen studenten als volwaardige partners.
Een keerzijde van het mondeling toetsen is dat er geen taalniveau aan de Ad is gekoppeld. Ook in het mbo is het taalonderwijs volledig afgeschaft. En dat krijgen ze ook als kritiek vanuit het werkveld. Bruining: ‘Werkgevers zijn enthousiast over de vaardigheden van studenten, maar hebben kritiek op het slechte schrijfniveau. Ze geven aan dat studenten vaak niet eens een fatsoenlijke mail kunnen schrijven. Dat is wel een aandachspunt.’
Stage
Het eerste half jaar van de opleiding krijgen studenten volledig les. Daarna gaan ze op stage en hebben een dag per week les. De eerste stage duurt een half jaar, de tweede veertig weken. Veel werkgevers zijn, zoals ook andere geinterviewden in dit nummer aangeven, relatief onbekend met de Ad’s. ‘Maar niet bij software-bedrijven’, zegt Hugo Bruining. Wanneer iemand een oproep voor een stage-plek op LinkedIn zet, wordt er uit vanuit deze hoek volop gereageerd. Studenten die ergens stage lopen blijven vaak hangen na hun studie. Zo’n vijftien procent van de afgestudeerde Ad’ers stromen door naar de bachelor. Veelal succesvol. Ook hier vallen ze op qua mentaliteit.
Mbo-Ad-bachelor
De eerste twee jaar van de opleiding gaven de twee mbo-docenten die bij de start betrokken waren ook les bij de Ad, maar dat is nu niet meer het geval. ‘Het blijkt moeilijk te zijn qua formatie’, zegt Bruining. Ook is er bij Sales geen sprake van een doorlopende leerlijn vanuit het mbo, omdat dit praktisch niet uitvoerbaar zou zijn. Onderwijskundigen benadrukken evenwel dat samenwerking tussen mbo en Ad nu juist belangrijk is om een succesvolle doorstroom te realiseren.
Wellicht moet de Ad z’n plek nog vinden in het hoger onderwijsbestel. Dat is niet zo gek, als je nog in de kleuterleeftijd zit. De onderwijsvorm is relatief onbekend en niet bij iedereen populair. Zo merkt Bruining op dat de hbo-bachelor de Ad een vreemde eend in de bijt vindt en enige concurrentie voelt. Steeds meer studenten kiezen voor de tussenvariant en de Ad’s zien de aantallen stijgen.
De Ad Sales & Accountmanagement aan het Eemplein doet het goed. In de jaarlijkse Keuzegids kregen ze het predikaat topopleiding, vanwege de kleinschaligheid en persoonlijke aandacht waarmee ze het onderwijs organiseren. Studenten waarderen dit met een hoge score. De Ad Sales neemt studenten bewust mee in de verdere ontwikkeling/verbetering van de opleiding. De evaluatie na elke les is hier een voorbeeld van.
Hugo Bruiing startte vijf jaar geleden met een collega en twee mbo-docenten. Nu werken er elf docenten bij deze opleiding. Een vraag die rijst is hoe je in een sterk groeiende markt je kleinschaligheid kunt behouden? ‘Door te werken in leerteams kunnen we de kleinschaligheid waarmaken’, aldus Bruining. ‘We hebben de ambitie om binnen nu en drie jaar elk jaar 300 nieuwe -vooral deeltijd- studenten binnen te halen, zonder ons uitgangspunt kleinschalig en betrokken op te geven.
. . .
Studenten met doorzettings-
vermogen
Kiki Baumann stond samen met twee andere collega’s aan de wieg van de Ad Online Content Creator. Een mooi woord voor het creëren van online media-uitingen voor bedrijven en organisaties. De opleiding ging in 2022 van start. Deze zomer studeert de eerste lichting van zeventig studenten af. Zij kunnen de ambassadeurs worden die de onbekendheid van het Ad onderwijs bij veel werkgevers wegnemen.
Door Janny Ruardy
Nadat Baumann voor de start van de opleiding ‘verhaal ging halen’ bij zo’n twintig bedrijven en in het mbo, ontwikkelde ze met twee andere collega’s het curriculum van de Ad Online Contentcreator. Het verhaal was, dat bedrijven behoefte hadden aan ‘tactische doeners’. Niet ‘u vraagt en wij draaien’, maar mensen die ook kritisch kunnen kijken en meedenken wat het verhaal van een bedrijf is en welke online uiting daarbij hoort. Niet zomaar een videootje maken omdat iedereen dat doet, maar de waarom vraag kunnen stellen.
‘Wij leiden studenten op tot mensen met meer tactische vaardigheden dan strategische. Dat laatste past meer bij een hbo-bachelor’, aldus Baumann. Om eraan toe te voegen, dat de bachelor Communicatie een breed spectrum aan vakken aanbiedt en theoretischer is, terwijl de Ad zich puur richt op online content. ‘Maar er is wel een doorstroomprofiel met Communicatie, Communicatie en Mediadesign en Commerciële Economie voor studenten die hierna een bachelor willen halen.’
Baumann geeft in het tweede jaar les. Geen vakken, daar doen ze niet aan. Ze werken projectmatig met de zogeheten contentcirkel (zie illustratie hieronder). Daarin komt de verbinding met de praktijk tot stand en het is de basis van hun curriculum. Studenten werken in het eerste jaar onder begeleiding van het docententeam aan cases die door de praktijk zijn aangedragen, zoals het bedenken van campagnes voor goededoelenorganisaties. In het tweede jaar verandert de rol van de docent in coach en hebben de studenten direct contact met de opdrachtgever. In projectteams gaan de studenten meer de diepte in en werken ze zelfstandig aan complexere opdrachten. Ook lopen ze afstudeerstage op allerlei ‘toffe plekken’, aldus Baumann: Bijenkorf, Volvo, NAC Breda, bij modemerken, cultuursector, influencerbureaus…. ‘Ze zitten echt van mkb tot aan de grotere bedrijven.’
Ze startten in 2022 met zo’n tachtig studenten. Veel meer dan aanvankelijk gedacht en moesten al direct meer docenten aannemen. Momenteel studeren zo’n 120 eerstejaars en zeventig tweedejaars aan de opleiding. Er is geen maximum, iedereen die zich aanmeldt mag starten De meeste studenten komen vanuit het mbo en zijn wat ouder, gemiddeld tussen de 22 en 23 jaar. ‘Maar we hebben ook havisten en iemand van veertig, een zij-instromer. Voor diegene is het aantrekkelijk om in twee jaar een ander vak te leren. De leerteams zijn daardoor divers. De opleiding wordt nu nog alleen voltijd aangeboden, maar ze werken hard aan de mogelijkheid om ook februari-instroom mogelijk te maken. ‘We moeten niet te snel groeien. Eerst de basis versterken en dan een deeltijdvariant ontwikkelen, want daar is ook behoefte aan.’
Toetsen
‘Wij toetsen met projecten. In het eerste jaar doen studenten verschillende opdrachten voor opdrachtgevers. We hebben geen kennistoetsen, geen multiple choice toetsen, geen tentamens. Wel reiken we studenten stof aan die ze kunnen toepassen in hun project. In het tweede jaar komt daar een assessment bij.’
Vraag die rijst hoe het in een talige opleiding als deze met lees- en schrijfniveau van hun studenten is gesteld? ‘Een actuele vraag’, zegt Baumann. ‘We zijn met een taaldocent bezig om een taallijn op te zetten. Onze studenten moeten leren om hetgeen ze in hun hoofd hebben aan kennis, ook goed in woorden te vatten en op papier te krijgen. Daar zit vaak de moeilijkheid. Je kunt zo 10.000 woorden schrijven, maar het gaat om kort de kern te pakken. En kritisch denken. De slag kunnen maken in je hoofd. Die vaardigheid ontbreekt merken we. Dat vinden studenten moeilijk. Want ze willen het liefst alle vrijheid hebben. En dan schrijven ze hele pagina's vol. Met allerlei lange zinnen waar niets van klopt. Daar willen wij aan werken en valt een wereld te winnen.’
