Kamerlid Pieter Duisenberg wil dat minister Bussemaker de Islamitische Universiteit Rotterdam aan banden legt. De opleidingen tot imam en islamitisch geestelijk verzorger verdienen volgens hem geen goedkeuring van de overheid.
Duisenberg wil dat onderwijskeurmeester NVAO een speciale commissie instelt om onderzoek te doen naar de kwaliteit van de opleidingen aan de Islamitische Universiteit Rotterdam (IUR), zegt hij in dagblad Trouw. Daar zijn volgens de VVD’er 'genoeg redenen' voor. Uiteindelijk moet de accreditatie wat hem betreft worden ingetrokken.
De IUR kwam in oktober vorig jaar in opspraak vanwege een pamflet van rector Ahmet Akgündüz. Hij zou steniging hebben aangeduid als 'één van de voorgeschreven straffen binnen de islam' en gezegd hebben dat mannen hun vrouw mogen slaan.
Onderwijskwaliteit
De theologiebachelor van de IUR werd afgelopen maart door onderwijskeurmeester NVAO geaccrediteerd, de masteropleiding tot imam of islamitisch geestelijk verzorger al in 2010. En een eenmaal gegeven keurmerk kan niet zomaar worden afgenomen.
Minister Bussemaker liet de Tweede Kamer vorige week al weten dat ze alleen kan ingrijpen als de IUR de wet overtreedt, of als de Onderwijsinspectie en de NVAO signalen ontvangen dat de onderwijskwaliteit in het geding in. Aangezien dat op dit moment niet het geval is, ziet ze nog geen aanleiding om in te grijpen.
Imamopleidingen
Het intrekken van de NVAO-accreditatie het enige wapen wat Bussemaker in handen heeft, want de IUR is een particuliere instelling en ontvangt geen overheidssubsidie. Dreigen met het dichtdraaien van de geldkraan heeft dus geen zin. Mocht de accreditatie uiteindelijk worden ingetrokken, dan heeft dat wel gevolgen voor de studiefinanciering van de studenten en de waarde van de diploma’s op de Nederlandse arbeidsmarkt.
Morgen praat de Kamer over de islam- en imamopleidingen in Nederland.
Update: Volgens NRC Handelsblad hebben Nederlandse alevieten aangifte gedaan tegen de rector van de IUR. Ahmet Akgündüz, die zelf een soennitische moslim is, zou zich schuldig hebben gemaakt aan belediging, smaad en het aanzetten tot haat.