Columns

De dichttimmerfabriek

Chris van der Heijden is historicus en schrijver, hij doceert aan de School voor Journalistiek. Maandelijks schrijft hij een column voor Trajectum. (Deze column verscheen eerder in Trajectum 3, november 2014.)

Lang geleden, in het ondertussen welhaast mythische tijdperk van de jaren zestig, schreef de kritische huisarts en antropoloog Arie de Froe een opmerkelijk stuk in De Groene Amsterdammer. In dat stuk beweerde hij conform de toenmalige tijdsgeest dat het onderwijs volledig op z’n kop moest. De sociale veranderingen gingen zo snel dat de oude generatie ze niet meer kon bijbenen. Om die reden was het absurd, aldus De Froe, dat ouderen zich als opvoeder opwierpen. Dat kon helemaal niet en had tot gevolg dat ‘de onopgevoeden de opgevoeden opvoeden’. De verhoudingen zouden volgens De Froe omgedraaid moeten worden: de volwassenen de schoolbanken in en de kinderen voor de klas.

Zoals zoveel uit dat gekke decennium is ook dit sterk overdreven. Niettemin zit er een grond van waarheid in – en die grond wordt almaar harder naarmate wij, althans sommigen onder ons, van het hoger onderwijs in toenemende mate een dichttimmerfabriek proberen te maken. Dit MOET en dat MOET en als je dat NIET DOET komt de boze controleolifant met zijn grote snuit en blaast het hele verhaaltje uit.

Het concept achter die fabriek staat haaks op de denkbeelden van een man als De Froe en, vanzelfsprekend, ook haaks op de mijne. Froe pleitte voor een open samenleving, voor lucht, vrijheid, individualisme en creativiteit. De dichttimmerlui willen precies het tegenovergestelde. Beheersing. Controle. Uniformiteit.  

Volgens mij ligt het simpel. We zijn (waren?) in ons landje zo schatrijk dat we het ons kunnen permitteren bijna iedereen te laten studeren. In de laatste fase van die studie, aan een hogeschool of universiteit, moeten jonge mensen vooral zichzelf ontwikkelen. Wij, docenten en andere betrokkenen, dienen daarvoor de voorwaarden te scheppen. We moeten onze leerlingen qua kennis en attitude van een basis voorzien. Is die eenmaal bereikt, dan moeten we ze loslaten en alleen helpen als zij dat nodig vinden. Hierbij kan onze ervaring een voordeel zijn, zoals onze kennis een nadeel kan zijn. Dit laatste is niet ernstig als we het weten. Maar als we het ontkennen en collectief het concept van de dichttimmerfabriek ondersteunen, leiden we klonen en robotten op. Die moeten van elders komen, uit de staalfabriek.