Nieuws

Na excuses slavernij-verleden, nu tijd voor onderwijsvernieuwing?

Foto: Kees Rutten / iStock

Dinsdag 8 februari overhandigde de commissie Bussemaker een rapport aan de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS): ‘Geef de geschiedenis van voormalig Nederlands-Indië een prominente plek in het curriculum.’ Volgens vakdidacticus en curriculumdeskundige Hanneke Tuithof is het hoog tijd om het onderwijs op orde te krijgen.

Hanneke Tuithof is hoofddocent in lectoraat curriculumontwikkeling aan de HU en vakdidacticus geschiedenis aan de UU. Ook is ze lid van de Commissie Versterking kennis geschiedenis voormalig Nederlands Indië, een commissie onder leiding van oud-onderwijsminister Jet Bussemaker. Dinsdag 8 februari overhandigde deze een adviesrapport aan staatssecretaris Maarten van Ooijen van VWS.

Huidige lesboeken

De huidige geschiedenisboeken zijn verouderd, stelt Tuithof. Het curriculum voor geschiedenis is al 22 jaar oud. De regering wil eerst Nederlands, rekenen, digitale geletterdheid en burgerschap vernieuwen. Het curriculum van geschiedenis, aardrijkskunde en economie is later aan de beurt.

Slavernij, het koloniale verleden en de geschiedenis van voormalig Nederlands-Indië komen weinig aan bod, terwijl er steeds meer over bekend is. Tuithof: ‘Na de officiële excuses voor het slavernijverleden, kan het onderwijs niet achterblijven. Als de curriculaire kaders niet veranderen, is het voor docenten lastig om er veel tijd aan te besteden. Je hebt wel de vrijheid om in de les te behandelen wat je wilt, maar dan moet je zelf aanvullend lesmateriaal zoeken.’

De lesstof voor geschiedenis op het voortgezet onderwijs wordt ingedeeld in 10 tijdvakken met 49 ‘kenmerkende aspecten’. Volgens Tuithof zijn deze beperkend, omdat ze beschreven zijn vanuit een eurocentrisch perspectief. De Europese cultuur wordt daarbij als maatstaf beschouwd. ‘Door deze tijdvakken is er weinig ruimte voor ontwikkelingen elders op de wereld. Ontwikkelingen in China of Zuid-Afrika passen niet in dat Europese raamwerk, omdat die zich in andere perioden afspeelden.’

Voormalig Nederlands Indië

De commissie-Bussemaker is ingesteld om het koloniale verleden van Nederland meer zichtbaar te maken in het onderwijs. Vanaf de VOC tot aan de aankomst en het verblijf van Indische Nederlanders, Molukkers, Papoea’s en Indische Chinezen in Nederland. Naar schatting hebben twee miljoen Nederlanders banden met het voormalige Nederlands-Indië.

In het net verschenen rapport staan concrete adviezen over hoe het onderwijs meer aandacht kan besteden aan dit onderwerp. Een vaste plek in het curriculum van geschiedenis, aardrijkskunde, economie en maatschappijkunde. En aanbod voor gastlessen en samenwerkingen met musea. ‘Zo zou een school in Utrecht de bronnen van het Utrechts Archief over koloniaal verleden kunnen gebruiken’, geeft Tuithof als voorbeeld. ‘Ook kan een digitaal platform zorgen voor de uitwisseling van educatief materiaal.’

Docenten van de toekomst

In het rapport staat ook het advies aan lerarenopleidingen om hun studenten betere didactische kennis en vaardigheden geven, zodat ze het gesprek over de complexe geschiedenis sneller aangaan. Daarvoor is de commissie bezig een speciale leergemeenschap samen te stellen. Die zullen werkvormen en materialen aanreiken voor het praten over gevoelige onderwerpen. Volgens Tuithof schieten de opleidingen daarin momenteel inderdaad tekort. Bij de opleiding Leraar Geschiedenis valt het thema meerstemmigheid wel binnen de didactiek, maar Tuithof vindt dat er meer uren voor moeten worden vrijgemaakt.

Studenten zijn bezig met het onderwerp, merkt Tuithof. ‘We zien slavernij niet meer als iets van lang geleden, maar als een geschiedenis waar we als Nederlanders bij betrokken waren en die nog steeds doorwerkt.’ Als studenten zelf lesmateriaal moeten ontwikkelen, kiezen ze vaker voor dit soort thema’s. ‘Daar moeten we gebruik van maken. Docenten zouden studenten gericht kunnen laten meedenken over nieuwe manieren om kennis over slavernij en koloniaal verleden over te brengen. Via een VR-game of filmpje bijvoorbeeld.’

Bij de docentenopleiding Geschiedenis zijn ze al bezig er een minor over te ontwikkelen. Bij andere docentenopleidingen merkt Tuithof handelingsverlegenheid. ‘Terwijl je dit thema ook kan behandelen bij Nederlands, aardrijkskunde en economie.’ Maar er is zoals gezegd te weinig goed en actueel lesmateriaal. ‘Dan bekijken studenten een docu waarin Nederlanders met een Molukse achtergrond aan het woord zijn, bijvoorbeeld. Maar het verhaal over ons koloniale verleden moet je juist vertellen vanuit zoveel mogelijk perspectieven.’