Succesfactor
Net als bij de opleiding van haar collega Hugo Bruining (zie pag. 8) hechten ze aan korte lijnen met studenten. Het kleinschalig aanbieden van onderwijs en persoonlijk contact lijkt een van de succesfactoren te zijn van de Ad’s. Oog hebben voor studenten. Baumann: ‘We organiseren aan het eind van het schooljaar een mooie eindshow, waarvoor we ook de ouders en relaties uit het werkveld uitnodigen. Relaties aangaan en communiceren. Allemaal onderdeel van een professionele houding aanleren.’
Klaar en dan?
De eerst lichting studeert bijna af. Deze studenten lopen nu nog stage bij bedrijven. Zij vervullen straks een ambassadeursfunctie voor het Ad onderwijs, dat bij veel werkgevers nog onbekend is. Dat merkte Baumann ook tijdens de gesprekken die ze voerde voordat de opleiding startte. Ze had heel wat uit te leggen.
Het staat of valt ook met de tevredenheid van werkgevers voor dit type werknemer. En die blijkt over het algemeen positief, is de ervaring. Door de hands on mentaliteit, het mee kunnen denken, hard werken en meteen in de doe-stand staan, zijn Ad’ers bij bedrijven die bekend zijn met de opleiding gewild.
Waar de studenten van deze eerste lichting Ad Online Contentcreator terecht gaan komen is nog een vraag. Die gaan na de zomer de arbeidsmarkt op. Daar maken ze zich bij de opleiding Online Contentcreator geen zorgen over. ‘Er is voldoende vraag naar onze mensen’.
. . .
Niet te snel groeien, eerst de basis op orde hebben
De docent
de docent
Kiki Baumann stond samen met twee andere collega’s aan de wieg van de Ad Online Content Creator. Een mooi woord voor het creëren van online media-uitingen voor bedrijven en organisaties. De opleiding ging in 2022 van start. Deze zomer studeert de eerste lichting van zeventig studenten af. Zij kunnen de ambassadeurs worden die de onbekendheid van het Ad onderwijs bij veel werkgevers wegnemen.
Door Janny Ruardy
Nadat Baumann voor de start van de opleiding ‘verhaal ging halen’ bij zo’n twintig bedrijven en in het mbo, ontwikkelde ze met twee andere collega’s het curriculum van de Ad Online Contentcreator. Het verhaal was, dat bedrijven behoefte hadden aan ‘tactische doeners’. Niet ‘u vraagt en wij draaien’, maar mensen die ook kritisch kunnen kijken en meedenken wat het verhaal van een bedrijf is en welke online uiting daarbij hoort. Niet zomaar een videootje maken omdat iedereen dat doet, maar de waarom vraag kunnen stellen.
‘Wij leiden studenten op tot mensen met meer tactische vaardigheden dan strategische. Dat laatste past meer bij een hbo-bachelor’, aldus Baumann. Om eraan toe te voegen, dat de bachelor Communicatie een breed spectrum aan vakken aanbiedt en theoretischer is, terwijl de Ad zich puur richt op online content. ‘Maar er is wel een doorstroomprofiel met Communicatie, Communicatie en Mediadesign en Commerciële Economie voor studenten die hierna een bachelor willen halen.’
Baumann geeft in het tweede jaar les. Geen vakken, daar doen ze niet aan. Ze werken projectmatig met de zogeheten contentcirkel (zie illustratie hieronder). Daarin komt de verbinding met de praktijk tot stand en het is de basis van hun curriculum. Studenten werken in het eerste jaar onder begeleiding van het docententeam aan cases die door de praktijk zijn aangedragen, zoals het bedenken van campagnes voor goededoelenorganisaties. In het tweede jaar verandert de rol van de docent in coach en hebben de studenten direct contact met de opdrachtgever. In projectteams gaan de studenten meer de diepte in en werken ze zelfstandig aan complexere opdrachten. Ook lopen ze afstudeerstage op allerlei ‘toffe plekken’, aldus Baumann: Bijenkorf, Volvo, NAC Breda, bij modemerken, cultuursector, influencerbureaus…. ‘Ze zitten echt van mkb tot aan de grotere bedrijven.’
Ze startten in 2022 met zo’n tachtig studenten. Veel meer dan aanvankelijk gedacht en moesten al direct meer docenten aannemen. Momenteel studeren zo’n 120 eerstejaars en zeventig tweedejaars aan de opleiding. Er is geen maximum, iedereen die zich aanmeldt mag starten De meeste studenten komen vanuit het mbo en zijn wat ouder, gemiddeld tussen de 22 en 23 jaar. ‘Maar we hebben ook havisten en iemand van veertig, een zij-instromer. Voor diegene is het aantrekkelijk om in twee jaar een ander vak te leren. De leerteams zijn daardoor divers. De opleiding wordt nu nog alleen voltijd aangeboden, maar ze werken hard aan de mogelijkheid om ook februari-instroom mogelijk te maken. ‘We moeten niet te snel groeien. Eerst de basis versterken en dan een deeltijdvariant ontwikkelen, want daar is ook behoefte aan.’
Toetsen
‘Wij toetsen met projecten. In het eerste jaar doen studenten verschillende opdrachten voor opdrachtgevers. We hebben geen kennistoetsen, geen multiple choice toetsen, geen tentamens. Wel reiken we studenten stof aan die ze kunnen toepassen in hun project. In het tweede jaar komt daar een assessment bij.’
Vraag die rijst hoe het in een talige opleiding als deze met lees- en schrijfniveau van hun studenten is gesteld? ‘Een actuele vraag’, zegt Baumann. ‘We zijn met een taaldocent bezig om een taallijn op te zetten. Onze studenten moeten leren om hetgeen ze in hun hoofd hebben aan kennis, ook goed in woorden te vatten en op papier te krijgen. Daar zit vaak de moeilijkheid. Je kunt zo 10.000 woorden schrijven, maar het gaat om kort de kern te pakken. En kritisch denken. De slag kunnen maken in je hoofd. Die vaardigheid ontbreekt merken we. Dat vinden studenten moeilijk. Want ze willen het liefst alle vrijheid hebben. En dan schrijven ze hele pagina's vol. Met allerlei lange zinnen waar niets van klopt. Daar willen wij aan werken en valt een wereld te winnen.’
Succesfactor
Net als bij de opleiding van haar collega Hugo Bruining (zie pag. 8) hechten ze aan korte lijnen met studenten. Het kleinschalig aanbieden van onderwijs en persoonlijk contact lijkt een van de succesfactoren te zijn van de Ad’s. Oog hebben voor studenten. Baumann: ‘We organiseren aan het eind van het schooljaar een mooie eindshow, waarvoor we ook de ouders en relaties uit het werkveld uitnodigen. Relaties aangaan en communiceren. Allemaal onderdeel van een professionele houding aanleren.’
Klaar en dan?
De eerst lichting studeert bijna af. Deze studenten lopen nu nog stage bij bedrijven. Zij vervullen straks een ambassadeursfunctie voor het Ad onderwijs, dat bij veel werkgevers nog onbekend is. Dat merkte Baumann ook tijdens de gesprekken die ze voerde voordat de opleiding startte. Ze had heel wat uit te leggen.
Het staat of valt ook met de tevredenheid van werkgevers voor dit type werknemer. En die blijkt over het algemeen positief, is de ervaring. Door de hands on mentaliteit, het mee kunnen denken, hard werken en meteen in de doe-stand staan, zijn Ad’ers bij bedrijven die bekend zijn met de opleiding gewild.
Waar de studenten van deze eerste lichting Ad Online Contentcreator terecht gaan komen is nog een vraag. Die gaan na de zomer de arbeidsmarkt op. Daar maken ze zich bij de opleiding Online Contentcreator geen zorgen over. ‘Er is voldoende vraag naar onze mensen’.
. . .
Niet te snel groeien, eerst de basis op orde hebben
Kiki Baumann stond samen met twee andere collega’s aan de wieg van de Ad Online Content Creator. Een mooi woord voor het creëren van online media-uitingen voor bedrijven en organisaties. De opleiding ging in 2022 van start. Deze zomer studeert de eerste lichting van zeventig studenten af. Zij kunnen de ambassadeurs worden die de onbekendheid van het Ad onderwijs bij veel werkgevers wegnemen.
