Onze columnist Ernst-Jan Hamel is docent Journalistiek en beschrijft wat hem opvalt in zijn werk met studenten. Vandaag: over Bellingcat, intrinsiek gemotiveerde studenten (ze bestaan!) en de verplichtingen van ‘school’.
Ik krijg als columnist nog wel eens te horen dat ik zo negatief schrijf. En ja: die reaguurders hebben een punt. Ik ben nogal een zwartkijker. Aard van het beestje. Als journalist heb je vooral oog voor dingen die verkeerd lopen. If it bleeds, it leads, zeggen Amerikanen over die medialogica.
Deze column is voor de verandering een stuk positiever. Het gaat over de studenten die eerder deze maand vrijwillig meededen aan een driedaagse workshop van onderzoekscollectief Bellingcat, bekend van onthullingen over de oorlog in Syrië en MH17-ramp.
Circa dertig studenten lieten zich drie volle dagen opsluiten voor onderzoeksprojecten in samenwerking met nieuwssite DUIC en de Utrechtse politie. Zonder dat ze er ook maar één studiepunt voor krijgen. Een heel weekend lang buffelen, terwijl de rest van Nederland op het terras biertjes aan het drinken was.
Ik was er dat weekend als mede-organisator en begeleider. Vooraf maakte ik me zorgen dat studenten halverwege zouden kunnen afhaken. Maar wat bleek? Mijn angst was compleet misplaatst. Studenten braken zelfs hun lunchpauze vroegtijdig af om door te werken. Ik keek mijn ogen uit! Het summum was een meisje dat de hele zaterdagavond en – nacht had doorgewerkt omdat ze via sociale media iets op het spoor was gekomen over de Utrechtse cocaïnehandel.
Vrij naar voetbalcommentator Theo Reitsma: dit is een goed stel studenten hoor!
Heerlijk, zulke intrinsiek gemotiveerde studenten. En wat een contrast met wat ik vaak zie in de hogeschoolbanken. Je krijgt soms het idee dat studenten het liefst de hele dag besteden aan hersenloos door Instagram scrollen.
Waar komt dat verschil in motivatie vandaan? Ik bespeur soms een vreemd soort logica bij studenten: als het van ‘school’ moet, dan is het niet leuk meer. Op de middelbare school had ik zelf ook last van die gedachtekronkel. Door die verplichte boekenlijst háátte ik romans lezen in die jaren. Om vervolgens een paar jaar later, op de universiteit, als een malle boeken te gaan verslinden.
Door het Bellingcat-weekend moest ik denken aan Agora in Roermond, een middelbare school zonder vakken, cijfers of lesroosters. Leerlingen kiezen hun eigen challenges, de docenten zijn coaches die de scholieren daar bij helpen. De school vertrouwt op de nieuwsgierigheid en natuurlijke leerdrang van kinderen.
Het klinkt me opeens als muziek in de oren: studenten moeten minder, en mogen meer. Dat is mijn goede voornemen voor de komende tijd.