Nieuws

Reactie HU-college op Miljoenennota

De begroting van het ministerie van OCW gaat omhoog van 35,1 in 2009 naar 36,5 miljard komend jaar. Dat moet vrolijk stemmen?
Geri Bonhof, voorzitter van het college van bestuur: ‘Het kabinet bezuinigt komend jaar sowieso niet, maar investeert om de crisis te lijf te gaan. Daar is vriend en vijand het mee eens. Het is daarom niet verrassend dat het budget voor OCW omhoog gaat. Wel verheugend is dat onderwijs en onderzoek niet langer gezien worden als een kostenpost maar als een investering in de toekomst. Dat is winst want in geval van bezuinigingen wordt er niet per definitie naar onderwijs gekeken.’

Wat betekent deze Miljoenennota voor de HU?
‘Er zijn drie belangrijke items. Het is voor de HU buitengewoon prettig dat het Sirius-programma (voor excellentie in het onderwijs) overeind is gebleven. Dat betekent dat de hogeschool de komende jaren in totaal rond de 3,5 miljoen tegemoet kan zien. Dat geeft ons de mogelijkheid om de excellentietrajecten aan grote groepen studenten aan te bieden. Een selectiecommissie had hierover positief geadviseerd maar het was de vraag of er middelen voor in de begroting zouden staan. We hebben er meteen de betreffende paragraaf op nageslagen en het geld is er.

‘Een tweede positief punt komt uit de begroting van het ministerie van Justitie. De soepelere immigratieprocedures van  talentvolle kenniswerkers uit het buitenland, zoals gastdocenten en studenten, werden totnogtoe gekoppeld aan de universiteiten, maar die gelden nu ook  voor het hbo. Dat is een belangrijke opsteker voor internationaal georiënteerde groepen binnen de hogeschool,  zoals de faculteit economie en Management.

‘Een moeilijk onderwerp is de salarissen van het personeel, zo’n 75 procent van de uitgaven van de HU.. De lonen stijgen de komende jaren meer dan in de marktsector; die cao-afspraken zijn voor de crisis gemaakt. Dat verschil in loonstijging werd door het ministerie structureel bijgepast, maar met ingang van 2010 is die compensatie afgeschaft. De Miljoenennota geeft aan dat we dat zelf moeten opvangen. Dat betekent dat elke budgethouder binnen de hogeschool die twee procent ergens binnen de eigen organisatie vandaan moet halen.’

Na 2010 komen er ‘fundamentele heroverwegingen’ in de collectieve sector. Treffen die ook het hoger onderwijs?
‘Als vice-voorzitter van de HBO-raad loop ik genoeg in Den Haag rond om daar volmondig ja op te antwoorden. Ongeveer twintig procent van de rijksuitgaven gaan naar OCW. Als er dan fors bezuinigd moet worden kunnen ze niet om zo’n big spender heen.’

Werkgroepen met ambtenaren gaan potentiële bezuinigingsposten zoeken. Enig idee waar ze binnen het hoger onderwijs uit zullen komen?

‘Vanuit mijn ervaring in het Haagse denk ik dat de lonen in het gehele onderwijs – net als in andere sectoren – zullen moeten matigen. En het is denkbaar dat de collegegelden van de masters omhoog gaan en mogelijk ook die van de bachelors, hoewel dat laatste vanwege de toegankelijkheid van het hoger onderwijs nauwelijks bespreekbaar is. Verder is het niet meer mogelijk om de  studiefinanciering verder te bevriezen en zal ongetwijfeld het concept van een sociaal leenstelsel overwogen worden. Ook ziet het ernaar uit dat de ov-kaart wordt afgeschaft.’

Denk u dat het totale budget voor hoger onderwijs omlaag gaat?
‘Ja, maar de bekostiging per student kan niet verder omlaag. Tot nu toe zijn er mogelijkheden om lang over de studie te doen. Dat zit er straks niet meer in. Daar zullen we een budgetprikkel op krijgen en moeten we sterk op gaan sturen. Dus de selecterende en oriënterende werking van de propedeuse wordt steviger aangezet. Mijn veronderstelling is verder dat we in toenemende mate geld moeten verwerven via competitie door het indienen van subsidieaanvragen voor projecten.

‘Op de middellange termijn hebben we te maken met demografische krimp. Dat is in eerste instantie merkbaar buiten de Randstad maar daarbinnen komt dat er ook aan. Dat wetende is het de vraag of je met extra rijksgelden een nieuwe hogeschool in de Flevopolder moet starten. Dit soort vraagstukken zullen in de werkgroepen zeker aan bod komen.’