Door Janny Ruardy
Nadat Baumann voor de start van de opleiding ‘verhaal ging halen’ bij zo’n twintig bedrijven en in het mbo, ontwikkelde ze met twee andere collega’s het curriculum van de Ad Online Contentcreator. Het verhaal was, dat bedrijven behoefte hadden aan ‘tactische doeners’. Niet ‘u vraagt en wij draaien’, maar mensen die ook kritisch kunnen kijken en meedenken wat het verhaal van een bedrijf is en welke online uiting daarbij hoort. Niet zomaar een videootje maken omdat iedereen dat doet, maar de waarom vraag kunnen stellen.
‘Wij leiden studenten op tot mensen met meer tactische vaardigheden dan strategische. Dat laatste past meer bij een hbo-bachelor’, aldus Baumann. Om eraan toe te voegen, dat de bachelor Communicatie een breed spectrum aan vakken aanbiedt en theoretischer is, terwijl de Ad zich puur richt op online content. ‘Maar er is wel een doorstroomprofiel met Communicatie, Communicatie en Mediadesign en Commerciële Economie voor studenten die hierna een bachelor willen halen.’
Baumann geeft in het tweede jaar les. Geen vakken, daar doen ze niet aan. Ze werken projectmatig met de zogeheten contentcirkel (zie illustratie hieronder). Daarin komt de verbinding met de praktijk tot stand en het is de basis van hun curriculum. Studenten werken in het eerste jaar onder begeleiding van het docententeam aan cases die door de praktijk zijn aangedragen, zoals het bedenken van campagnes voor goededoelenorganisaties. In het tweede jaar verandert de rol van de docent in coach en hebben de studenten direct contact met de opdrachtgever. In projectteams gaan de studenten meer de diepte in en werken ze zelfstandig aan complexere opdrachten. Ook lopen ze afstudeerstage op allerlei ‘toffe plekken’, aldus Baumann: Bijenkorf, Volvo, NAC Breda, bij modemerken, cultuursector, influencerbureaus…. ‘Ze zitten echt van mkb tot aan de grotere bedrijven.’
Ze startten in 2022 met zo’n tachtig studenten. Veel meer dan aanvankelijk gedacht en moesten al direct meer docenten aannemen. Momenteel studeren zo’n 120 eerstejaars en zeventig tweedejaars aan de opleiding. Er is geen maximum, iedereen die zich aanmeldt mag starten De meeste studenten komen vanuit het mbo en zijn wat ouder, gemiddeld tussen de 22 en 23 jaar. ‘Maar we hebben ook havisten en iemand van veertig, een zij-instromer. Voor diegene is het aantrekkelijk om in twee jaar een ander vak te leren. De leerteams zijn daardoor divers. De opleiding wordt nu nog alleen voltijd aangeboden, maar ze werken hard aan de mogelijkheid om ook februari-instroom mogelijk te maken. ‘We moeten niet te snel groeien. Eerst de basis versterken en dan een deeltijdvariant ontwikkelen, want daar is ook behoefte aan.’
Toetsen
‘Wij toetsen met projecten. In het eerste jaar doen studenten verschillende opdrachten voor opdrachtgevers. We hebben geen kennistoetsen, geen multiple choice toetsen, geen tentamens. Wel reiken we studenten stof aan die ze kunnen toepassen in hun project. In het tweede jaar komt daar een assessment bij.’
Vraag die rijst hoe het in een talige opleiding als deze met lees- en schrijfniveau van hun studenten is gesteld? ‘Een actuele vraag’, zegt Baumann. ‘We zijn met een taaldocent bezig om een taallijn op te zetten. Onze studenten moeten leren om hetgeen ze in hun hoofd hebben aan kennis, ook goed in woorden te vatten en op papier te krijgen. Daar zit vaak de moeilijkheid. Je kunt zo 10.000 woorden schrijven, maar het gaat om kort de kern te pakken. En kritisch denken. De slag kunnen maken in je hoofd. Die vaardigheid ontbreekt merken we. Dat vinden studenten moeilijk. Want ze willen het liefst alle vrijheid hebben. En dan schrijven ze hele pagina's vol. Met allerlei lange zinnen waar niets van klopt. Daar willen wij aan werken en valt een wereld te winnen.’
Succesfactor
Net als bij de opleiding van haar collega Hugo Bruining (zie pag. 8) hechten ze aan korte lijnen met studenten. Het kleinschalig aanbieden van onderwijs en persoonlijk contact lijkt een van de succesfactoren te zijn van de Ad’s. Oog hebben voor studenten. Baumann: ‘We organiseren aan het eind van het schooljaar een mooie eindshow, waarvoor we ook de ouders en relaties uit het werkveld uitnodigen. Relaties aangaan en communiceren. Allemaal onderdeel van een professionele houding aanleren.’
Klaar en dan?
De eerst lichting studeert bijna af. Deze studenten lopen nu nog stage bij bedrijven. Zij vervullen straks een ambassadeursfunctie voor het Ad onderwijs, dat bij veel werkgevers nog onbekend is. Dat merkte Baumann ook tijdens de gesprekken die ze voerde voordat de opleiding startte. Ze had heel wat uit te leggen.
Het staat of valt ook met de tevredenheid van werkgevers voor dit type werknemer. En die blijkt over het algemeen positief, is de ervaring. Door de hands on mentaliteit, het mee kunnen denken, hard werken en meteen in de doe-stand staan, zijn Ad’ers bij bedrijven die bekend zijn met de opleiding gewild.
Waar de studenten van deze eerste lichting Ad Online Contentcreator terecht gaan komen is nog een vraag. Die gaan na de zomer de arbeidsmarkt op. Daar maken ze zich bij de opleiding Online Contentcreator geen zorgen over. ‘Er is voldoende vraag naar onze mensen’.
. . .
Niet te snel groeien, eerst de basis op orde hebben
de docent
de student
Simone Plomp (22):
Opleiding Sales &
Accountmanagement
Simone is bijna klaar met de opleiding. Eind juni heeft ze haar laatste assessment. Solliciteren hoeft ze niet, want ze blijft bij haar tweede stageplek werken: EDM, een online data gedreven marketingbedrijf. Ze was de eerste stagiaire afkomstig van een Ad. De vader van een vriendin werkt er en hij vroeg of ze stage wilde lopen. Van een Associate degree hadden ze echter nog nooit gehoord. De eerste stage was bij lingerieketen Marlies Dekker op de Sales Support afdeling.
Toen Simone van het mbo afkwam, studeerde ze eerst een jaar commerciële economie. De overgang van mbo naar een hbo-bachelor was te groot. Ze hoefde niet veel moeite te doen voor goede resultaten op het mbo en nu moest ze ineens blokken voor tentamens. Dat was niets voor Simone. Haar leerteambegeleider raadde haar de Ad aan. En dat bleek een schot in de roos. De opleiding sluit goed aan op mbo4.
Wat haar vooral aanspreekt is dat docenten uit het bedrijfsleven komen, weten waar ze het over hebben en het onderwijs kleinschalig is. Ze heeft veel mensenkennis opgedaan. Niet onbelangrijk wanneer je met klanten tot een deal wilt komen.
Bij EDM mag ze, wanneer ze haar diploma heeft, meer gaan doen. Afgesproken is dat ze een concreet plan gaat maken om tot een volwaardige accountmanager uit te groeien.
. . .
Simone Plomp (22):
Opleiding Sales &
Accountmanagement
Simone is bijna klaar met de opleiding. Eind juni heeft ze haar laatste assessment. Solliciteren hoeft ze niet, want ze blijft bij haar tweede stageplek werken: EDM, een online data gedreven marketingbedrijf. Ze was de eerste stagiaire afkomstig van een Ad. De vader van een vriendin werkt er en hij vroeg of ze stage wilde lopen. Van een Associate degree hadden ze echter nog nooit gehoord. De eerste stage was bij lingerieketen Marlies Dekker op de Sales Support afdeling.
