Interview

GOC-leden Institute for Finance & Accounting: ‘Wij doen veel voor studenten, maar dat is niet altijd bekend’

Je hoort niet zo veel over opleidingscommissies en wat daarin gebeurt. Toch hebben ze sinds enkele jaren wettelijk veel te zeggen gekregen. Voor alle opleidingen aan de HU bestaat een opleidingscommissie (OC), clusters of instituten hebben een gemeenschappelijke opleidingscommissie (GOC). Een korte serie over de mensen achter OC’s en GOC’s en wat ze doen. Vandaag deel 2: de studentvoorzitter en het docentlid van de GOC Institute for Finance & Accounting (IFA).

Een instituut waarin geld en geldzaken een grote rol spelen. Het gaat om Accountancy, Finance & Control (voorheen Bedrijfseconomie) en Finance, Tax and Advice (voorheen Financial Services Management), die opleidt tot adviseur bij het bank- en verzekeringswezen.

Mitchell Boldewijn is voorzitter van de GOC en derdejaarsstudent Accountancy duaal. Hij stapte in 2019 in de GOC, was een korte periode algemeen lid en werd vicevoorzitter. In september 2020 groeide hij door tot voorzitter. Daarnaast is hij student-ambassadeur (zeg maar steunpilaar) van de OC’s aan de Heidelberglaan 15. Hij werkt ook parttime op een accountantskantoor. Karolijn Burgman, docent Professionele Vaardigheden (onder andere presentatietechnieken, schrijfvaardigheid), is al drie jaar lid van de GOC.

Mitchell Boldewijn

Waarom zetten jullie je in voor de GOC?
Mitchell Boldewijn: ‘Actief zijn naast mijn studie is een rode draad in mijn leven. Ik was landelijk actief bij de werkgroep Onderwijs van de CNV Jongeren. Ik kom van het mbo en was niet van plan om actief te worden op de hogeschool, omdat mijn indruk was dat het hbo meer gestructureerd en gebonden was dan het mbo. Maar toen ik aan de opleiding begon dacht ik: waarom zou ik het niet doen?’

Carrièreswitch

Burgman: ‘Ik heb een carrièreswitch gemaakt en werk nu vijf jaar op de HU. Ik zat daarvoor in het communicatievak, zowel in de profit- als non-profitsector. Toen de social media opkwamen bleek dat niet mijn ding te zijn: ik hou meer van persoonlijk contact. Naast docent ben ik ook leerteamcoach. Tijdens een spel met studenten kreeg ik de vraag wat ik doe om de wereld een stukje mooier te maken. Enkele studenten zeiden dat ik hielp in hun ontwikkeling. Dat ontroerde me, want het was precies de reden waarom ik van baan ben veranderd. Een collega vroeg toen: “Is de GOC niet iets voor jou?”’

Waar houdt de GOC zich mee bezig?
Burgman: ‘Wat wij gestructureerd doen is praten met studenten over wat zij vinden van de kwaliteit van het onderwijs. Dat doen we vier keer per jaar met alle klassenvertegenwoordigers van de propedeuse en in de hoofdfase doen we dat tijdens de zogenaamde ‘vlaaiensessies.’ Die hebben een informeel karakter, waarbij we voor de corona-uitbraak vaak taart aten. Regelmatig schuift de opleidingsmanager aan het einde nog aan, waardoor de studenten zich rechtstreeks tot hem of haar kunnen wenden.’

‘…het samen optrekken is nog een verbeterpunt’

Boldewijn: ‘We zijn uitvoerig bezig geweest met de kwaliteitsafspraken voor de verbetering van het onderwijs. Dat is extra subsidie voor de hogeschool van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap ter compensatie voor het afschaffen van de basisbeurs. We zijn vorig jaar samen met leden van de instituutsraad in twee weken zo’n vijftien klassen langs geweest om informatie en meningen van studenten op te halen.

Wat we veel hoorden is dat eerste- en tweedejaars vaak moeite hadden met ondernemingsrecht en belastingrecht. Als GOC willen we die kwaliteitsgelden inzetten voor meer bijles hierover. Veel studenten wilden ook hun Microsoft Excel-vaardigheden beter ontwikkelen. We zoeken hier nog een manier voor. Helaas zijn dit soort zaken begrijpelijkerwijs vanwege corona uitgesteld.’

Worden jullie door het management in het algemeen serieus genomen?
Burgman: ‘Sinds ik drie jaar geleden bij de GOC ben gekomen, worden we bij steeds meer zaken betrokken. Bijvoorbeeld mailtjes die vanuit het management naar studenten gaan, komen ook vaak nog langs ons. Komt de inhoud van de boodschap over? Is de toon goed?’

