Columns

Sigaretten, Wilders en metaforen

 

Reint Jan Renes is lector Crossmediale Communicatie in het Publieke Domein en blogt op deze plek maandelijks over zijn vakgebied.
 
‘Stel dat appelsap leukemie veroorzaakt, zou de supermarkt het dan uit de schappen halen?’ Met deze metafoor, verwerkt in een retorische vraag, suggereren de initiatiefnemers van de website Tabaknee.nl dat het belachelijk is dat sigaretten legaal te verkrijgen zijn. ‘Vervang “sigaret” door “heroïne” en wat wij doen, klinkt opeens veel logischer’, betogen ze verder. Hoe sympathiek ik hun actie ook vind, het gebruik van metaforen in politieke kwesties schuurt. 
 
Effectieve metaforen roepen een krachtig beeld op (bijvoorbeeld ‘oorlog’) waarmee iets anders (bijvoorbeeld ‘voetbal’) geduid wordt. Vaak hebben ze tot doel aandacht te genereren, iets te illustreren, of toehoorders mee te krijgen in een betoog. Wanneer ik het bijvoorbeeld in een college heb over twee verschillende voetballers in ons hoofd, dan is de kans groot dat studenten naar mij luisteren en onthouden wat ik vertel. Groter in elk geval dan wanneer ik het heb over de klassieke theorie van Kahneman die stelt dat wij twee verschillende systemen in ons hoofd hebben. Eén van de bekendste educatieve metaforen is mooi verbeeld in de film A Beautiful Mind waarin de geniale wiskundige John Nash zijn idee over de speltheorie (het ‘Nash-evenwicht’) verduidelijkt aan de hand van de competitie in een bar tussen een stel vrienden om hetzelfde blonde meisje. 
 
Het gebruik van metaforen in de politiek is vaak succesvol en wordt daarom graag toegepast. Zo lukte het Geert Wilders de afgelopen jaren regelmatig via zorgvuldig gekozen metaforen in één keer een beeld neer te zetten waar politieke tegenstanders amper verweer tegen hadden. Of het nu ging om de islamisering (een ‘tsunami’), Europa (‘de zieke oude man van de wereld’), of de coalitie (een ‘wrakkige auto’), zijn metaforen trokken aandacht en bepaalden het debat. Wat ik echter tegen heb op metaforen in de politiek, is dat het de complexe werkelijkheid terugbrengt tot een versimpeld beeld. Een demagogisch beeld dat ruis veroorzaakt, emoties oproept en de nuance uit het politieke debat haalt. 
 
Daar waar educatieve metaforen verduidelijken en een inhoudelijke discussie stimuleren, zijn politieke metaforen te vaak een slim marketingtrucje om snel te scoren en het debat te smoren. Sigaretten vergelijken met heroïne of kankerverwekkende appelsap genereert misschien aandacht voor het probleem, het roept ook weerstand op en het leidt af van de kern van de zaak. Dat schuurt.