Een uitstekend initiatief vond ik de invoering van de Balkenende-norm. Niet dat veelverdieners zich daaraan stoorden, maar het heeft velen de ogen geopend. Bestuurders van publieke organisaties moesten soms toch inleveren. Daar waar schaarste is, blijf je excessen houden. Dat zie je vooral in de entertainment- en in de sportwereld. Artiesten met een internationale hit en topvoetballers van begin twintig hoeven zich geen zorgen te maken voor hun pensioen, soms niet eens over het pensioen van hun (klein)kinderen.
Toch blijven ze vaak aktief in hun metier. Kijk naar de profvoetballers, die trainers worden. Cruijff zweert bij trainers die vroeger topvoetballers waren. Een aantal Nederlanders doen het goed op de Engelse velden. Een iets onbekendere uit de Ajaxschool is Dean Gorré (41), die daar is blijven hangen en nu bondscoach is van de Schotse nationale ploeg onder de 17 jaar. Een uitspraak van hem in Het Parool van vandaag vind ik ook van toepassing op docenten binnen het HBO: "De Nederlandse school houdt in dat oud-profs training geven en hun ervaringen doorgeven aan de volgende generatie voetballers."
Dus geen buitenstaanders die het trainen en coachen uit een boekje hebben geleerd, maar ervarings deskundigen. Natuurlijk lopen er goede uitzonderingen rond. Die heb je gelukkig ook op de Hogeschool Utrecht.