Toen Simone van het mbo afkwam, studeerde ze eerst een jaar commerciële economie. De overgang van mbo naar een hbo-bachelor was te groot. Ze hoefde niet veel moeite te doen voor goede resultaten op het mbo en nu moest ze ineens blokken voor tentamens. Dat was niets voor Simone. Haar leerteambegeleider raadde haar de Ad aan. En dat bleek een schot in de roos. De opleiding sluit goed aan op mbo4.
Wat haar vooral aanspreekt is dat docenten uit het bedrijfsleven komen, weten waar ze het over hebben en het onderwijs kleinschalig is. Ze heeft veel mensenkennis opgedaan. Niet onbelangrijk wanneer je met klanten tot een deal wilt komen.
Bij EDM mag ze, wanneer ze haar diploma heeft, meer gaan doen. Afgesproken is dat ze een concreet plan gaat maken om tot een volwaardige accountmanager uit te groeien.
. . .
de student
Simone Plomp (22):
Opleiding Sales &
Accountmanagement
de student
Simone is bijna klaar met de opleiding. Eind juni heeft ze haar laatste assessment. Solliciteren hoeft ze niet, want ze blijft bij haar tweede stageplek werken: EDM, een online data gedreven marketingbedrijf. Ze was de eerste stagiaire afkomstig van een Ad. De vader van een vriendin werkt er en hij vroeg of ze stage wilde lopen. Van een Associate degree hadden ze echter nog nooit gehoord. De eerste stage was bij lingerieketen Marlies Dekker op de Sales Support afdeling.
Toen Simone van het mbo afkwam, studeerde ze eerst een jaar commerciële economie. De overgang van mbo naar een hbo-bachelor was te groot. Ze hoefde niet veel moeite te doen voor goede resultaten op het mbo en nu moest ze ineens blokken voor tentamens. Dat was niets voor Simone. Haar leerteambegeleider raadde haar de Ad aan. En dat bleek een schot in de roos. De opleiding sluit goed aan op mbo4.
Wat haar vooral aanspreekt is dat docenten uit het bedrijfsleven komen, weten waar ze het over hebben en het onderwijs kleinschalig is. Ze heeft veel mensenkennis opgedaan. Niet onbelangrijk wanneer je met klanten tot een deal wilt komen.
Bij EDM mag ze, wanneer ze haar diploma heeft, meer gaan doen. Afgesproken is dat ze een concreet plan gaat maken om tot een volwaardige accountmanager uit te groeien.
. . .
De Alumnus
Jasper van ’t Net (27):
Ad Sales en Accountmanagement
Afgestudeerd: 2022
Werkzaam bij: Roldo Rent,
verhuurbedrijf voor duurzame
verhuismaterialen
De Alumnus
Na zijn mbo startte Jasper met de Lerarenopleiding Duits aan de HU. Duits spreken vond hij leuk, maar een carrière voor de klas sprak hem minder aan. Toen hij in het eerste jaar stageliep op het mbo aan het Eemplein, zag hij in hetzelfde gebouw hbo-opleidingen die maar twee jaar duurden. Dat leek hem ook wel wat en hij koos voor een overstap naar de Ad Sales en Accountmanagement die dat jaar van start ging. Jasper had pech dat hij door corona alleen maar online les kreeg tijdens zijn opleiding. Het voordeel is, dat hij nu net zo gemakkelijk online als fysiek met klanten contact heeft, is zijn ervaring.
Toen de directeur van Roldo Rent een gastcollege gaf, mocht Jasper daarna stagelopen in het bedrijf en hij is er vervolgens gebleven. Jasper onderhoudt vooral de relaties met klanten. En daar zitten ook groten tussen: van Feyenoord tot Andre Rieu en zijn Strauss-orkest.
Wanneer iemand hem naar z’n opleiding vraagt, dan zegt hij dat hij een hbo-diploma heeft. Het is moeilijk voor hem om uit te leggen, wat een Ad nu precies inhoudt.
Tijdens de opleiding leerde Jasper dieper op de zaken ingaan, onderhandelingen voeren, meer de essentie raken en met lastige situaties omgaan. Soms zijn de vrachtwagens niet op de afgesproken tijd op de juiste plek en dan heb je boze klanten. Dat kan voor stress zorgen. Maar de praktijk vormde hem tot wat hij nu doet. En Jasper in ‘t Net heeft ambitie: doorgroeien in het bedrijf en in de toekomst commercieel directeur worden bij Roldo Rent. Van z’n opleiding Duits heeft Jasper ook nog voordeel: in z’n huidige functie zit hij veel in het buitenland, dan komt onder andere Duits kunnen praten goed van pas.
. . .
Jasper van ’t Net (27):
Ad Sales en Accountmanagement
Afgestudeerd: 2022
Werkzaam bij: Roldo Rent,
verhuurbedrijf voor duurzame
verhuismaterialen
De Alumnus
Na zijn mbo startte Jasper met de Lerarenopleiding Duits aan de HU. Duits spreken vond hij leuk, maar een carrière voor de klas sprak hem minder aan. Toen hij in het eerste jaar stageliep op het mbo aan het Eemplein, zag hij in hetzelfde gebouw hbo-opleidingen die maar twee jaar duurden. Dat leek hem ook wel wat en hij koos voor een overstap naar de Ad Sales en Accountmanagement die dat jaar van start ging. Jasper had pech dat hij door corona alleen maar online les kreeg tijdens zijn opleiding. Het voordeel is, dat hij nu net zo gemakkelijk online als fysiek met klanten contact heeft, is zijn ervaring.
Toen de directeur van Roldo Rent een gastcollege gaf, mocht Jasper daarna stagelopen in het bedrijf en hij is er vervolgens gebleven. Jasper onderhoudt vooral de relaties met klanten. En daar zitten ook groten tussen: van Feyenoord tot Andre Rieu en zijn Strauss-orkest.
Wanneer iemand hem naar z’n opleiding vraagt, dan zegt hij dat hij een hbo-diploma heeft. Het is moeilijk voor hem om uit te leggen, wat een Ad nu precies inhoudt.
Tijdens de opleiding leerde Jasper dieper op de zaken ingaan, onderhandelingen voeren, meer de essentie raken en met lastige situaties omgaan. Soms zijn de vrachtwagens niet op de afgesproken tijd op de juiste plek en dan heb je boze klanten. Dat kan voor stress zorgen. Maar de praktijk vormde hem tot wat hij nu doet. En Jasper in ‘t Net heeft ambitie: doorgroeien in het bedrijf en in de toekomst commercieel directeur worden bij Roldo Rent. Van z’n opleiding Duits heeft Jasper ook nog voordeel: in z’n huidige functie zit hij veel in het buitenland, dan komt onder andere Duits kunnen praten goed van pas.
. . .
de alumnus
Jasper van ’t Net (27):
Ad Sales en Accountmanagement
Afgestudeerd: 2022
Werkzaam bij: Roldo Rent,
verhuurbedrijf voor duurzame
verhuismaterialen
de alumnus
Na zijn mbo startte Jasper met de Lerarenopleiding Duits aan de HU. Duits spreken vond hij leuk, maar een carrière voor de klas sprak hem minder aan. Toen hij in het eerste jaar stageliep op het mbo aan het Eemplein, zag hij in hetzelfde gebouw hbo-opleidingen die maar twee jaar duurden. Dat leek hem ook wel wat en hij koos voor een overstap naar de Ad Sales en Accountmanagement die dat jaar van start ging. Jasper had pech dat hij door corona alleen maar online les kreeg tijdens zijn opleiding. Het voordeel is, dat hij nu net zo gemakkelijk online als fysiek met klanten contact heeft, is zijn ervaring.
Toen de directeur van Roldo Rent een gastcollege gaf, mocht Jasper daarna stagelopen in het bedrijf en hij is er vervolgens gebleven. Jasper onderhoudt vooral de relaties met klanten. En daar zitten ook groten tussen: van Feyenoord tot Andre Rieu en zijn Strauss-orkest.
