Nieuws

Europa turft internationalisering

Zorg ervoor dat studenten hun blik verruimen en de grens overgaan, zegt de Europese Commissie tegen de lidstaten van de EU. Op een mobility scoreboard wil zij de voortgang bijhouden.

Het zou niet uitzonderlijk, maar doodgewoon moeten zijn dat studenten een tijdje in het buitenland studeren, schrijft de Europese Commissie bij haar voorstel (pdf). Zij wil graag dat Europese burgers zich vrij voelen voor hun werk of opleiding door heel Europa te reizen. Ondanks allerlei studiebeurzen en intentieverklaringen is dat nog lang niet zo.

Er zijn wel een paar belangrijke stappen gezet. Vrijwel overal is het bachelor-masterprogramma ingevoerd en de meeste Europese universiteiten en hogescholen werken met het studiepuntensysteem ECTS, zodat onderwijsprogramma’s beter vergelijkbaar zijn geworden.

Toch blijven er genoeg struikelblokken over, zoals informatievoorziening, talenkennis en geldgebrek. Daar moeten de landen iets aan doen, vindt de Europese Commissie. Elke twee jaar wil zij een scorebord openbaar maken met de voortgang op zulke punten.

Waarschijnlijk zal Nederland bij aanvang vrij goed scoren. Het talenonderwijs is hier niet slecht en studenten mogen hun studiebeurs meenemen naar het buitenland, wat twee belangrijke problemen wegneemt. Ook bevordert Nederland transnationale onderwijsprogramma’s, die sinds kort een ‘joint degree’ mogen uitreiken.

Steeds meer Nederlandse hbo’ers volgen een deel van hun opleiding in het buitenland: tegenwoordig doet 21,5 procent dit. Academici worden juist honkvaster: slechts 26,6 procent studeerde een poosje in het buitenland, terwijl zeven jaar geleden 36 procent van hen dit deed.