Nieuws

Verwarring over rente op studieschuld

De ontstane verwarring over de rentestijging heeft het ministerie zelf veroorzaakt. Die presenteerde in de loop van januari een concept-wetswijziging waarin de stijging met een heel procentpunt letterlijk wordt aangekondigd. Studentenbonden ISO en LSVb reageerden woedend. ‘Ronduit belachelijk’, zei ISO-voorzitter Sebastiaan den Bak. Volgens zijn berekening komt de stijging van een procentpunt neer op meer dan 330 euro extra kosten per lenende student.
PvdA-kamerlid Marianne Besselink vindt het logisch dat Bruins dekking heeft gezocht voor de extra kosten. ‘Maar ik weet niet of dit de beste manier is. De staatssecretaris is tegen de Tweede Kamer niet erg duidelijk geweest over de dekking van zijn plan. Dan is het vreemd dat hij nu in de wetswijziging met deze oplossing komt.’ Ook haar CDA-collega Cisca Joldersma zei dat het voorstel niet zomaar door de Tweede Kamer komt. ‘We vonden het erg belangrijk dat de studiefinanciering werd aangepast. Alleen heeft Bruins nooit gezegd dat hij plannen had om de rente te verhogen.’
De passage uit de wetswijziging blijkt echter betrekking te hebben op een afspraak met de Tweede Kamer uit 2004. Bruins heeft de toelichting alleen maar uitgebreid met de invoering van wereldwijd meeneembare studiefinanciering. Dankzij de commotie loopt Bruins het risico dat de Tweede Kamer hem opnieuw aan het werk zet. Alle grote partijen in de Tweede Kamer – inclusief Bruins’ eigen VVD – vinden het betaalbaar houden van studentenleningen essentieel.
Onder leiding van staatssecretaris Bruins en zijn voorganger Mark Rutte werd de studiefinanciering de afgelopen jaren flink aangepast. Met name de leenmogelijkheden werden uitgebreid. Studenten kunnen bijvoorbeeld hun collegegeld lenen. Ook mogen ze hun studieschuld in 25 jaar aflossen in plaats van vijftien. Bovendien kunnen ze de terugbetaling maximaal vijf jaar opschorten. Verwacht wordt dat de verruiming de staat jaarlijks 35 miljoen euro extra kost. (HOP)