Hu-medewerker in woord en daad

Opleidingsmanager Caroline Leeuwenkamp over onderwijs, leidinggeven en nooit opgeven

Foto: Kees Rutten

‘Haaai, wil je wat drinken? Koffie, thee, water? Niks?’

Caroline Leeuwenkamp nestelt zich in de zachte bank, op de vierde verdieping van Heidelberglaan 15. Wijnrood broekpak, rond gezicht, felblauwe ogen. Ze is al drie jaar opleidingsmanager van de opleiding HR en heeft volgens collegae een ‘groot hart voor de HU’. Aan het eind van het gesprek trakteert ze ons op een paar openhartige anekdotes.

Na een studie Engelse letterkunde belandde Leeuwenkamp op een dag naast een mozzarellamachine in een kaasfabriek.

‘Praktisch de eerste baan na mijn studie was bij Tempo-Team. Ik moest daar invoeren hoe lang mensen hadden gewerkt, op basis van hun briefje. Dat deed ik vrijdagmiddag, zodat ze diezelfde nacht hun salaris kregen gestort. Mannen en vrouwen die in het edelmetaal werkten, de glasfabriek of in “de kaas”. Arbeiders die lange uren maakten voor een laag loon en elke maand weer onzeker waren over hun baan. Kostwinners hè? Verantwoordelijk voor een heel gezin. Een foutje van mij kon ervoor zorgen dat ze geen beleg hadden op hun brood. Dat heeft me gevormd.

Ik heb er ook geleerd hoe het is als mensen tegen je liegen. Sommigen solliciteerden omdat het moest. Dan kregen ze een uitkering waarbij ze sollicitatieplicht hadden. Anderen wilden alleen weten wat ze bij ons zouden verdienen, vergeleken bij andere uitzendbureaus. Nog weer anderen werkten even om hun drugsverslaving te financieren en stopten na een paar dagen.

Die mensenkennis heeft me geholpen als studieloopbaanbegeleider. Dan zei zo’n student dat ie bijna klaar was, terwijl ik wel doorhad dat ie niks had gedaan. “Mag ik je eerste hoofdstuk eens zien”, vroeg ik dan. “Ik ben wel nieuwsgierig”.’

Leeuwenkamp werd docent, studieloopbaanbegeleider en uiteindelijk opleidingsmanager. Ineens maakte ze geen deel meer uit van het team, maar voerde ze het aan.

‘Mijn gesprekken met studenten hebben ertoe geleid dat ik uit volle overtuiging drie hervormingen ben gaan doorvoeren. De eerste daarvan is méér praktijkervaring in de propedeuse. Studenten willen sneller weten waarvoor ze aan het studeren zijn. Ze kunnen daarom nu vanaf jaar één een vak van vijf studiepunten doen waarin ze kijken hoe HR aanwezig is in hun leven. Hoe lang houdt een mantelzorger zijn taken vol, zo had bijvoorbeeld iemand onderzocht in zijn eigen kring.

De tweede vernieuwing is flexibilisering: niet iedereen dezelfde vakken. En de derde is kleinschaligheid. Dat laatste betekent dat hoorcolleges nu bijgewoond worden door tachtig studenten, in plaats van 160. En dat leerteams acht studenten bevatten in plaats van zestien. Hebben ze daar meer docenten voor moeten aantrekken? Nee. Anders roosteren, en de flexibele schil aanspreken was genoeg. En niet te vergeten: de experts van buitenaf.’

Die experts zijn onmisbaar voor de opleiding, vindt Leeuwenkamp. Farmaceut Brocacef, salarisadministrateur Quorratio Groep, adviesbedrijf Sweco: zomaar een greep uit de bedrijven waar studenten van kunnen leren. ‘Laatst hebben ze onderzoek gedaan naar verzuim. En naar de uitstroom die te groot was. Voor schoonmaakbedrijf Asito doen ze ook wel eens een opdracht. Dan gaat het bijvoorbeeld over ethiek. Hoe praat je over schoonmakers, hoe ga je met verschillende culturen om en wat doe je als je mensen niet kunt verstaan?’

