Columns

Is de kenniskloof het gat tussen rijk en arm?

Begin jaren zeventig begon ik in het onderwijs in Amsterdam, waar wethouder Van der Velde in zee ging met de begeleidingsdienst ABC, die door Co van Calcar in Enschede was opgezet. Men ging er vanuit dat de ontzuiling doorgevoerd moest worden, geen versnippering door de geloven, maar een overzichtelijke onderwijssituatie. De zwakke plekken moesten opgespoord worden en de sterke punten overgeplant. Dit bleek bleek lastig, omdat schoolbesturen niet graag inzicht gaven in hun beleid. Maar de ontzuiling zette door.

Een van de doelstellingen was om de achterstandssituatie van kansarme kinderen te verminderen. Dat bleek moeilijk te realiseren, want er was veel geld voor nodig. Na enkele decennia bleek dat als de woordenschat van je ouders minimaal is en je krijgt als kind weinig mee (geen lidmaatschap van een sportvereniging, niet naar een museum of theater, geen boeken in huis), dan helpt die extra begeleiding nauwelijks.

We zijn nu, hoop ik, beland in de staart van het marktconforme denken, of veramerikanisering van ons onderwijs. Dat geld voor extra begeleiding vindt men zonde. Hebben je ouders wel geld om je overal mee naar toe te nemen en kunnen ze een privéschool betalen, dan mag (nee moet) je daar naar toe. Zo wordt het gat tussen arm en rijk weer groter, dus ook de kenniskloof.