Nieuws

Meer tussentijdse uitval eerstejaars

 

Ruim vijftienduizend eerstejaars studenten stopten afgelopen jaar binnen vijf maanden met hun opleiding. Dat zijn er enkele duizenden meer dan normaal.
 
Vijftien procent van de hbo’ers en tien procent van de wo-studenten hield het in het eerste studiejaar al snel voor gezien, blijkt uit landelijke cijfers die de Dienst Uitvoering Onderwijs op verzoek aan het HOP heeft verstrekt.
 
Eerstejaars die hun studie vóór 1 februari staken hoeven de basisbeurs niet terug te betalen die ze in de eerste vijf maanden van hun opleiding hebben ontvangen. Eerder schommelden de percentages van tussentijdse afhakers in de hbo-propedeuse tussen de 11,8 en 13,5 procent. Aan de universiteiten stopte jaarlijkse tussen de 8,1 en 9,5 procent van de eerstejaars.
 
Het is niet bekend waarom er dit jaar zoveel eerstejaars afhaakten. Het zou kunnen komen door de strengere normen in het eerste jaar. Wie niet minimaal veertig of vijftig van de zestig studiepunten behaalt, krijgt een negatief ‘bindend studieadvies’ (bsa) aan de broek. Veel onderwijsinstellingen leggen de lat steeds hoger.
 
Bij de Hogeschool Rotterdam leidt de verhoogde uitstroom van eerstejaars studenten tot onrust, meldde het hogeschoolblad Profielen. De ‘uitstroom’ per 1 februari steeg daar van vijf naar negentien procent. Tijdens de propedeuse vallen er nu meer mensen af dan voorheen in de eerste twee studiejaren. “Met andere woorden: studenten die hun punten in iets meer tijd wel zouden kunnen halen, zijn nu weg geselecteerd. En dat is nooit de bedoeling geweest”, zei een directeur van de hogeschool.
 
“De verhoogde bsa-normen zijn ongetwijfeld een factor”, meent Frank Steenkamp, uitgever van de Keuzegidsen voor het hoger onderwijs en het mbo. “Maar misschien heeft ook de langstudeerboete invloed gehad. Die kreeg veel publiciteit en mogelijk heeft een iets groter deel van de studenten gedacht: o jee, het gaat niet zo goed in mijn propedeuse, laat ik maar stoppen, anders kom ik straks voor hoge kosten te staan.”
 
Als er nu al extra studenten afhaken uit angst voor hoge studiekosten, dan zou de uitval de komende jaren wel eens verder kunnen stijgen. Studeren wordt immers duurder, als studenten werkelijk de basisbeurs verliezen. Elke maand extra studie tikt dan aan. Het kabinet wil de basisbeurs per 1 september 2014 afschaffen, waardoor uitwonende studenten in vier jaar tijd bijna dertienduizend euro mislopen: 3.200 euro per jaar. Bèta’s, die vijf jaar studeren, lopen zelfs zestienduizend euro mis.
 
Dit vooruitzicht kan een fors effect hebben op het aantal afhakers per februari 2013. De huidige eerstejaars studenten kunnen dan nog wisselen van studie en toch hun basisbeurs behouden. Misschien zal een groter deel van hen daarom denken: nu of nooit. Dan kan het aantal februari-afhakers opnieuw flink stijgen.
 
In het studiejaar 2013-2014 zal de beslissing om de studie tussentijds te staken veel grotere gevolgen hebben. Vooropgesteld dat het leenstelsel in september 2014 wordt ingevoerd, zouden studenten daardoor hun basisbeurs kunnen kwijtraken. Het wisselen van opleiding kost dan opeens duizenden euro’s.
 
Dit alles is overigens afhankelijk van de voorwaarden waaronder het nieuwe stelsel van studiefinanciering wordt ingevoerd. Het kabinet zou kunnen besluiten om het wisselen van studie niet te bestraffen en wisselaars het recht op basisbeurs te laten behouden. Voorstellen hierover worden pas eind 2013 verwacht.