Nieuws

Dijsselbloem zegt sorry

‘Zand erover.’ HBO-raadvoorzitter Doekle Terpstra is blij dat kamerlid Jeroen Dijsselbloem zich heeft verontschuldigd dat hij hem in dagblad De Pers ‘pseudo-minister’ heeft genoemd.

‘Dijsselbloem las het interview vrijdagochtend 23 januari voor het eerst en was er niet gelukkig mee’, zegt Terpstra. ‘Ik op mijn beurt heb hem nog eens uitgelegd dat wij niet vinden dat zijn commissie de onderwijsvernieuwing op slot heeft gezet, maar dat sommigen de aanbevelingen misbruiken om noodzakelijke aanpassingen tegen te houden. En dan heb ik het bijvoorbeeld over de versterking van het taal- en rekenonderwijs.’

Over de rol van de ‘onderwijsraden’ gaan Dijsselbloem en hij binnenkort doorpraten. ‘Hij mag natuurlijk vinden wat hij vindt, maar ik wil hem ervan overtuigen dat de HBO-raad juist openstaat voor dialoog. Al betekent dat natuurlijk niet dat we niet af en toe een steen in de vijver gooien.’

Jeroen Dijsselbloem zegt desgevraagd dat hij de onderwijsraden inderdaad ‘pseudo-ministeries’ heeft genoemd. ‘In het verlengde daarvan liet De Pers mij Terpstra ‘pseudo-minister’ noemen. Dat heb ik bij mijn weten niet gedaan, want ik hou er niet van om op de man te spelen.’

Het klopt volgens Dijsselbloem dat het rapport van zijn commissie gebruikt en misbruikt wordt. ‘Elke stelling dat iets kan of juist per se niet kan vanwege "Dijsselbloem", moet zeer kritisch tegen het licht worden gehouden.”

Een voorbeeld: "Minister Plasterk kreeg onlangs veel kritiek toen hij zich afvroeg of sommige kinderen niet te vroeg moeten kiezen in het voortgezet onderwijs. Datzelfde hebben wij in ons rapport gedaan. Maar we hebben net als hij geen pleidooi voor invoering van de middenschool gehouden. Wel vinden we dat het onderwijs beter rekening moet houden met verschillen. De ene leerling weet al op tienjarige leeftijd dat hij naar het gymnasium wil en voor de andere komt de schoolkeuze nu veel te vroeg. Daar is best iets op te verzinnen, alleen ligt het allemaal buitengewoon genuanceerd."