Bij de les

Meesters, maar waarin?

Saskia van Laar en Alard Joosten, van De Docentenacademie voor effectief onderwijs, geven tips voor beter lesgeven. Ditmaal Alard Joosten, over het nut van hoorcolleges.

Vorige week beweerde docent journalistiek Remko van Broekhoven in zijn column ‘Meesters’ in Trajectum dat de huidige en toekomstige studenten nog heel veel aan bevlogen en deskundige kennisoverdracht blijven hebben. Hij geeft zelf een voorbeeld van een oud-collega van hem die als geen ander twee uur achter elkaar ‘klassikaal’ en ‘frontaal’ college gaf, wat hele generaties studenten mateloos boeide.

Natuurlijk is het heerlijk voor studenten om te luisteren naar een bevlogen docent die met het nodige enthousiasme studenten inspireert en zijn colleges tot een waar genoegen maakt. Ik zie dit echter zeker niet als de kern van het onderwijs, meer als een meerwaarde.
Bovendien, hoeveel docenten bezitten nu die charismatische gave om twee uur lang te boeien?

Drie redenen om te stoppen met hoorcolleges die puur bedoeld zijn als vorm voor kennisoverdracht.

1.     Het doel/de functie van een hoorcollege is vaak niet duidelijk

Het woord kennisoverdracht doet vermoeden dat kennis zo kan worden overgedragen. Was dat maar waar. Kennis, of beter informatie, kan worden aangeboden. En als je veel informatie wilt aanbieden, kun je dat nog altijd veel beter door middel van een tekst doen. Maar een veel belangrijkere vraag is: wat is het doel van het hoorcollege waarin informatie wordt aangeboden? Wat wil je er als docent mee bereiken?
Deze vraag levert even veel antwoorden op als er docenten zijn. De bedoeling of functie van een hoorcollege is vaak niet duidelijk. En als iets niet duidelijk is, hoe kan het dan effectief zijn?

2.     De hoorcolleges bieden te veel aan

Ik zie bij mijn lesbezoeken nog heel veel docenten die in hoorcolleges te veel aanbieden: te veel theorie,  te veel begrippen, te veel uitleg. Ik noem dit ook wel ‘de valkuil van de expert’: de docent is inhoudsdeskundig en wil daarover zo veel mogelijk kwijt, zonder daarbij rekening te houden met zijn gehoor. De aandachtscurve van studenten is gemiddeld twaalf minuten en die grens wordt vrijwel altijd overschreden.
Enig idee wat het leerrendement is na 45 minuten luisteren? Bedroevend weinig. Luisteren is een leeractiviteit die laag scoort op leerrendement.

3.     De hoorcolleges zijn vaak eentonig en weinig opwindend.

Zoals ik al zei: het is lastig om je studenten gedurende 45 minuten te boeien. Wij zijn niet allemaal een Youp van ’t Hek of een Erik Scherder.

Het hoorcollege dan maar in de ban?
Nee hoor, het hoorcollege kan een prima functie vervullen in het leerproces van studenten. Maar alleen als er helderheid is over functie of doel én als je rekening houdt met het leerproces van studenten in de opzet van jouw college.

Het doel van een hoorcollege zou moeten zijn dat studenten iets leren. Dat ze het idee hebben dat ze na die 45 minuten een volgende stap gezet hebben in hun ontwikkeling. Jouw rol als docent is om daaraan bij te dragen. Volgens mij zijn we als docent zeker meesters, maar geen meesters in kennisoverdracht!

We zouden meesters moeten zijn in leren en leerprocessen begeleiden. Wij weten als geen ander op allerlei mogelijke manieren hoe we studenten kunnen helpen en ondersteunen bij dit leren. Daarom pleit ik voor een overgang van lesgeven naar leren!

  • Leestip: Kallenberg e.a.. (2014). Leren (en) doceren in het hoger onderwijs. Den Haag: Boom Lemma. Hoofdstuk 12.

Alard Joosten en Saskia van Laar zijn eigenaren van De Docentenacademie.  De Docentenacademie voor effectief onderwijs traint en begeleidt docenten en docententeams binnen het hoger onderwijs in les- en begeleidingssituaties.