Wanneer iemand hem naar z’n opleiding vraagt, dan zegt hij dat hij een hbo-diploma heeft. Het is moeilijk voor hem om uit te leggen, wat een Ad nu precies inhoudt.
Tijdens de opleiding leerde Jasper dieper op de zaken ingaan, onderhandelingen voeren, meer de essentie raken en met lastige situaties omgaan. Soms zijn de vrachtwagens niet op de afgesproken tijd op de juiste plek en dan heb je boze klanten. Dat kan voor stress zorgen. Maar de praktijk vormde hem tot wat hij nu doet. En Jasper in ‘t Net heeft ambitie: doorgroeien in het bedrijf en in de toekomst commercieel directeur worden bij Roldo Rent. Van z’n opleiding Duits heeft Jasper ook nog voordeel: in z’n huidige functie zit hij veel in het buitenland, dan komt onder andere Duits kunnen praten goed van pas.
. . .
de werkgever
Via een kennis uit het werkveld, hoorde Jenna van het plan voor de ontwikkeling van de Ad Online Content Creator. Met daarbij de vraag of het werkveld behoefte heeft aan een dergelijke opleiding en of ze mee wilde denken over de inrichting van het curriculum.
Behoefte was er zeker vanuit Fair Trade, de organisatie, waar Heysters de marketing & communicatie verzorgt. De organisatie bestaat vooral uit wat oudere mensen die niet zo bekend zijn met social mediakanalen om hun boodschap helder te maken en nog veelal traditionele media hiervoor in willen zetten.
Jenna zag vooral de noodzaak om jonge mensen aan hun organisatie te verbinden, die wel bekend zijn met de kanalen waar jongeren naar toe gaan, content kunnen maken en strategie kunnen ontwikkelen Tegenwoordig moet je deze vaardigheden in huis hebben in je organisatie, is haar ervaring. Vroeger huurde je daar een bureau voor in. En die mensen zijn moeilijk te vinden. Een stagiaire van de Ad Online Content Creator hebben ze helaas nog niet kunnen strikken.
Wel heeft Jenna Heysters aan zo’n acht eerstejaarsgroepen binnen de opleiding opdrachten uitgezet om een plan te bedenken hoe ze generatie Z in hun jaarlijkse campagneweek kunnen bereiken. Op TikTok zie je straatinterviews die een groep hield onder hun doelgroep over fairtrade-producten.
Ze is enthousiast over de Ad-studenten, omdat ze veel energie en creativiteit hebben. Ook is ze enthousiast over de opzet van het curriculum. Alles zit erin: van content maken, strategie ontwikkelen tot data-analyse. Ze vindt het goed dat het werkveld meegenomen wordt in de ontwikkeling van de opleiding. Alleen is het jammer dat zo weinig mensen weten van het bestaan van de Ad. Daar mag de opleiding volop op inzetten.
. . .
de werkgever
Jenna Heysters:
Marketing & Communicatiemanager bij Fair Trade
de werkgever
Via een kennis uit het werkveld, hoorde Jenna van het plan voor de ontwikkeling van de Ad Online Content Creator. Met daarbij de vraag of het werkveld behoefte heeft aan een dergelijke opleiding en of ze mee wilde denken over de inrichting van het curriculum.
Behoefte was er zeker vanuit Fair Trade, de organisatie, waar Heysters de marketing & communicatie verzorgt. De organisatie bestaat vooral uit wat oudere mensen die niet zo bekend zijn met social mediakanalen om hun boodschap helder te maken en nog veelal traditionele media hiervoor in willen zetten.
Jenna zag vooral de noodzaak om jonge mensen aan hun organisatie te verbinden, die wel bekend zijn met de kanalen waar jongeren naar toe gaan, content kunnen maken en strategie kunnen ontwikkelen Tegenwoordig moet je deze vaardigheden in huis hebben in je organisatie, is haar ervaring. Vroeger huurde je daar een bureau voor in. En die mensen zijn moeilijk te vinden. Een stagiaire van de Ad Online Content Creator hebben ze helaas nog niet kunnen strikken.
Wel heeft Jenna Heysters aan zo’n acht eerstejaarsgroepen binnen de opleiding opdrachten uitgezet om een plan te bedenken hoe ze generatie Z in hun jaarlijkse campagneweek kunnen bereiken. Op TikTok zie je straatinterviews die een groep hield onder hun doelgroep over fairtrade-producten.
Ze is enthousiast over de Ad-studenten, omdat ze veel energie en creativiteit hebben. Ook is ze enthousiast over de opzet van het curriculum. Alles zit erin: van content maken, strategie ontwikkelen tot data-analyse. Ze vindt het goed dat het werkveld meegenomen wordt in de ontwikkeling van de opleiding. Alleen is het jammer dat zo weinig mensen weten van het bestaan van de Ad. Daar mag de opleiding volop op inzetten.
. . .
de werkgever
Jenna Heysters:
Marketing & Communicatiemanager bij Fair Trade
de werkgever
de werkgever
Via een kennis uit het werkveld, hoorde Jenna van het plan voor de ontwikkeling van de Ad Online Content Creator. Met daarbij de vraag of het werkveld behoefte heeft aan een dergelijke opleiding en of ze mee wilde denken over de inrichting van het curriculum.
Behoefte was er zeker vanuit Fair Trade, de organisatie, waar Heysters de marketing & communicatie verzorgt. De organisatie bestaat vooral uit wat oudere mensen die niet zo bekend zijn met social mediakanalen om hun boodschap helder te maken en nog veelal traditionele media hiervoor in willen zetten.
Jenna zag vooral de noodzaak om jonge mensen aan hun organisatie te verbinden, die wel bekend zijn met de kanalen waar jongeren naar toe gaan, content kunnen maken en strategie kunnen ontwikkelen Tegenwoordig moet je deze vaardigheden in huis hebben in je organisatie, is haar ervaring. Vroeger huurde je daar een bureau voor in. En die mensen zijn moeilijk te vinden. Een stagiaire van de Ad Online Content Creator hebben ze helaas nog niet kunnen strikken.
Wel heeft Jenna Heysters aan zo’n acht eerstejaarsgroepen binnen de opleiding opdrachten uitgezet om een plan te bedenken hoe ze generatie Z in hun jaarlijkse campagneweek kunnen bereiken. Op TikTok zie je straatinterviews die een groep hield onder hun doelgroep over fairtrade-producten.
Ze is enthousiast over de Ad-studenten, omdat ze veel energie en creativiteit hebben. Ook is ze enthousiast over de opzet van het curriculum. Alles zit erin: van content maken, strategie ontwikkelen tot data-analyse. Ze vindt het goed dat het werkveld meegenomen wordt in de ontwikkeling van de opleiding. Alleen is het jammer dat zo weinig mensen weten van het bestaan van de Ad. Daar mag de opleiding volop op inzetten.
. . .
Cijfers (bron: HBO-Monitor 2023)
de deskundige
Ontwerpen voor een nieuwe opleiding en nieuw beroep
Onderwijskundige Anke Kolvoort was onlangs nauw betrokken bij de opzet van een nieuwe Associate degree (Ad) opleiding aan de HU: Didactisch Educatief Professional.
Wat komt daar allemaal bij kijken? En kon ze bij het ontwerp van deze opleiding gebruikmaken van de geleerde lessen uit het onderzoek dat ze eerder deed naar hoe je toekomstbestendig Ad-onderwijs vormgeeft?
Door Olaf Stomp
‘Het was interessant om opnieuw te bekijken wat we destijds hebben opgeschreven. Hoe ontwerp je een opleiding en welk theoretisch kader hanteer je daarvoor? Welke spelregels bedenk je?’
Samen met Ilya Zitter, lector Leeromgevingen in het Beroepsonderwijs, deed freelance onderwijskundige Anke Kolvoort in 2019 onderzoek naar hoe je Associate degree onderwijs duurzaam vormgeeft. ‘In die tijd stonden deze opleidingen nog in de kinderschoenen, dus er was er nog vrij weinig kennis over hoe je een Ad-curriculum ontwikkelt.’
