Interview

HU-docent Leendert Alberts schrijft dikke pil over bier

Leendert Alberts (55) is bierhistoricus en docent Geschiedenis aan de Hogeschool Utrecht. Onlangs verscheen zijn boek ‘HOP’ over de eerste bierrevolutie in Nederland. ‘Geen mythes over heiligen en abdijbieren, maar sterke verhalen over ondernemerschap.’ Proost.

Alberts is net hersteld van een griepje. Vergiftigd door water waar vroeger bier mee werd gebrouwen? ‘Zou kunnen. Ik gaf een rondleiding langs Utrechtse bierbrouwerijen en wilde laten zien hoe helder en neutraal het grachtenwater was. Ik nam een slok, kan prima. Het is zwemwater dus niet giftig. Eeuwenlang brouwde men van dit water bier, maar veel mensen geloven dat niet. Daarna ben ik ziek geworden, maar dat kan ook toeval zijn.’

De schrijver, docent en rondleider weet alles van bier. Ook in zijn lessen komt het aan bod. Soms zelfs met een bierproeverij in de klas. ‘Bierbrouwen was een van de eerste ambachten in de middeleeuwen. Eeuwenlang was bier een eerste levensbehoefte, net als brood.’

Toevallige bierexpert

In de jaren ’90 studeerde Alberts zelf voor docent Geschiedenis aan de HU. Tijdens een bezoek aan de Amersfoortse archieven ontdekte hij dat het idee voor zijn afstudeerscriptie – migranten in de 17e eeuw- al was uitgezocht. ‘Toen dacht ik: nu ik hier toch ben, wat is nog meer interessant?’ Amersfoort heeft een uitgebreide biergeschiedenis. Dat besloot hij te onderzoeken en dat liet hem nooit meer los. Inmiddels heeft hij meegeschreven aan de stadsbiografie van Amersfoort, promoveerde aan de Universiteit van Leiden en geeft biergeschiedenis aan mensen uit de horeca. Hij is adviseur voor UNESCO op het gebied van erfgoed van de Europese biercultuur en schreef eerder Brouwen aan de Eem, over Amersfoort als middeleeuwse bierstad. Zijn nieuwste boek HOP barst van de informatie, Alberts is een kenner.

Honderden feiten over in welke stad welk bier werd gedronken in de middeleeuwen. Hoe kom je aan al die info?

‘Een deel komt uit eerder geschreven literatuur, maar het grootste deel komt uit archieven. Gelukkig zijn die gegevens nu vaak gedigitaliseerd. Veel stadsarchieven bezitten oude notulen van vergaderingen van het stadsbestuur uit de 14e eeuw. Rekeningen van bieraccijnzen, kronieken van een klooster. Het zijn puzzelstukjes die je moet verzamelen. Duizenden bladzijden aan gegevens.’

In HOP staan meerdere fun facts: Wat dacht je van de voetballer Dirk Kuijt? Die heeft ongetwijfeld een brouwer als voorvader, want Kuijt verwijst naar kuitbier. En wist je dat 15 procent van de bevolking van Amersfoort werkzaam was in de bierproductie?

Wat vond jij het meest fascinerende van wat jij tegenkwam ?

‘In reclames wordt abdijbier afgebeeld als iets nostalgisch en romantisch. Maar in de middeleeuwen brouwden de monniken helemaal niet zelf. Ze lieten hun personeel uit omliggende dorpen de handen vuil maken, die recepten uit de stad meenamen. Pure business.’

‘Ik heb ooit dominee willen worden, maar nu vertel ik het bierevangelie.’

Wat vind je zo interessant aan biergeschiedenis?

‘Ik vind het leuk om dingen te ontdekken. En ik kom op allerlei plekken. UNESCO nodigde mij twee jaar geleden uit om hopvelden in Tsjechië te bezoeken. Onlangs was ik op kasteel Ammersoyen onder Zaltbommel toen er een middeleeuwse bierbrouw-oven werd opgegraven. Fantastisch. Tijdens workshops aan horeca-medewerkers of rondleidingen langs bierbrouwerijen verspreid ik mijn kennis. Ik heb ooit dominee willen worden, maar nu vertel ik het bierevangelie. Nederlandse steden waren de grootste bierproducenten van Europa, dat is toch geweldig?’

De ondertitel van het boek luidt ‘de eerste bierrevolutie van Nederland’. Daarmee doelt Alberts op het gebruiken van hop in plaats van het eerdere kruidenmengsel gruit. Hierdoor bleef bier langer houdbaar en kon het meer geëxporteerd worden. Het werd een ware industrie.

