Nieuws

Numerus fixus bij Economie en Management blijft

De numerus fixus bij de opleidingen van de faculteit Economie en Management (FEM) blijft komend jaar gehandhaafd. Een ruime meerderheid van de centrale medezeggenschapsraad (CMR) heeft daar woensdag 10 april mee ingestemd.



De studentenstop is dit studiejaar voor het eerst ingesteld aan de FEM (uitzondering is international business and management studies). Voor de afzonderlijke opleidingen is een maximum aantal eerstejaars vastgesteld. In totaal kunnen 1500 studenten instromen. De maatregel is bedoeld om de toevloed van studenten in te dammen. Hierdoor ontstaat ruimte om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren.

De CMR was kritisch over de gang van zaken rond de numerus fixus en ging schoorvoetend akkoord. Ook de faculteitsraad ging twee weken eerder met moeite overstag: een kleine meerderheid stemde in met een positief advies aan de CMR. Belangrijk kritiekpunt is dat er geen deugdelijk kwaliteitsplan is opgesteld terwijl dit wel is afgesproken. De faculteitsraad heeft tot twee keer toe een dergelijk plan verworpen. Momenteel voert de raad hierover overleg met de nieuwe faculteitsdirecteur Rob van Lambalgen. 
 
Een ander pijnpunt is dat de faculteit dit studiejaar beduidend minder studenten mocht verwelkomen dan het beoogd aantal van 1500: slechts 1100 eerstejaars schreven zich in, terwijl de vooraanmeldingen vergelijkbaar waren met die van voorgaande jaren. Dit komt, zo blijkt uit analyses, omdat veel studenten voor zekerheid kozen en uiteindelijk een studie begonnen bij een hogeschool waar geen numerus fixus geldt.



Ook het college van bestuur was ‘onaangenaam verrast’ dat de aantallen inschrijvingen achterbleven bij het maximum van de numerus fixus. Dit moet voor komend studiejaar tegen worden gegaan door meer met potentiele studenten te communiceren. Zo hoopt het college aspirant-studenten binnenboord te houden door ze tijdig te informeren dat ze geplaatst kunnen worden of wat hun kansen zijn. 



Op vragen uit de raad moest collegelid Jan Bogerd erkennen dat het nog niet duidelijk is of de uitval van studenten in het eerste jaar zal verminderen. In mei moet daar meer duidelijkheid over komen. Hij hamerde erop dat de doorstroom naar het tweede jaar moet groeien van vijftig naar zestig procent van de studenten, zoals is afgesproken. Lukt dat niet dan gaat er geen extra geld meer naar de faculteit om de kwaliteit te verbeteren.



Sommige raadsleden vroegen zich af of dit niet tot ‘diploma-inflatie’ zal leiden: dat er druk op docenten komt te staan om slecht presterende studenten door te laten, bijvoorbeeld door het geven van genadezesjes. Bogerd hierover: ‘Ik ga ervan uit dat er aan de faculteit professionals werken en dat de examencommissies alert zijn.’