Ondanks de lacune in ontwerpkennis, schetsten Zitter en Kolvoort hoe dat Ad-onderwijs er idealiter uit zou moeten zien. Ze baseerden hun onderwijskundige uitgangspunten op een integraal model voor hoger beroepsonderwijs. En wat ook van belang was voor het vormgeven van een Ad-curriculum, stelden ze: een goede samenwerking tussen mbo-docenten en hbo-docenten.
Lerarenondersteuner
Vijf jaar nadat ze met Zitter onderzoek deed, keerde Kolvoort terug bij de HU. Ditmaal ging ze aan de slag om samen met een docententeam daadwerkelijk een curriculum te ontwikkelen voor een nieuwe Ad-opleiding: Didactisch Educatief Professional. Deze studie leidt op tot lerarenondersteuner voor het basisonderwijs en gaat hoogstwaarschijnlijk volgend studiejaar van start. Naar verwachting zullen tussen de twintig en dertig studenten ermee beginnen. Kolvoort: ‘We hopen natuurlijk dat de opleiding daarna gaat groeien.’
Heb je de spelregels uit jullie onderzoek van vijf jaar geleden nog kunnen toepassen bij het ontwerpen van de Ad-opleiding Didactisch Educatief Professional?
‘Ja, allereerst geldt in principe voor alle Ad-opleidingen die de HU ontwikkelt deze spelregel: iemand die uitstroomt op het niveau van de Associate degree kan idealiter de praktijk met de theorie verbinden. En dat is eigenlijk nieuw. Want wat je in veel beroepspraktijken ziet is dat er niemand is die de verbindende rol vervult tussen degene die het in theorie verzint en degene die het uitvoert. Dus idealiter ontwerp je een opleiding voor een beroepsprofessional die dat kan: die de verbinder zijn tussen theorie en praktijk.’
Kolvoort maakt daarbij wel een kanttekening. ‘In onderwijs-opleidingen en in de onderwijspraktijk is die scheiding tussen theorie en praktijk minder strikt dan in technische opleidingen en beroepen.’
Wat wel een verschil was: ‘bij het ontwikkelen van het curriculum in de praktijk heb je te maken met tijdsdruk’, stelt Kolvoort. ‘Wat we destijds met het onderzoek door het lectoraat hadden bedacht was: analyseer heel bewust en stapsgewijs het ontwerp van je curriculum. Maar daar is de praktijk in vaak geen tijd voor. De opleiding moet binnen een vast tijdsbestek zijn ontwikkeld. En realiseer je ook: docenten doen het ontwikkelen erbij, ze hebben ook hun reguliere lessen die ze geven.’
Tijdsdruk hoeft overigens niet alleen een nadeel te zijn, benadrukt ze. ‘Die tijdsdruk maakt dat je sneller keuzes maakt. Ontwerpen is ook: uitproberen en kijken of het werkt.’
Wat was de aanleiding om deze nieuwe Ad-opleiding te starten?
‘De directe aanleiding is het lerarentekort. En, zo blijkt uit signalen van het werkveld, voor onderwijsassistenten is de stap naar de pabo te groot. Ze hebben vaak niet het zelfvertrouwen om die stap te zetten. En een tweede reden is om het beroep van leraar te verlichten. De werkdruk is momenteel erg hoog. Lerarenondersteuners kunnen een deel van hun taken overnemen.’
De komst van de lerarenondersteuners moet het gat dichten dat momenteel gaapt tussen het werk van de onderwijsassistenten – die een mbo-4 opleiding hebben gevolgd – en de hbo-geschoolde leraren, die de vierjarige pabo hebben gevolgd. Een onderwijsassistent is niet bevoegd om lessen te geven, de lerarenondersteuner is dat wel. Dat wil zeggen voor een aantal vakken. ‘Welke vakken dat zijn, verschilt per Ad-opleiding’, legt Kolvoort uit. Wij hebben bij de ontwikkeling van het curriculum van Hogeschool Utrecht gekozen voor taal, rekenen, mediawijsheid en burgerschap.’
Een ander voordeel voor de afgestudeerden aan de Ad-opleiding kan zijn dat de drempel om de potentiële vervolgstap naar de pabo te nemen minder groot wordt. Taal en rekenen spelen een grote rol in het Ad-curriculum. Als de student die vakken onder de knie heeft, is de overgang naar de pabo minder groot, redeneert Kolvoort. De taal- en rekentoetsen die je moet afleggen tijdens de pabo-opleiding, is nu voor velen nu een struikelblok. ‘Als je de Ad-opleiding hebt afgerond, heb je die toetsen al in je zak.
Verwacht je dat de afgestudeerde Ad-studenten daarna nog de verkorte pabo-opleiding van twee en een half jaar zullen doen?
‘Ja, dat denk ik wel. Momenteel haken veel pabostudenten tijdens de eerste jaren van hun opleiding af omdat ze dan al stage moeten lopen in de bovenbouw (groep 5 t/8, red.). Ze moeten meteen lesgeven. Van de havo naar de pabo is een grote overgang. Met de Ad-opleiding maken ze een tussenstap. De opleiding start met stage in de onderbouw of middenbouw en met het begeleiden van kleine groepen leerlingen in plaats van direct lesgeven aan de hele groep. Daardoor is het later gemakkelijker om voor die bovenbouwgroep te gaan staan.’
Is er in het werkveld behoefte aan een lerarenondersteuner?
‘Voordat je überhaupt voor een Toets Nieuwe Opleidingen (TNO) in aanmerking komt, moet je kunnen aantonen dat er vraag naar is. Uit dat onderzoek is gebleken dat die behoefte er is in de regio Amersfoort/Utrecht. Er zijn schooldirecteuren die er om zitten te springen. Die zeggen: “deze rol van lerarenopleider is van toegevoegde waarde” of “dit is voor onze onderwijsassistenten een mooie kans om les te gaan geven”. Maar er zijn ook mensen in het werkveld die zeggen: “ik zie het verschil niet met het beroep onderwijsassistent”. De waarde van de opleiding moet zich in de praktijk gaan bewijzen.’
In het huidige lerarentekort schuilt het gevaar dat lerarenondersteuners meteen voor de klas gezet worden, zegt Kolvoort. Zelfs bij lessen waarvoor ze geen bevoegdheid hebben. Of tijdens hun studie als lerarenondersteuner al, als ze stage lopen. ‘Als opleider, als stagebegeleider heb je daarmee de opdracht heel duidelijk te formuleren: “dit hoort wél bij de taken van een lerarenondersteuner en dit niet”. Tegelijkertijd: de rol bepalen van de lerarenondersteuner is iets wat in samenwerking met het werkveld moet gebeuren.’
. . .
Ontwerpen voor een nieuwe opleiding en nieuw beroep
Onderwijskundige Anke Kolvoort was onlangs nauw betrokken bij de opzet van een nieuwe Associate degree (Ad) opleiding aan de HU: Didactisch Educatief Professional.
Wat komt daar allemaal bij kijken? En kon ze bij het ontwerp van deze opleiding gebruikmaken van de geleerde lessen uit het onderzoek dat ze eerder deed naar hoe je toekomstbestendig Ad-onderwijs vormgeeft?
Door Olaf Stomp
‘Het was interessant om opnieuw te bekijken wat we destijds hebben opgeschreven. Hoe ontwerp je een opleiding en welk theoretisch kader hanteer je daarvoor? Welke spelregels bedenk je?’
Samen met Ilya Zitter, lector Leeromgevingen in het Beroepsonderwijs, deed freelance onderwijskundige Anke Kolvoort in 2019 onderzoek naar hoe je Associate degree onderwijs duurzaam vormgeeft. ‘In die tijd stonden deze opleidingen nog in de kinderschoenen, dus er was er nog vrij weinig kennis over hoe je een Ad-curriculum ontwikkelt.’
