Nieuws

Plasterk begrijpt HBO-raad niet

MinisterPlasterk snapt niet waarom de hogescholen op het laatste moment hebben geweigerdhun handtekening te zetten onder het definitieve Convenant Leerkracht vanNederland. De HBO-raad geeft de vakbonden de schuld.

 In het omstreden convenant wordt afgesproken wat er moetgebeuren met de één miljard euro voor de verbetering van de salarissen enloopbanen van leraren in de verschillende sectoren van het onderwijs. Het hbo kreegdaar 26 miljoen euro van.

Met dat geld moeten uiteindelijk meer docenten in de hogereloonschalen terechtkomen, spraken de sociale partners af. In het convenantstaat een schatting van de huidige verdeling van docenten over de verschillendeloonschalen. Daarnaast staat hoe die verdeling er in 2012 uit moet zien.

 Maar de raad hield daarbij uitdrukkelijk een slag om de arm:de huidige situatie werd nog onderzocht en kon afwijken van de genoemdegetallen in het akkoord. Op 1 juli zou de minister daarover geïnformeerdworden. ‘Aldus is geschied’, zegt de HBO-raad nu. Want de werkelijkheidverschilde inderdaad van de schattingen in het convenant.

 Dus moeten de streefcijfers worden aangepast. En dat blijkteen netelige kwestie, want de bonden willen geen water bij de wijn doen. Er ishelemaal geen nieuwe informatie, beweren zij, en de HBO-raad had hier eerdermee moeten komen.

 Als we er samen niet uitkomen, zei de HBO-raad tegen devakbonden, kunnen we de 26 miljoen euro dan niet gebruiken voor een algehele salarisverhogingin de loonschalen tien en elf, waar de meeste docenten zich in bevinden? Dat voorstelwezen de bonden echter af: die willen liever een structurele verbetering van dehele ‘functiemix’ in het hbo.

 MinisterPlasterk lijkt zich aan de kant van de bonden te scharen. Het actieplan en hetonderhandelaarsakkoord gebruiken volgens hem gegevens uit desalarisadministratie van de hogescholen. Daarom zou er geen sprake kunnen zijnvan een gewijzigde uitgangssituatie.

Hoedan ook zullen de HBO-raad en de bonden er samen uit moeten komen. Plasterkverwacht van de sociale partners in het hoger beroepsonderwijs dat ze om tafelgaan zitten en alsnog, binnen de grenzen van het akkoord, tot een oplossingkomen.