Auteur Isabella van de Luijtgaarden studeert Journalistiek aan de HU.
Jaarlijks kiezen duizenden studenten ervoor hun woonplaats in te ruilen voor het ‘bruisende’ stadsleven. Voor de 21-jarige Pelle Beerda uit IJlst, een klein Fries stadje met ongeveer 3000 inwoners, was deze overstap meer dan een praktische beslissing. Het was vooral een stap naar vrijheid.
Dagelijks zes uur reizen
Veel studenten verhuizen vanwege de aantrekkingskracht van de stad. Maar een van de belangrijkste redenen is toch de reistijd. Voor Pelle betekende de afstand tussen IJlst en Utrecht dagelijks zes uur reizen. ‘Niet te doen,’ vertelt hij. ‘De ligging van IJlst is ongunstig, en doordat de Flevolijn niet door de Noordoostpolder loopt, moest ik via Leeuwarden, Heerenveen en Zwolle.’
Vervoersarmoede
Uitdagingen van het openbaar vervoer op het platteland zijn een bekend probleem. Waar steden vaak kunnen rekenen op een uitgebreid netwerk van bussen en treinen, kampen veel dorpen en inlandse gebieden met een beperkt aanbod. In sommige regio’s rijden bussen ‘s avonds en in het weekend nauwelijks, wat de mobiliteit van inwoners beperkt. Deskundigen noemen dit ‘vervoersarmoede’ en wijzen op de kansenongelijkheid die hierdoor kan ontstaan. ‘Voor scholieren en studenten kan dit een grote impact hebben op hun onderwijskansen,’ stelt een rapport van Pointer over het Nederlandse OV.
Een enquête onder jongeren in Nederland laat zien dat 74 procent wel eens problemen ervaart met het openbaar vervoer, en meer dan de helft (54 procent) vindt het OV te duur. Termen als ‘onzeker’ en ‘onpraktisch’ noemen ze vaak om het systeem te beschrijven.
Een nomadenbestaan
Voordat Pelle een kamer vond, leidde hij de eerste twee maanden van zijn studie wat hij zelf een ‘nomadenbestaan’ noemt. ‘Ik kon vaak terecht bij vrienden in Amsterdam en Wageningen of bij mijn nicht in Utrecht. Daar was ik natuurlijk heel dankbaar voor, maar ik voelde me soms ook bezwaard. Ik kwam hun privésfeer binnen, en dat was niet altijd prettig,’ zegt hij. Het gebrek aan een vaste woonplek had ook invloed op zijn studieprestaties. ‘Ik was onbewust steeds bezig met de vraag: waar zal ik vanavond slapen? Ik merkte dat ik vooral in het begin daardoor niet optimaal presteerde.’
Na twee maanden zoeken vond Pelle uiteindelijk een kamer in een studentenhuis met acht medebewoners in de Vogelenbuurt. ‘Ik werd via via benaderd dat er een kamer vrij was. Op dat punt had ik zelfs genoegen genomen met een bezemkast, dus ik zei meteen ja!’ Hij voelt zich inmiddels helemaal thuis in Utrecht. ‘Dit zijn echt mijn soort mensen!’
Uit een rapport van Kences blijkt dat er in Nederland een tekort is van ruim 23.000 studentenkamers. Dit aantal zal de komende jaren naar verwachting alleen maar toenemen. Voor veel studenten betekent dit een lange zoektocht naar een betaalbare kamer, zoals ook blijkt uit de landelijke kamernoodlijn, waar jongeren regelmatig melden maandenlang op wachtlijsten te staan.
Uitvlieger
Voor Pelle was de keuze om naar Utrecht te verhuizen ook een manier om zelfstandig te worden. ‘In IJlst kent iedereen elkaar en gaat niets aan niemand voorbij. Dat heeft zijn charme, maar ik merkte ook dat het soms botste met mijn visie. Ik merkte dat ik anders naar de wereld keek dan zij. Het wereldje van de mensen in IJlst is vaak wat kleiner dan hoe ik hem wil zien. Ik wil er op uit, nieuwe plekken ontdekken.’
De overgang van het kleine IJlst, met ongeveer 3.000 inwoners, naar een stad met bijna 375.000 inwoners is groot. Pelle is daar enthousiast over. ‘Hier in Utrecht vind ik een soort rust in de drukte en anonimiteit.’
Volgens cijfers van het CBS zijn in 2023 ruim 818.000 mensen verhuisd naar een andere gemeente, waarvan de meeste tussen de 18 en 25 jaar oud. Dichter bij studie of werk wonen en de aantrekkingskracht van het stadsleven spelen hierbij een grote rol.
Studiekeuze
Pelle’s pad naar Utrecht en zijn huidige studie journalistiek liet in eerste instantie even op zich wachten. Na de havo stopte hij in zijn examenjaar, midden in de coronaperiode. ‘Ik zag het gewoon totaal niet meer zitten. Ik was lusteloos.’ Een poging om via de vavo alsnog zijn diploma te halen, strandde ook. ‘Zo in de klas zitten, dat is niks voor mij.’ Wat volgde waren drie tussenjaren waarin hij in allerlei baantjes had, van matroos en zeilinstructeur tot winkelmedewerker in de lokale schoenenwinkel. ‘Ik ben laatst nog teruggegaan naar de schoenenwinkel om even hoi te zeggen en nog wat uren te maken. Ik voelde me er weer helemaal thuis.’
Met de 21+ toelatingstoets, kreeg hij alsnog toegang tot de opleiding journalistiek aan de Hogeschool Utrecht. Hoewel hij aanvankelijk niets wilde doen wat zijn ouders al hadden gedaan, koos Pelle uiteindelijk toch voor Journalistiek. ‘Ik heb altijd gezegd dat ik nooit hetzelfde zou studeren als zij, maar uiteindelijk ligt dit vak me toch het beste,’ lacht hij.
Zeg ‘ja’
‘Ik hou van zeilen en heb in die tijd prachtige reizen mogen maken, waaronder een trans-Atlantische reis die zeven weken duurde. We gingen met een groep van 35 man, waaronder 15 scholieren. Ik ging zelf mee als matroos, dus ik hield me vooral bezig met het zeilen en alles aan boort. Dat was op dat moment ook mijn werk. Die reis heeft me geleerd dat er soms zoveel meer is dan dat je eigenlijk doorhebt. Al kan het midden op de oceaan soms eenzaam lijken, ik voelde me daar echt helemaal vrij.’ vertelt Pelle.
Maar het beste advies kwam van mijn vader. ‘Zeg gewoon ja, dan beleef je meer.’ ‘Ik was nooit op zulke mooie plekken geweest als ik geen ja had gezegd.’