Ondanks de lacune in ontwerpkennis, schetsten Zitter en Kolvoort hoe dat Ad-onderwijs er idealiter uit zou moeten zien. Ze baseerden hun onderwijskundige uitgangspunten op een integraal model voor hoger beroepsonderwijs. En wat ook van belang was voor het vormgeven van een Ad-curriculum, stelden ze: een goede samenwerking tussen mbo-docenten en hbo-docenten.
Lerarenondersteuner
Vijf jaar nadat ze met Zitter onderzoek deed, keerde Kolvoort terug bij de HU. Ditmaal ging ze aan de slag om samen met een docententeam daadwerkelijk een curriculum te ontwikkelen voor een nieuwe Ad-opleiding: Didactisch Educatief Professional. Deze studie leidt op tot lerarenondersteuner voor het basisonderwijs en gaat hoogstwaarschijnlijk volgend studiejaar van start. Naar verwachting zullen tussen de twintig en dertig studenten ermee beginnen. Kolvoort: ‘We hopen natuurlijk dat de opleiding daarna gaat groeien.’
Heb je de spelregels uit jullie onderzoek van vijf jaar geleden nog kunnen toepassen bij het ontwerpen van de Ad-opleiding Didactisch Educatief Professional?
‘Ja, allereerst geldt in principe voor alle Ad-opleidingen die de HU ontwikkelt deze spelregel: iemand die uitstroomt op het niveau van de Associate degree kan idealiter de praktijk met de theorie verbinden. En dat is eigenlijk nieuw. Want wat je in veel beroepspraktijken ziet is dat er niemand is die de verbindende rol vervult tussen degene die het in theorie verzint en degene die het uitvoert. Dus idealiter ontwerp je een opleiding voor een beroepsprofessional die dat kan: die de verbinder zijn tussen theorie en praktijk.’
Kolvoort maakt daarbij wel een kanttekening. ‘In onderwijs-opleidingen en in de onderwijspraktijk is die scheiding tussen theorie en praktijk minder strikt dan in technische opleidingen en beroepen.’
Wat wel een verschil was: ‘bij het ontwikkelen van het curriculum in de praktijk heb je te maken met tijdsdruk’, stelt Kolvoort. ‘Wat we destijds met het onderzoek door het lectoraat hadden bedacht was: analyseer heel bewust en stapsgewijs het ontwerp van je curriculum. Maar daar is de praktijk in vaak geen tijd voor. De opleiding moet binnen een vast tijdsbestek zijn ontwikkeld. En realiseer je ook: docenten doen het ontwikkelen erbij, ze hebben ook hun reguliere lessen die ze geven.’
Tijdsdruk hoeft overigens niet alleen een nadeel te zijn, benadrukt ze. ‘Die tijdsdruk maakt dat je sneller keuzes maakt. Ontwerpen is ook: uitproberen en kijken of het werkt.’
Wat was de aanleiding om deze nieuwe Ad-opleiding te starten?
‘De directe aanleiding is het lerarentekort. En, zo blijkt uit signalen van het werkveld, voor onderwijsassistenten is de stap naar de pabo te groot. Ze hebben vaak niet het zelfvertrouwen om die stap te zetten. En een tweede reden is om het beroep van leraar te verlichten. De werkdruk is momenteel erg hoog. Lerarenondersteuners kunnen een deel van hun taken overnemen.’
De komst van de lerarenondersteuners moet het gat dichten dat momenteel gaapt tussen het werk van de onderwijsassistenten – die een mbo-4 opleiding hebben gevolgd – en de hbo-geschoolde leraren, die de vierjarige pabo hebben gevolgd. Een onderwijsassistent is niet bevoegd om lessen te geven, de lerarenondersteuner is dat wel. Dat wil zeggen voor een aantal vakken. ‘Welke vakken dat zijn, verschilt per Ad-opleiding’, legt Kolvoort uit. Wij hebben bij de ontwikkeling van het curriculum van Hogeschool Utrecht gekozen voor taal, rekenen, mediawijsheid en burgerschap.’
Een ander voordeel voor de afgestudeerden aan de Ad-opleiding kan zijn dat de drempel om de potentiële vervolgstap naar de pabo te nemen minder groot wordt. Taal en rekenen spelen een grote rol in het Ad-curriculum. Als de student die vakken onder de knie heeft, is de overgang naar de pabo minder groot, redeneert Kolvoort. De taal- en rekentoetsen die je moet afleggen tijdens de pabo-opleiding, is nu voor velen nu een struikelblok. ‘Als je de Ad-opleiding hebt afgerond, heb je die toetsen al in je zak.
Verwacht je dat de afgestudeerde Ad-studenten daarna nog de verkorte pabo-opleiding van twee en een half jaar zullen doen?
‘Ja, dat denk ik wel. Momenteel haken veel pabostudenten tijdens de eerste jaren van hun opleiding af omdat ze dan al stage moeten lopen in de bovenbouw (groep 5 t/8, red.). Ze moeten meteen lesgeven. Van de havo naar de pabo is een grote overgang. Met de Ad-opleiding maken ze een tussenstap. De opleiding start met stage in de onderbouw of middenbouw en met het begeleiden van kleine groepen leerlingen in plaats van direct lesgeven aan de hele groep. Daardoor is het later gemakkelijker om voor die bovenbouwgroep te gaan staan.’
Is er in het werkveld behoefte aan een lerarenondersteuner?
‘Voordat je überhaupt voor een Toets Nieuwe Opleidingen (TNO) in aanmerking komt, moet je kunnen aantonen dat er vraag naar is. Uit dat onderzoek is gebleken dat die behoefte er is in de regio Amersfoort/Utrecht. Er zijn schooldirecteuren die er om zitten te springen. Die zeggen: “deze rol van lerarenopleider is van toegevoegde waarde” of “dit is voor onze onderwijsassistenten een mooie kans om les te gaan geven”. Maar er zijn ook mensen in het werkveld die zeggen: “ik zie het verschil niet met het beroep onderwijsassistent”. De waarde van de opleiding moet zich in de praktijk gaan bewijzen.’
In het huidige lerarentekort schuilt het gevaar dat lerarenondersteuners meteen voor de klas gezet worden, zegt Kolvoort. Zelfs bij lessen waarvoor ze geen bevoegdheid hebben. Of tijdens hun studie als lerarenondersteuner al, als ze stage lopen. ‘Als opleider, als stagebegeleider heb je daarmee de opdracht heel duidelijk te formuleren: “dit hoort wél bij de taken van een lerarenondersteuner en dit niet”. Tegelijkertijd: de rol bepalen van de lerarenondersteuner is iets wat in samenwerking met het werkveld moet gebeuren.’
. . .
de deskundige
Onderwijskundige Anke Kolvoort was onlangs nauw betrokken bij de opzet van een nieuwe Associate degree (Ad) opleiding aan de HU: Didactisch Educatief Professional.
Wat komt daar allemaal bij kijken? En kon ze bij het ontwerp van deze opleiding gebruikmaken van de geleerde lessen uit het onderzoek dat ze eerder deed naar hoe je toekomstbestendig Ad-onderwijs vormgeeft?
Door Olaf Stomp
‘Het was interessant om opnieuw te bekijken wat we destijds hebben opgeschreven. Hoe ontwerp je een opleiding en welk theoretisch kader hanteer je daarvoor? Welke spelregels bedenk je?’
Samen met Ilya Zitter, lector Leeromgevingen in het Beroepsonderwijs, deed freelance onderwijskundige Anke Kolvoort in 2019 onderzoek naar hoe je Associate degree onderwijs duurzaam vormgeeft. ‘In die tijd stonden deze opleidingen nog in de kinderschoenen, dus er was er nog vrij weinig kennis over hoe je een Ad-curriculum ontwikkelt.’
Ondanks de lacune in ontwerpkennis, schetsten Zitter en Kolvoort hoe dat Ad-onderwijs er idealiter uit zou moeten zien. Ze baseerden hun onderwijskundige uitgangspunten op een integraal model voor hoger beroepsonderwijs. En wat ook van belang was voor het vormgeven van een Ad-curriculum, stelden ze: een goede samenwerking tussen mbo-docenten en hbo-docenten.
