Columns

Wat is een ideaal aantal?

De onderwijsbonden kunnen mij niet vertellen wat het ideale aantal leerlingen in een klas is, ondanks dat je verstand zegt dat het in een opgepropte klas met meer dan 30 kinderen niet optimaal lesgeven is. In een Amerikaanse studie las ik dat het ideale aantal afhangt van het niveau van de leerlingen, dat je hen voldoende persoonlijke begeleiding moet kunnen geven en dat ze ook groepswerkjes kunnen doen in wisselende samenstellingen.

In Amsterdam praat men over plofklassen met soms bijna veertig kinderen. In Het Parool van gisteren een dubbele pagina over dit stijgende probleem, dat deels veroorzaakt wordt door gebrek aan financiële middelen. Gemeentes die voor huisvesting moeten zorgen, houden te weinig rekening met de extra ruimtes voor bijvoorbeeld tafels waar afgezonderd achter een computer gewerkt moet worden, of tafels waarop thema’s uitgewerkt kunnen worden.

Elke gemeente maakt prognoses op basis waarvan scholen wel of niet ge- of verbouwd gaan worden. Amsterdam telde vorig jaar 61.812 basisschoolleerlingen en dit aantal loopt in tien jaar op tot 67.000. Kan de politiek hierop tijdig anticiperen? Hoe te reageren op de kleine dorpsscholen die volgens landelijk politieke regels gesloten moeten worden? De gekozen oplossing hier is om bestuurlijk te fuseren en de klassen (dichtbij huis) overzichtelijk te houden.