Leeuwenkamps collegae Josefien Paap en Joost van Andel zijn het er over eens: ‘Caroline heeft een groot hart en voelt zich enorm betrokken. Ze is een ‘echte moederkloek’, zoals dat heet.

Leeuwenkamp zucht. ‘Hebben ze dat echt gezegd? Dat vind ik jammer.’

Wat had je gehoopt?
‘Vroeger grapten collega’s over me: “Bij jou mogen ze allemaal op kamers”, riepen ze dan. Ik had gehoopt dat ze gezegd zouden hebben dat ik dat moederen achter me had gelaten.’

Dat hebben ze óók gezegd. Ze zien iemand die ‘steeds meer en bewuster de managerspet opzet.’
‘Gelukkig.’

‘Toch heeft dat moederen een functie. Ik heb jaren geleden van een ervaren decaan geleerd: geef nooit de moed op. Pak toch weer de telefoon en bel die student. “Hoe gaat het nu? Zie ik je nog eens?” Soms werd ik verontwaardigd. “Hoeveel kansen wil je hebben?”, dacht ik dan. Maar je weet nooit wat erachter zit. Een gebroken gezin, ziekte, depressie, verslaving. En dan kun jij degene zijn die ervoor zorgt dat iemand toch zijn diploma haalt. Mijn grootste teleurstelling ooit was met een student die verslaafd was aan drugs en uiteindelijk de handdoek in de ring heeft gegooid. Ik heb gehuild.

Eerst schreef ik de agenda, notuleerde ik en plande vergaderingen zelf in. Dat kan nu niet meer, ik moet delegeren. Ik heb ook moeten leren om soms streng te zijn. Een paar jaar geleden was er een docent die thuis  studenten over de vloer had gehad. Toen heb ik hem ferm toegesproken. “Zo doen wij dat hier niet”.’

Waar erger  je je aan?
(Lacht) ‘Als iemand zijn taak niet afmaakt. Ik ben gevoelig voor deadlines. En ook: dat we hier op de HU soms de laatste klap niet durven geven. Het is goed om te praten, om iedereen aan te horen, maar er komt een moment dat je een beslissing moet nemen. We hebben de neiging te veel te overleggen. De stip aan de horizon ontbreekt. Geef iedereen een taak en maak het concreet.’

Ben je eigenlijk moeder?
‘Ik heb een zoon en een dochter van twintig en achttien. Ze gaan na de zomer naar San Diego en Oostenrijk. Daar kijk ik niet naar uit. Ik heb ook nog een man en een hond, gelukkig. We wonen in Tuindorp.’

Wat is het ergste dat iemand over je kan zeggen?
‘ “Ze kan het niet”. Haha. Ja, dat lijkt me heel erg.

In het eerste jaar heb ik een keer een hele klas eruit gestuurd. “Moet ik ook mijn tas meenemen juf?“, vroeg één meisje. Ja, ook je tas. And there they went. Ik heb zitten janken op de plee. “Heb ik ze er nu echt allemaal uitgestuurd?”, vroeg ik me af. God, wat moest ik huilen.’

Heb je vaak gehuild op je werk?
‘Neu. Eens per jaar ongeveer. De laatste keer was toen een collega na een jaar nog steeds niet was vergeven voor een fout die ze had gemaakt. Dat raakte me op één of andere manier diep. Ik ben ook een keer bij de examencommissie naar binnengestormd. Ze zaten in het kamertje hiernaast en het raam ging niet open. Of ik dat even wilde komen repareren. “Dit is de laatste keer dat jullie me voor zoiets mailen”, brieste ik.

Ik heb veel geleerd van Brené Brown, haar Ted talks over de kracht van kwetsbaarheid. Als je laat zien dat je het soms even niet weet, laat de ander ook zijn pantser vallen. In een gesprek over verzuim vertel ik soms dat ik zelf ook drie maanden eruit ben geweest. Dat helpt om er eerlijk over te kunnen praten. En wat is het ergste wat er kan gebeuren? Dat ik in mijn hemd sta. Dat overleef ik wel.’

Ook interessant: Deze docenten willen geld voor Suriname