Lerarenondersteuner
Vijf jaar nadat ze met Zitter onderzoek deed, keerde Kolvoort terug bij de HU. Ditmaal ging ze aan de slag om samen met een docententeam daadwerkelijk een curriculum te ontwikkelen voor een nieuwe Ad-opleiding: Didactisch Educatief Professional. Deze studie leidt op tot lerarenondersteuner voor het basisonderwijs en gaat hoogstwaarschijnlijk volgend studiejaar van start. Naar verwachting zullen tussen de twintig en dertig studenten ermee beginnen. Kolvoort: ‘We hopen natuurlijk dat de opleiding daarna gaat groeien.’
Heb je de spelregels uit jullie onderzoek van vijf jaar geleden nog kunnen toepassen bij het ontwerpen van de Ad-opleiding Didactisch Educatief Professional?
‘Ja, allereerst geldt in principe voor alle Ad-opleidingen die de HU ontwikkelt deze spelregel: iemand die uitstroomt op het niveau van de Associate degree kan idealiter de praktijk met de theorie verbinden. En dat is eigenlijk nieuw. Want wat je in veel beroepspraktijken ziet is dat er niemand is die de verbindende rol vervult tussen degene die het in theorie verzint en degene die het uitvoert. Dus idealiter ontwerp je een opleiding voor een beroepsprofessional die dat kan: die de verbinder zijn tussen theorie en praktijk.’
Kolvoort maakt daarbij wel een kanttekening. ‘In onderwijs-opleidingen en in de onderwijspraktijk is die scheiding tussen theorie en praktijk minder strikt dan in technische opleidingen en beroepen.’
Wat wel een verschil was: ‘bij het ontwikkelen van het curriculum in de praktijk heb je te maken met tijdsdruk’, stelt Kolvoort. ‘Wat we destijds met het onderzoek door het lectoraat hadden bedacht was: analyseer heel bewust en stapsgewijs het ontwerp van je curriculum. Maar daar is de praktijk in vaak geen tijd voor. De opleiding moet binnen een vast tijdsbestek zijn ontwikkeld. En realiseer je ook: docenten doen het ontwikkelen erbij, ze hebben ook hun reguliere lessen die ze geven.’
Tijdsdruk hoeft overigens niet alleen een nadeel te zijn, benadrukt ze. ‘Die tijdsdruk maakt dat je sneller keuzes maakt. Ontwerpen is ook: uitproberen en kijken of het werkt.’
Wat was de aanleiding om deze nieuwe Ad-opleiding te starten?
‘De directe aanleiding is het lerarentekort. En, zo blijkt uit signalen van het werkveld, voor onderwijsassistenten is de stap naar de pabo te groot. Ze hebben vaak niet het zelfvertrouwen om die stap te zetten. En een tweede reden is om het beroep van leraar te verlichten. De werkdruk is momenteel erg hoog. Lerarenondersteuners kunnen een deel van hun taken overnemen.’
De komst van de lerarenondersteuners moet het gat dichten dat momenteel gaapt tussen het werk van de onderwijsassistenten – die een mbo-4 opleiding hebben gevolgd – en de hbo-geschoolde leraren, die de vierjarige pabo hebben gevolgd. Een onderwijsassistent is niet bevoegd om lessen te geven, de lerarenondersteuner is dat wel. Dat wil zeggen voor een aantal vakken. ‘Welke vakken dat zijn, verschilt per Ad-opleiding’, legt Kolvoort uit. Wij hebben bij de ontwikkeling van het curriculum van Hogeschool Utrecht gekozen voor taal, rekenen, mediawijsheid en burgerschap.’
Een ander voordeel voor de afgestudeerden aan de Ad-opleiding kan zijn dat de drempel om de potentiële vervolgstap naar de pabo te nemen minder groot wordt. Taal en rekenen spelen een grote rol in het Ad-curriculum. Als de student die vakken onder de knie heeft, is de overgang naar de pabo minder groot, redeneert Kolvoort. De taal- en rekentoetsen die je moet afleggen tijdens de pabo-opleiding, is nu voor velen nu een struikelblok. ‘Als je de Ad-opleiding hebt afgerond, heb je die toetsen al in je zak.
Verwacht je dat de afgestudeerde Ad-studenten daarna nog de verkorte pabo-opleiding van twee en een half jaar zullen doen?
‘Ja, dat denk ik wel. Momenteel haken veel pabostudenten tijdens de eerste jaren van hun opleiding af omdat ze dan al stage moeten lopen in de bovenbouw (groep 5 t/8, red.). Ze moeten meteen lesgeven. Van de havo naar de pabo is een grote overgang. Met de Ad-opleiding maken ze een tussenstap. De opleiding start met stage in de onderbouw of middenbouw en met het begeleiden van kleine groepen leerlingen in plaats van direct lesgeven aan de hele groep. Daardoor is het later gemakkelijker om voor die bovenbouwgroep te gaan staan.’
Is er in het werkveld behoefte aan een lerarenondersteuner?
‘Voordat je überhaupt voor een Toets Nieuwe Opleidingen (TNO) in aanmerking komt, moet je kunnen aantonen dat er vraag naar is. Uit dat onderzoek is gebleken dat die behoefte er is in de regio Amersfoort/Utrecht. Er zijn schooldirecteuren die er om zitten te springen. Die zeggen: “deze rol van lerarenopleider is van toegevoegde waarde” of “dit is voor onze onderwijsassistenten een mooie kans om les te gaan geven”. Maar er zijn ook mensen in het werkveld die zeggen: “ik zie het verschil niet met het beroep onderwijsassistent”. De waarde van de opleiding moet zich in de praktijk gaan bewijzen.’
In het huidige lerarentekort schuilt het gevaar dat lerarenondersteuners meteen voor de klas gezet worden, zegt Kolvoort. Zelfs bij lessen waarvoor ze geen bevoegdheid hebben. Of tijdens hun studie als lerarenondersteuner al, als ze stage lopen. ‘Als opleider, als stagebegeleider heb je daarmee de opdracht heel duidelijk te formuleren: “dit hoort wél bij de taken van een lerarenondersteuner en dit niet”. Tegelijkertijd: de rol bepalen van de lerarenondersteuner is iets wat in samenwerking met het werkveld moet gebeuren.’
. . .
Ontwerpen voor een nieuwe opleiding en nieuw beroep
de deskundige
Chapeau
Colofon
Productie en eindredactie:
Janny Ruardy
Tekst:
Marc Janssen
Janny Ruardy
Olaf Stomp
Fotografie:
Kees Rutten
Coveranimatie:
Kees Rutten en
Nanda Coppens
Vormgeving en realisatie:
Een online magazine over onderwijs, onderzoek, studenten en docenten. Gericht op de toekomst en puttend uit het verleden.
In oktober 2024 komt het volgende nummer uit.
Wie het interessant vindt om mee te denken hierover of ideeën heeft voor artikelen in een van de volgende nummers, mail naar: janny.ruardy@hu.nl
Een online magazine over onderwijs, onderzoek, studenten en docenten. Gericht op de toekomst en puttend uit het verleden.
In oktober 2024 komt het volgende nummer uit.
Wie het interessant vindt om mee te denken hierover of ideeën heeft voor artikelen in een van de volgende nummers, mail naar:
Colofon
Productie en eindredactie:
Janny Ruardy
Tekst:
Marc Janssen
Janny Ruardy
Olaf Stomp
Fotografie:
Kees Rutten
Coveranimatie
Kees Rutten en Nanda Coppens
Vormgeving en realisatie:
Een online magazine over onderwijs, onderzoek, studenten en docenten. Gericht op de toekomst en puttend uit het verleden.
In oktober 2024 komt het volgende nummer uit.
Wie het interessant vindt om mee te denken hierover of ideeën heeft voor artikelen in een van de volgende nummers, mail naar:
Colofon
Productie en eindredactie:
Janny Ruardy
Tekst:
Marc Janssen
Janny Ruardy
Olaf Stomp
Fotografie:
Kees Rutten
Coveranimatie
Kees Rutten en Nanda Coppens
Vormgeving en realisatie: