Tijdens 1 Uur Over, georganiseerd door Student Support Centre en cultureel studentenplatform Podium spraken experts en ervaringsdeskundigen woensdag 11 mei over depressiviteit. Wat is het en hoe kunnen we ermee omgaan? Een zwaar thema op een klaarlichte dag.
In de Botanische Tuinen, op dezelfde plek waar 1 Uur Over… rouw plaatsvond, start de bijeenkomst over depressie. Een groep van twintig mensen, vooral medewerkers van de HU, zit in de warme serre. Klinisch psycholoog Frederieke Vriends van Mind Us en trainer Hester Noort van onder andere de training Mental Health First Aid gaan in gesprek. Ook ervaringsdeskundige Ferdy Berkhof (24) praat mee. Trajectum sprak hem een dag ervoor uitgebreid over zijn ervaringen.
Ferdy studeert Social Work en heeft een depressie gehad. Hij was 21 toen hij in de zomervakantie voor het begin van zijn studie naar Utrecht verhuisde. ‘Lekker op mezelf wonen, dacht ik. Maar mijn netwerk bevond zich in Emmen en ik moest iedereen achterlaten. Ik kreeg heimwee en werd somber.’
Hij wilde niet uit bed, had geen zin in leuke dingen en voelde weinig emotie. Ook had hij minder eetlust. ‘Je leeft in een soort roes. Ik weet nu niet meer precies wat er is gebeurd. Om Rutte te quoten: Ik heb er geen actieve herinneringen aan.’
Tijdens de bijeenkomst beschrijft Hester, die zelf ook ervaring heeft met depressie, nog andere kenmerken: ‘Jezelf terugtrekken uit sociale situaties en het moeilijk vinden om ergens heen te gaan. Ook al vind je het als je er eenmaal bent misschien wel leuk.’
Somber of depressief
Wanneer is iets somberheid en wanneer heet het een depressie? De gespreksleider stelt de vraag aan de experts. Volgens Frederieke blijft dat onderscheid lastig. ‘Iedereen is wel eens somber of wil zijn bed niet uitkomen, maar als het lang aanhoudt en je leven verstoort, neigt het naar depressie. Tegelijkertijd moeten we niet zoveel focussen op het hokjesdenken van een diagnose, maar op de impact van die mentale situatie.’
‘Je draagkracht en draaglast zijn uit balans.’
‘Als iemand een depressie heeft, is zijn draagkracht en draaglast uit balans’, legt Frederieke uit. Draagkracht, hoeveel je aankan, hangt af van je netwerk, opvoeding en genen. Draaglast gaat over dingen die je meemaakt. Ferdy: ‘Mijn vader heeft last van chronische depressie en ik heb er ook aanleg voor. Daarnaast is verhuizen ingrijpend en kreeg ik heimwee.’ Die factoren samen zorgden voor een depressie. ‘Er is nooit één oorzaak van depressie.’
Na negen maanden ging het beter met Ferdy. Via school en zijn studievereniging bouwde hij een nieuw netwerk op. ‘Als die mensen er niet waren geweest, was ik er misschien meer in blijven zitten.’ Ook hielp het hem om te schilderen of te schrijven. ‘Dan schreef ik de hele situatie op met een helikopterview en kon ik er beter over nadenken.’
Botbreuk vs depressie
Uit onderzoek van Trimbos blijkt dat de helft van de studenten gevoelens van angst en depressie ervaart, en 80 procent zich eenzaam voelt. Daarom wil Ferdy er meer over praten. ‘Bij een botbreuk zie je meteen dat er iets met iemand is, bij een depressie niet. Mensen kijken tegenwoordig oppervlakkig naar elkaar. “Hoe gaat het?” is vaak een beginvraag om vervolgens een gunst te vragen. Terwijl het juist belangrijk is om echt te vragen hoe het met iemand gaat.’
Lastige, maar belangrijke, gesprekken
Tijdens de bijeenkomst worden tips gegeven. Zoek hulp, kijk of mindfulness of een gedachtentraining bij je past, of doe iets creatiefs. En hoe ga je in gesprek met iemand die somber is? Volgens Frederieke kun je prima zeggen dat je het ook lastig vindt om erover te beginnen. Hester: ‘En houd het bij jezelf. Beschrijf wat je opvalt aan iemand, maar trek geen eigen conclusies.’
