Kunnen lesgeven zit een beetje in de genen. Soms heb je hele families die in het onderwijs zitten. Ik nam een paar jaar geleden iemand aan die bij de STER werkte en het onderwijs in wilde, een zogenaamde zij-instromer. Inmiddels heeft hij een master gehaald, die had ie niet. Hij scoort geweldig. Eigenlijk had ik hem niet mogen aannemen zonder master. Maar hij leek mij zo’n onderwijsgenen-geval.
Bij mij is dat ook een beetje zo. Mijn oom was de eerste; twee van zijn kinderen, mijn jongste dochter en ik zijn allemaal in het onderwijs beland. Als je je dan handhaaft met een gekke naam als Penseel, dan zit het lesgeven in je aderen. Want je moet bij elke nieuwe klas door het schamper lachen heen als je je voorstelt. Anders zorgen de leerlingen of studenten wel voor een leuke bijnaam. De voor de handliggende, die slaan op fysieke kenmerken sla ik even over. Een aardige vond ik die van meneer Van Kuijeren, die Van Slenteren werd genoemd.
Aanleiding voor bovenstaande zijn een paar regels uit een stukje van Remco Campert, die vertelde dat Rudy Kousbroek hem ‘Mister Kampret’ noemde, het Indonesische woord voor vleermuis. Je ziet hoe associatief onze hersenen werken, want zo kwam ik bij onderwijsgenen.