Columns

Ik deed een oogproef bij een HU kliniek maar had me beter kunnen inlezen

Tristan Lof. Foto: Lucas Versteeg

Tristan Lof (28) studeert Journalistiek aan de HU.

Ik ben bijziend, maar ik wil me niet wijden aan een bril. Ik snap niet hoe zes op de tien mensen kunnen leven met een permanent venster voor hun ogen. Ik weet niet hoe ik het deed, maar mijn glazen waren altijd vies. Het was alsof er een mistlaag tussen mij en de wereld zat, een verkleind kader met een zwarte rand in mijn ooghoeken.

Hoe het ook zij, ik wilde lenzen. Volgens mijn eigen opticien waren mijn ogen achteruitgegaan. Ik moest aan -1,75 gaan geloven. Maar ik vertrouwde mijn spontane achteruitgang niet, zag prima, en wilde een second opinion. Gelukkig kan je bij de kliniek Optometrie van de HU terecht voor een gratis uitgebreide ogencheck. Gedurende een uur werden mijn ogen blootgesteld aan allerlei proeven; van de albekende letterkaart tot het omklappen van mijn ooglid voor een binnenwaartse foto. Klinkt pijnlijk, was het ook wel. Alles voor de wetenschap!

Vervolgens verdoofde een enthousiaste student (wel onder toeziend oog van zijn docent) mijn ogen: mijn irisspier zou de resultaten namelijk kunnen beïnvloeden. Met gevolg dat mijn ogen zich niet meer aan konden passen aan het omgevingslicht. Dat was bevorderlijk tijdens het onderzoek, maar daarna had ik toch spijt dat ik geen zonnebril had meegenomen. Omlaag turend probeerde ik de weg naar het centraal station te vinden. Het voelde als of ik in een gigantische zonnebank terecht was gekomen.

Tot mijn schrik bleven mijn pupillen de volgende morgen de grootte behouden die je zou verwachten bij menig cannabisgebruiker. Ik had ook geen rekening gehouden met mijn presentatie die de volgende dag zou plaatsvinden. Misschien had ik me toch beter moeten inlezen. Maar het was het waard: het resultaat was -1,5.

Ik zou zeggen: als je opticien je een nieuwe bril wil aansmeren, loop met een zonnebril op zak naar de HU. Zorg er wel voor dat je de volgende dag geen presentatie hebt.