Student in het buitenland

6 verschillen tussen de HU en de Mexicaanse uni volgens Hannah

Beeld: Busra Kondakci

Wat zijn de grootste verschillen tussen Hogeschool Utrecht en een school in het buitenland? HU-student Hanna deed haar minor in Mexico.

Van februari tot begin juli volgde Hannah Pade (22) lessen over boekhouding en marketing aan de peperdure Universidad Panamericana in Mexico.

1. Studeren in een steenrijke bubbel

‘Ik studeerde misschien wel aan de meest precieuze universiteit van Midden-Amerika. Als ik rondreisde en vertelde dat ik les kreeg in Guadalajara trokken mensen hun wenkbrauwen op. “Wow, zit je daár? Die universiteit is echt goed!” Hij kost 1700 euro per maand, dus dat mag ook wel.

Mexico is deels straatarm. De twee moeders die mijn kamer kwamen schoonmaken namen hun kinderen mee, van rond de tien. Die zaten niet op school, konden niet schrijven en moesten mijn bed verschonen. Ik gaf ze soms kleren of eten.’

Onze campus was omgeven door een rijke bubbel. We kwamen in de club een miljonair tegen van 29 jaar, die meerdere huizen bezat in Mexico en Europa. Iedereen groette hem op straat. We moesten die week naar Cancún en hij stelde voor dat we daar drie dagen met hem in zijn loft zouden slapen. Ik weet door al mijn reizen inmiddels wie ik kan vertrouwen, dus we namen zijn aanbod aan. Vervolgens kwamen we terecht op zijn jacht en hadden daar ieder onze eigen bediende die ons snacks, eten en drinken gaf, waar we zin in hadden. Hij was niet zo gelukkig, vertelde hij. Mexicanen daar zijn oppervlakkige mensen en iedereen was uit op zijn geld.’

2. Docenten met een waanzinnig cv

‘Ik viel achterover van hoeveel status mijn docenten hadden in Mexico. Het is daar normaal om directeur te zijn en tegelijk les te geven aan studenten. Iedereen die voor de klas stond was een belangrijk persoon met een invloedrijke kennissenkring. Zo was mijn docent marketing bevriend met de manager van Nike. Het maakte me extra nieuwsgierig naar wat ze te vertellen hadden. Sommige docenten waren zo inspirerend en sympathiek dat ik ze huilend heb geknuffeld toen we afscheid namen.’

3. Uitgaan en niks betalen

We kwamen in clubs terecht waar je 700 euro betaalde voor één fles Tequila. Het was gezellig, ik voelde me volkomen veilig en meisjes betaalden niks. Er was altijd een speciale bar voor vrouwen waar we konden bestellen wat we wilden. Jongens hadden een andere bar, zij betaalden wel.

Uit eten gaan was ook duur, vooral als je koos voor de Europese keuken. Mexicaans eten was goedkoop, vooral als je het op straat kocht. Voor 1 euro had je een heel bord burrito’s. Een pizza was dan weer 12 euro. Aan boodschappen gaf ik hetzelfde uit als hier: 30 euro per week.’

4. Krakkemikkige klaslokalen

‘Wij hadden in de klas nog een ouderwets schoolbord met krijtjes. Heel gek. Grote houten balken eromheen. We hadden ventilatoren in plaats van airco en er zaten van die ouderwetse ramen in die je zelf moest openklappen. Het stoorde me niet, maar ik vond het vreemd dat ze geen budget hadden voor iets moderners.

Die lokalen stonden in schril contrast met de rest. Mijn studentenhuis was luxe. We hadden snel internet, een grote tv, een gezellige ruime woonkamer en elke week een schoonmaakster. Ik kon lopend naar school, de clubs en het winkelcentrum. Vanwege al die luxe betaalde ik 400 euro. Normaal gesproken kun je daar gemakkelijk wonen voor 300.

De campussportschool was ook de mooiste die ik ooit had gezien. Hij werd vijf keer per dag schoongemaakt, er stonden heel veel apparaten en je kon de hele tijd gebruikmaken van personal trainers en fysiotherapeuten.’

5. Lessen waarin je echt iets leert

‘Op de HU zeggen docenten vaak: “Begin maar zelf.” Dan weet ik niet eens echt wat ze van me willen en doe ik maar wat. We werken in groepjes, moeten een verslag schrijven of zelf onderzoek doen. De lessen in Mexico waren interessanter. Docenten vertelden verhalen waar ik wat van opstak, bijvoorbeeld over handelsverdragen tussen Mexico en Amerika en de geschiedenis ervan. Of ze lieten je wetten uit je hoofd leren uit een boek. Dat vond ik veel fijner want ik hou van kennis. Eigenlijk had ik op de UU willen zitten, maar ik was te laat met mijn inschrijving. Inmiddels ben ik tevreden aan de HU, maar dat heeft anderhalf jaar gekost.’

6. Duurzaamheid bestaat daar niet

‘Mexicanen hebben volgens mij nog nooit van duurzaamheid gehoord. Iedereen neemt voor alles de auto en niemand doet aan afval scheiden. Ze lopen allemaal in het nieuwste van het nieuwste, sneakers van Dior, handtasjes van Chanel, shirtjes van Ralph Lauren. Ik heb geen seconde de verplichting gevoeld om die spullen ook te gaan dragen.

De eerste keer dat ik naar de supermarkt ging nam ik mijn eigen tasje mee. Bananen, mango, ananas, die man deed alles voor me in een apart plastic tasje. Ik haalde die er af en stopte alles los in mijn rugtas. Vervolgens riep hij een half jaar lang als hij me zag aankomen: “No plastics, right?!”

De kosten

Deze reis hebben vooral mijn ouders betaald. Het collegegeld hoefde ik niet te betalen, want dat deed ik hier al en de Universidad Panamérica is een partner van Hogeschool Utrecht. Dus ik moest de vliegreis betalen, de boodschappen, mijn kamer en mijn reisjes. Ik heb veel gereist. In totaal was ik aan alles 7000 euro kwijt. Of ik langer had willen blijven? Het liefst een jaar. Hoewel wij internationals wel wat samen klonterden als lost souls was ik er graag langer gebleven. Maar uiteindelijk hou ik meer van het leven hier. Wij hoeven niet zo nodig met die dure kleren te pronken.

Mijn vader is Duits en mijn moeder is Filipijns. Normaal gesproken woon ik bij mijn ouders in München, maar ik koos voor de HU omdat ik in Duitsland alleen International Business kon studeren aan een privéschool. De rest van mijn leven denk ik te blijven reizen.’