Nieuws

Zelftest voor wetenschappers

Verkoop ik mijn onderzoek goed genoeg? Over die vraag hoeven wetenschappers zich niet langer het hoofd te breken: de Relevantiewijzer van het Rathenau Instituut geeft het antwoord.

Een middelbare scholier wil je interviewen; stem je daarmee in? Je wordt gevraagd om een praatje te houden voor een thematische werkgroep van ambtenaren; voel je hiervoor? Je doet een ontdekking waar je een commercieel product op zou kunnen baseren; hoe reageer je?

Zulke vragen krijgen wetenschappers voorgelegd als ze de Relevantiewijzer invullen. Ze kunnen kiezen voor emotionele antwoorden als ‘geen zin in’ of ‘wauw!’, maar ook voor een calculerend antwoord als ‘daar krijg ik geen uren voor’ of ‘ik doe het, want dat telt mee bij de evaluatie van de onderzoeksgroep’.

Als de wetenschapper na zestien van zulke scenariovragen nog wat informatie geeft over zijn deelname aan adviesgroepen, zijn samenwerking met bedrijfsleven en het schrijven van opinieartikelen, dan volgt de uitslag. Er zijn volgens de makers vier typen wetenschappers: de liefhebber (‘je vindt het belangrijk om kennis te verspreiden’), de onderzoeker pur sang (‘Je vindt dat je de wetenschap het best dient met wetenschappelijke publicaties’), de welwillende (‘je zou graag meer willen valoriseren dan je nu doet’) en de bedachtzame (‘als je eerlijk bent, doe je zelf weinig moeite om je kennis te ‘verkopen’ en laat je dat liever over aan anderen.’)

Alle vier krijgen ze tips. De liefhebber moet het voortouw nemen en anderen enthousiast maken voor de ‘valorisatie’ van hun onderzoek. De anderen zouden meer met hun collega’s moeten praten over het belang van kennisverspreiding.

De jongerenafdeling van wetenschapsgenootschap KNAW (De Jonge Akademie) werkte mee aan de Relevantietest. Die is ook bedoeld om de Valorisatieparade onder de aandacht brengen, die op 1 november in Utrecht wordt gehouden.