Karolijn Burgman

Boldewijn: ‘We hebben als dagelijks bestuur van de GOC regelmatig overleg met instituutsdirecteur Hans Monpellier, wat aangeeft hoe belangrijk wij worden genomen. Normaal gesproken is de directeur het aanspreekpunt van de instituutsraad. De opleidingsmanagers zijn dat voor de GOC. Met name met Joke Berendsen, opleidingsmanager Finance & Control en coördinator medezeggenschap binnen het managementteam, hebben we wekelijks contact.’

De instituutsraad en de gemeenschappelijke opleidingscommissie bespreken vaak dezelfde onderwerpen? Kunnen ze niet beter één raad vormen?
Boldewijn: ‘Ik denk niet dat dat handig is. De instituutsraad gaat over beleidszaken, zoals het managementplan. En wij als GOC richten ons vooral op de inhoud van de opleidingen. Op die manier volgen we samen het onderwijs en de uitvoering ervan.

De informele contacten met de instituutsraad zijn goed, maar het samen optrekken is nog een verbeterpunt. Bij de Instituutsraad ligt het niveau iets hoger, abstracter. Ik heb bijna dagelijks contact met de vicevoorzitter. Maar voor 2021 hebben we plannen gemaakt hoe we dat het beste kunnen doen. Het is niet zo dat op alle onderwerpen onze paden kruisen.’  

Er zitten docenten en studenten van alle opleidingen in de GOC. Hoe is die samenwerking?
Boldewijn: ‘De GOC bestaat uit drie docenten en in principe twee studenten per opleiding. Ik vind de samenwerking heel goed. De docenten laten ons studenten lekker ons ding doen. Karolijn is goed in communicatie, dus schakelen we haar in om ons te helpen bij de communicatie, zowel intern als extern. Terwijl Holger Hooimeijer, een van de andere docentleden, goed weet hoe de processen binnen het instituut lopen. Zo proberen we ieders kwaliteiten te benutten.’

‘Ik heb nooit onder stoelen of banken geschoven dat ik Tweede Kamerlid wil worden’

Burgman: ‘Ik heb een groot vertrouwen in de studenten en collega’s waarmee ik samenwerk in de GOC. We kunnen wel eens van mening verschillen over de aanpak van iets, maar dat is prima. Vorige week is er bijvoorbeeld een mail gestuurd door het management over het gebruik van camera’s tijdens de online lessen. Veel studenten zetten ook na herhaaldelijk aandringen van docenten de camera van de laptop niet aan. Die mail is niet langs de GOC gegaan voordat ie werd verstuurd naar de studenten. Mitchell reageerde daarop in de GOC-appgroep uit het perspectief van studenten, terwijl ik als docent daar anders tegenaan kijk.’

Welke onderwerpen willen jullie in de nabije toekomst nog aanpakken?
Boldewijn: ‘Een heel belangrijk punt is de communicatie van de GOC met de studenten. Dat is lastig. Wij doen veel voor studenten, maar dat is niet altijd bekend.

Tentamenplanning

Om een voorbeeld te geven: Door corona werden veel tentamens uitgesteld. Deze werden op een later moment ingehaald. Toen wij de tentamenplanning ter inzage kregen, zijn een aantal tentamens op ons verzoek vanwege de studiebelasting verplaatst. Studenten weten niet dat wij daarover meedenken. Dat moeten we beter communiceren.’

Is de opleidingscommissie voor jullie een springplank naar andere medezeggenschapsraden zoals instituutsraad of Hogeschoolraad?
Burgman: ‘Ik ben een paar maanden geleden naar een informatieavond geweest voor vrouwelijke aspirant-gemeenteraadsleden. Maar dat ga ik niet doen. Ik heb niet de illusie dat ik in de lokale politiek het verschil kan maken. Naast mijn baan en gezin ben ik voorzitter van een goededoelenfonds in Zeist. Dat vind ik genoeg.’

Boldewijn: ‘Ik denk dat ik het wel zou kunnen in de Hogeschoolraad, maar qua studiebelasting kan ik dat er niet bij hebben. Maar ik heb nooit onder stoelen of banken geschoven dat ik Tweede Kamerlid wil worden. Ik ben nu penningmeester van VVD Zaanstad en hoop mij in 2026 te kandideren voor de gemeenteraad. In 2033 wil ik een zetel bemachtigen in de Tweede Kamer.’

Ook interessant: Lector Mieke Koeslag-Kreunen: ‘Veel vernieuwingen komen en gaan en we maken ze nooit af’