Wanneer iemand worstelt met zelfmoordgedachtes is het belangrijk om concreet te zijn. ‘Je bent toch niet van plan iets stoms te doen?’ is te vaag, volgens Hester. ‘Het kan zijn dat diegene zelfmoord op dat moment als iets slims ziet. Vraag dus iets als: Heb je wel eens suïcidale gedachtes?’ Een lastig gesprek, maar als meer mensen ernaar vragen, doorbreek je de eenzaamheid. ‘Mocht iemand zoiets bevestigen, dan kun je acuut meezoeken naar professionele hulp.’
Voelsprieten van leerteambegeleider
Een diagnose heeft Ferdy nooit gehad. Het besef dat hij een depressie had, kwam achteraf. ‘Ik heb tijdens mijn depressie op school niet gezegd dat ik niet lekker in mijn vel zat.’ Zijn leerteambegeleider had niets door. ‘Het zou goed zijn als je zoiets zou opmerken als docent, maar sommige studenten kunnen het goed verbloemen. Of een leerteambegeleider herkent zoiets niet. Al is het ook niet alleen zijn taak, ook andere docenten kunnen bijvoorbeeld een student die ineens wat stiller is in de gaten houden.’ In het tweede en derde jaar had Ferdy een fijne leerteambegeleider. ‘Ze checkte in bij de studenten door te vragen hoe het gaat en hield in de gaten of iedereen goed in zijn vel zat.’
Iemand uit het publiek vraagt wat docenten kunnen doen om studenten te helpen. ‘Reach out’, zegt Frederieke. ‘Kijk om naar studenten.’ Ze noemt als voorbeeld Hogeschool Leiden, die met meer verplichte practicums studenten naar de lessen lokt. ‘Want dat studenten vaak niet naar college komen, is natuurlijk geen goed teken.’
Psychische gezondheid en tentamens
Tijdens zijn depressie kreeg Ferdy veel stress van tentamens. ‘Ik vroeg of er alternatieven waren, maar dat mocht alleen als je het twee keer niet had gehaald en naar de examencommissie zou stappen.’
‘Het creëren van meer mogelijkheden om toetsen te maken, kan depressieve studenten helpen.’
Volgens Ferdy zou het ideaal zijn om de toetsing meer af te stemmen op behoeftes van de student. ‘Door meer mogelijkheden te creëren voor studenten die makkelijker een mondeling doen of een verslag schrijven dan een theorietentamen.’ En toetsen anders nakijken met in het achterhoofd dat een student last heeft van depressie? Lastig, vindt Ferdy. ‘Aan de ene kant is het netjes om rekening te houden met persoonlijke omstandigheden. Maar, je hoort ook te presteren net als elke andere student.’
Naast zijn studie geeft Ferdy gastlessen over psychische gezondheid voor de Mind Young Studio, een stichting die zich inzet voor mentale gezondheid van jongeren. Op middelbare scholen en mbo’s vertelt hij zo’n twee keer per week over psychische gezondheid en wat je kunt doen met klachten. ‘Voor de een werkt het om vijf keer per week te gaan hardlopen, of om te tekenen. Als je er zelf niet uitkomt, is hulpverlening een goede oplossing.’
De bijeenkomst wordt afgerond met een oefening. Door hardop te zeggen waar je dankbaar voor bent, kun je je gedachten sturen om meer te letten op positieve dingen. Verschillende dingen worden genoemd: ‘Ik ben dankbaar voor het goede weer’, ‘dat ik in de zon kon zitten’, en als afsluiter: ‘dat we vandaag over dit onderwerp konden praten’.
Worstel jij met zelfmoordgedachten? Neem contact op met 113 Zelfmoordpreventie via 0800-0113 of 113.nl.
Kijk voor meer informatie over trainingen en workshops vanuit de HU bij het Student Support Centre. Van 1 Uur Over… depressie verschijnt binnenkort een podcast op de website van Podium.