Interview

De overgang. Waarom zou je erover praten?

Aanstaande donderdag organiseert docent en onderzoeker Patricia Wijntuin (48) samen met haar collega’s het congres ‘Let’s talk about…. the overgang’.  Ze hoopt daarmee het onderwerp bespreekbaar maken op de werkvloer. Een gesprek over taboe, gebrek aan kennis en (nood) oplossingen.

Waarom de overgang als onderzoeksvraag?
‘Ik zat in de overgang toen ik een interview las met iemand. Hoe ze overgang en werk combineerde, was de vraag. Die bleef door mijn hoofd spoken en ik ging het onderzoeken. Ik interviewde veertig vrouwen die in de overgang waren over wat ze tegenkwamen in het werk. ‘

Wat kwam er uit het onderzoek?
‘Het bleek een lastig onderwerp om over te praten. Vrouwen ontwikkelen strategieën om zich te handhaven. Bij de HU is het extra ingewikkeld omdat we in een hectische omgeving werken. Bovendien is de diversiteit binnen de teams groot en dat gaat soms ten koste van de veiligheid. Hoe het onderzoek ontvangen zal worden, weten we donderdag pas.’

Waar liep je zelf tegen aan in je werk?
‘Bij mij valt het mee. Alleen het zweten is ingewikkeld, soms.’

Is het onderwerp niet gewoon privé?
‘Niet als het je in je werkt belemmert. Als je plotseling hetgeen waar je hartstikke goed in bent niet meer kunt doen.’

Vrouwen kunnen toch ook zeggen dat ze zich niet lekker voelen?
‘Ook als je weet dat er twintig andere mensen staan te trappelen om jouw baan over te nemen? Dan zwijg je er liever over, geloof me. Er rust een taboe op de overgang. We associëren jong zijn met productiviteit en fitheid. De overgang wordt gezien als het begin van het verval. Over je zwangerschap mag je praten, die wordt gezien als iets feestelijks. Die klachten mogen er zijn, er is begrip. Het zou goed zijn als leidinggevenden meer kennis over overgangsklachten krijgen.’

Over welke klachten heb je het dan?
‘Dat je bijvoorbeeld ernstig concentratieverlies kunt krijgen. Je probeert op een woord te komen, het ligt op het puntje van je tong en het lukt je niet om het uit te spreken. Of slecht slapen. Probeer maar eens om ‘s ochtend vroeg op je afspraak te zijn als je de halve nacht wakker hebt gelegen. Veel vrouwen worden overprikkeld. Dan is het een hel om hier in die open ruimtes te werken. Elk geluid is dan te hard. Stemmingswisselingen horen er ook bij. Mijn schoonmoeder kreeg een zware depressie.’

Hoe kan je leidinggevende een goede rol hierbij vervullen?
‘De leidinggevende kan meedenken. Veel vrouwen lossen nu hun eigen problemen op. Ze gaan thuis werken omdat ze niet tegen de drukte kunnen. Ze zijn bang zijn te transpireren op het werk en kopen daarvoor een E-bike. Nemen extra kleren mee of vermijden ruimten waar het raam niet open kan. Of ze ontlopen situaties omdat ze bang zijn voor bepaalde confrontaties. Je hebt je emoties veel minder in de hand.’

Wat zou je zeggen als iemand ineens onredelijk kwaad werd?
‘Dan zou ik vragen: “Kan ik je ergens mee helpen?” Maar vrouwen mogen over het algemeen minder hun emoties uiten. Bij mannen is alles normaal. Een vrouw is meteen hysterisch. Als de overgang iets mannelijks was, zouden ze dat met hun voeten op tafel uitgebreid met elkaar bespreken. Vrouwen moeten zich op tijd realiseren dat ze ín de overgang zijn. Maar: ze zijn niet hun overgang. Er is zo’n gebrek aan kennis. Veel vrouwen krijgen een burn-out, zonder dat de huisarts zich realiseert dat het door de overgang komt. Het kan al beginnen rond je 38e, hè?’

Het congres duurt twee en een half uur. Ga je het al die tijd over de overgang hebben?
‘Nee, haha. We beginnen met de resultaten van ons onderzoek en overhandigen collegelid Tineke Zweed het adviesrapport. Daarna sluiten we af met een theatervoorstelling. We hopen op veel publiek. Iedereen kan zich inschrijven.

Wat is het advies aan mevrouw Zweed?
‘Luister en erken het probleem. Leef mee en wees begripvol. Dat zou al zoveel schelen. Eigenlijk is de overgang iets moois. Je verandert letterlijk, je ontpopt je tot een vlinder en je komt er zelfverzekerder uit.’