Er gingen dit jaar minder jongeren studeren, onder meer doordat de basisbeurs is afgeschaft. Maar dat viel te verwachten en het komt weer goed, voorspelt minister Bussemaker.
Vandaag werd bekend dat universiteiten en vooral hogescholen minder eerstejaars trekken dan vorig jaar. De universiteiten compenseren dat met extra toestroom uit het buitenland, maar de hogescholen niet.
Er zijn allerlei verklaringen te bedenken voor de daling van het aantal eerstejaars studenten in het hoger onderwijs, schrijft minister Bussemaker vandaag aan de Tweede Kamer. Zo stelt de pabo strengere eisen dan voorheen.
Tijdelijke dip
Maar het nieuwe leenstelsel (het studievoorschot) heeft er ook iets mee te maken, denkt ze. Door de bezuiniging op de basisbeurs ligt een 'tijdelijke dip' voor de hand. De instroom zal zich vermoedelijk na twee jaar herstellen.
De hogescholen trokken dit studiejaar 8,3 procent minder studenten (de HU min dertien procent). Slechts 2,6 procentpunt zou echt door het studievoorschot komen, vermoeden de hogescholen. En dat valt binnen de marges van de voorspellingen, stelt minister Bussemaker.
De universiteiten hebben zo’n analyse nog niet gemaakt. Daar daalt het totale aantal eerstejaars – inclusief buitenlandse studenten – met slechts één procent. Wel schreven zich vijf procent minder vwo’ers in.
Slag om de arm
Bussemaker houdt overigens een slag om de arm. Er komt binnenkort een rapport dat de gevolgen van het nieuwe leenstelsel in kaart brengt: de studievoorschotmonitor. Daaruit moet blijken wat de gevolgen van het leenstelsel zijn voor studiekeuze en deelname aan het hoger onderwijs.
Nu al is de voorlichting rond het studievoorschot sterker dan voorheen op mbo’ers gericht, meldt de minister. In zogenaamde ‘focusgroepen’ probeert ze achter de beweegredenen van mbo’ers te komen om al dan niet te gaan studeren.
Inderdaad begonnen er dit jaar weinig mbo’ers aan het hbo. In de voltijd-bacheloropleidingen waren het er dertien procent minder.