Nieuws

Laatste plaats? Dat kán toch niet!

Foto: Kees Rutten

 Vorige week werd bekend dat de HU zowel in de Keuzegids Hbo 2019 als bij Elsevier Weekblad op de laatste plaats eindigde. Collegevoorzitter Jan Bogerd reageerde daar al op in een interview.  Ook Cees Braas stuurde zijn reactie naar Trajectum. Braas is lid en roulerend voorzitter van de Instituutsraad IMC en oud-voorzitter van de Hogeschoolraad. Hij is 34 jaar werkzaam bij de HU. Onderstaand zijn reactie, inclusief zijn oproep tot meer reacties. :

Ik zat tussen mijn collega’s toen het nieuws bekend werkt: HU gezakt naar de laatste plaats in de Keuzegids. Een collega kwam flink chagrijnig uit haar les: ‘Krijg ik in mijn les te horen dat we hier de slechtste hogeschool van Nederland zijn! Mooi is dat!’.  Een ander begon al omstandig uit te weiden over de onbetrouwbaarheid van die Keuzegids en het matige onderzoek erachter. Weer een ander: ‘Maar, als alle hogescholen op dezelfde onbetrouwbare manier gemeten worden, dan zegt ’t toch wel iets als de HU-beoordeling een dalende lijn vertoont?’  Gelukkig kwam iemand met de opmerking dat misschien de hele HU het wel slecht deed. maar dat ónze opleiding daar positief bij afstak. Dat bleek toch zeker wel uit de NSE!

Gelukkig. Discussie getackeld. Iedereen kon weer verder. Het lag niet aan ons. Er moest trouwens weer lesgegeven worden.

Het zat mij niet lekker. Je zou als hogeschool toch op zijn minst gealarmeerd moeten zijn na zo’n resultaat. Niets daarvan. Collegevoorzitter Jan Bogerd wees resoluut suggesties van de hand dat de HU iets niet goed zou doen. En nader onderzoek naar onderliggende oorzaken was zeker niet nodig.

De HU zegt weliswaar reflective practitioners op te leiden, maar praktiseert zelf bepaald geen reflectief voorbeeldgedrag. De reacties zijn: wegredeneren, ontkennen, andere kant opkijken, op naar de toekomst.

Toch wordt het hoog tijd goed na te denken over mogelijke verklaringen voor deze dalende lijn. Wat gaat er dan niet goed of niet goed genoeg bij de HU? Er zijn namelijk heel wat zaken prima in orde: alle opleidingen zitten nu in de Uithof, vaak in mooi verbouwde of zelfs spiksplinternieuwe panden. De organisatie is platter geworden, waardoor instituten en opleidingen zelf meer zaken kunnen beslissen. De ondersteunende diensten zijn gecentraliseerd en hebben hun processen ingrijpend verbeterd. Bovendien zijn vrijwel alle opleidingen in de HU aan het innoveren. Wat zou er dan nog mis kunnen zijn?

In een stilstaande vijver reflecteert maar één beeld. Gooi je er een steentje in, dan heb je plotseling duizenden reflecties. Mijn steentje: de HU innoveert zich helemaal kapot. De HU is zo gefixeerd geraakt op de toekomst dat zij het heden uit het oog is verloren.

Overal in de transparante HU-gebouwen zien studenten groepjes docenten overleggen. Druk bezig met curriculumvernieuwing en innovatieplannen. Een flink deel van alle uren in die praatsessies had ook besteed kunnen worden aan het reëel bestaande onderwijs: meer tijd voor uitleg, grondiger feedback op werkstukken, extra tijd voor een paar studenten bij wie het kwartje nog steeds niet wil vallen, een betere toets. Of zomaar een gesprekje met Aïcha of Bart om te horen hoe hun stage is geweest.

Collegevoorzitter Bogerd ziet de ontevredenheid als een tijdelijke dip. Over een paar jaar gaat alles weer crescendo. Waarom kunnen studenter niet wat positiever zijn over het feit dat studenten ná hen zoveel beter onderwijs gaan krijgen?

Dit is mijn steentje. Laten er nog heel veel volgen. Het kan toch niet zo zijn dat een potentieel grandioze hogeschool als de HU de blamage van die laatste plek maar gewoon  accepteert! Laat het  flink plonzen in die vijver!

Cees Braas