Nieuws

Lerarenregister in 2017 verplicht

Vanaf schooljaar 2017-2018 moeten leraren zich allemaal inschrijven in het ‘lerarenregister’. Maar serieuze gevolgen heeft dat pas jaren later. Het kabinet doet rustig aan na felle kritiek van de Raad van State.

Zoals artsen en advocaten zich moeten bijscholen om hun vak te mogen uitoefenen, zo zouden ook leraren hun kennis en vaardigheden op peil moeten houden. Dat is de gedachte achter het lerarenregister.

Vandaag heeft staatssecretaris Sander Dekker zijn wetsvoorstel naar de Tweede Kamer gestuurd. Leraren moeten in de toekomst elke vier jaar 160 uur aan hun eigen ontwikkeling besteden, staat daarin. Dat is een volle werkweek per jaar.

Meerwaarde
Het
register zelf is er al, maar de meeste leraren schrijven zich niet in. Ze kennen het niet of zien er de meerwaarde niet van. Daarom gaat het kabinet de registratie verplichtstellen.

Maar de Raad van State uitte forse kritiek op de ideeën achter het wetsvoorstel. Als leraren niet aan de eisen voldoen, mogen ze niet meer voor de klas staan en dat is volgens de raad een disproportionele straf. Ook is het maar de vraag of leraren genoeg tijd en mogelijkheden hebben om zich bij te scholen. Misschien zou er eerst een zelfbewuste beroepsgroep moeten komen en dan pas een register, en niet andersom.

Om de kritiek voor te blijven, gaat het kabinet rustig de tijd nemen voor de invoering. In schooljaar 2017-2018 moeten alle leraren zich inschrijven: de bevoegde komen dan in het echte register en de onbevoegde leraren, die bijvoorbeeld nog in opleiding zijn, mogen in een ‘voorportaal’.

Nascholing
In de jaren daarna houden leraren bij hoe het met hun nascholing en ontwikkeling gaat. Dan wordt duidelijk welke docenten genoeg doen en welke een ‘aantekening’ krijgen. Pas vanaf 2022 gaan leraren het echt voelen als ze niet meer aan de voorwaarden voldoen: dan mogen ze niet meer voor de klas staan.

Leraren gaan zelf de eisen vaststellen waaraan de scholing en ontwikkeling moeten voldoen. Het is nog even afwachten hoe dat precies in zijn werk gaat. Er komt waarschijnlijk een soort vergadering van deelnemers. Werkgevers staan er helemaal buiten.

Het beheer van het register is in handen van de Onderwijscoöperatie, een samenwerkingsverband van enkele vakbonden en beroepsorganisaties. Zij hopen dat leraren dankzij het register zelfbewuster worden en zich minder laten ringeloren door werkgevers en overheid. Dat zou de status van het beroep en uiteindelijk ook de kwaliteit van het onderwijs ten goede komen.

Het register is voor docenten in het primair onderwijs, voortgezet onderwijs, middelbaar beroepsonderwijs en speciaal onderwijs.