Terwijl onderwijsbestuurders
hameren op het belang van internationalisering, is er in veel steden te weinig
woonruimte voor buitenlandse studenten. Sommigen slapen op de achterbank van een
auto.
Internationale studenten in Rotterdam wonen noodgedwongen
in toercaravans, jeugdherbergen, of in flats vlakbij vliegveld Zestienhoven die
ruim zeshonderd euro per maand kosten, bericht Erasmus Magazine deze week.
In andere steden spelen vergelijkbare problemen.
Buitenlandse studenten in Delft bivakkeerden tijdelijk in een hostel in Den
Haag. In Groningen is niets geregeld voor Duitse studenten. ‘Een meisje mailde
dat ze al drie weken in een auto sliep en daar toch wel genoeg van had’, vertelt
Bob de Greef van de Groninger Studentenbond. Circa zeventig buitenlandse
studenten uit Wageningen zijn gehuisvest in Hoenderloo, dertig kilometer
verderop, met zes personen per drie slaapkamers.
Het is lastig om goedkope kamers te regelen voor internationale
studenten, stelt Remco de Maaijer, directeur van Kences, het
samenwerkingsverband van studentenhuisvesters. ‘Ze moeten gemeubileerd zijn,
studenten moeten ze binnen een dag kunnen betrekken en je weet nooit hoeveel er
precies nodig zullen zijn. Maar caravans zijn natuurlijk een noodmiddel. Ik ga
ervan uit dat dit snel opgelost wordt.’
Volgens hem moet er snel
iets gebeuren. ‘Want als we op deze manier doorgaan, trekken we te weinig
buitenlandse studenten en behoort Nederland over tien jaar niet meer bij de
landen met de snelst groeiende kenniseconomie. In China lachen ze hier
om.’
Bij de huisvesting zijn veel partijen betrokken:
woningcorporaties, onderwijsinstellingen, gemeenten en immigratiedienst IND.
Centrale aansturing ontbreekt. ‘Zowel het aanbod als de problemen verschillen
per stad’, zegt Lisa Westerveld van de Landelijke Studentenvakbond (LSVb). ‘Sommige steden zeggen: onze eigen studenten gaan voor. Buitenlandse studenten
worden dan gehuisvest in containers.’