Wat is de tweede of de derde bierrevolutie?

‘In de 19e eeuw spreken we van een pilsrevolutie door biersoorten als Heineken en Bavaria met een andere brouwtechniek. Ze vergistten het bier toen bij lagere temperaturen waardoor het helderder en van betere kwaliteit werd. Bovendien gingen ze uitvindingen toepassen als de stoommachine, thermometer en koelmachine. Dat is de tweede bierrevolutie. We kunnen zeggen dat we nu in de derde zitten. In 1980 waren er veertien brouwerijen in Nederland, nu meer dan 900. Met hippe namen en streekproducten: het assortiment is breder dan ooit en die kleinere brouwerijen laten zien dat het een ambacht is. Of misschien is het geen revolutie, maar een bierrenaissance. Want ook oude bieren zoals IPA, Porter, Stout, Weizen worden populair.’

Alberts schrijft in zijn boek vooral over de middeleeuwen. In Noordwest-Europa dronken mensen – ook kinderen- gemiddeld meer dan 1 liter bier per dag, zelfs al bij het ontbijt.

Waren ze de hele dag dronken?

‘Dat is ook nog steeds mijn vraag, maar hoe dat voor 1600 was is niet helemaal bekend. Hoe rijker het huishouden, hoe zwaarder het bier dat ze dronken. En ook de kinderen dronken mee. Het ging om status. Zwaar bier had 6 tot 8 procent alcohol, het gewone volk dronk bier tussen de twee tot vijf procent alcohol. Armen dronken bier met slechts 1 procent alcohol.’

Bierbrouwen wordt gezien als een mannending: nog geen vijf van de 900 brouwerijen in Nederland is gerund door vrouwen. Vroeger waren het juist de vrouwen die brouwden.

Hoe is dat verschoven?

‘Bierbrouwen was iets van echtparen of vrouwen. Dit was werk dat je thuis kon doen, het hele gezin hielp mee. Vanaf de industrialisatie is het in Nederland een mannenzaak geworden. Waarom dat zo is, is niet bekend maar ik heb wel een vermoeden. Met de komst van grote bedrijven buiten de stad, moest men voor hun werk van huis weg. Dus de man ging werken en de vrouw moest thuis blijven en voor het gezin zorgen.’

‘Bier was een pleister op het levensleed.’

Rond 1580 omschreef de Lijfarts van Willem van Oranje bier als ‘een zoete en gezonde drank die goed voedt als het is gekookt en van de beste granen is gemaakt.’ Later in je boek zeg je ook dat haver glutenarm en cholesterolverlagend is.

Kunnen we concluderen dat bier gezond is?

‘Tot honderd jaar geleden heeft men dat gedacht. Het is voedzaam omdat het van granen is gemaakt en het is dorstlessend. Het was goed voor de nieren en het gaf ontspanning, een pleister op het levensleed. Daarnaast is het een relatief veilige drank – mits je er niet teveel van drinkt – en een basis voor geneeskundige drankjes.’

Drink jij vaak?

‘Ik drink bijna elke dag een biertje. Vorig jaar heb ik voor het eerst bier gebrouwen, samen met mijn achterbuurman. Hij is scheikundige en houdt van experimenteren. Met een middeleeuws recept maakten we drie keer zo’n vijftig liter bier. Het smaakte prima en het roeren in zo’n dikke moutpap vond ik geweldig. In de supermarkt verkopen ze nu ook uitstekende bieren Maar Broeders van brouwerij vandeStreek en Springhaver van De Leckere zijn mijn Utrechtse favorieten.’

Alberts schreef gedurende twee lang aan zijn boek. Vooral tijdens de twee laatste blokken van de schooljaren, waarin hij minder lesgaf. ‘Dan zat ik dagelijks urenlang op zolder met mijn laptop tussen de boeken. Altijd thuis om mijn jongste zoon van 9 jaar op te vangen. Hij raakte zo geïnspireerd dat hij al een spreekbeurt over bier heeft gegeven. Maar dan zonder proeverij!’ Thuis zijn ze trots, kan hij weer het land in om te preken.

Daar proosten we op.

Wil jij het boek HOP van Leendert Alberts winnen? Wij verloten een exemplaar! Mail naar trajectum@hu.nl en vertel waarom jij meer over bier wilt leren.