Nieuws

‘Polderimam’ amper aan de slag in moskee

De Nederlandse opleidingen tot imam schieten hun doel voorbij. Polderimams willen vanwege het lage salaris liever niet in moskeeën aan de slag en kunnen bovendien niet concurreren met hun buitenlandse ambtsgenoten.

Slechts een klein deel van de afgestudeerden van de drie islamitische theologieopleidingen werkt als imam in een moskee, blijkt uit onderzoek dat adviesbureau Regioplan deed in opdracht van het Ministerie van Onderwijs.
 
Dat ligt voor een deel aan de opleidingen: ze besteden te weinig aandacht aan het bestuderen van het Arabisch en traditionele Islamitische bronnen. Daar komt bij dat net afgestudeerden ook nog eens erg jong zijn, waardoor ze minder gezag genieten dan buitenlandse voorgangers. Turkse imams die naar Nederland worden gezonden, moeten bijvoorbeeld minstens vijf jaar werkervaring hebben.
 
Afgestudeerden gaan over het algemeen aan de slag als islamitisch geestelijk verzorger of maatschappelijk werker, bijvoorbeeld in zorginstellingen, de gevangenis of bij maatschappelijke organisaties. Hoewel er volgens het rapport een groeiende behoefte is aan 'geestelijke ondersteuning van de moslimgemeenschap', leidt dat vooralsnog niet tot een overweldigend aantal vacatures. Fulltime banen blijken helemaal schaars.
 
De drie Islamitische opleidingen werden in 2005 in het leven geroepen, toen het tweede kabinet Balkenende besloot dat het maar eens afgelopen moest zijn met de vele Turkse en Marokkaanse imams in Nederlandse moskeeën. Ze spraken de taal slecht, hadden weinig tot geen contact met niet-islamitische landgenoten en hielden er soms radicale ideeën op na.
 
Met behulp van subsidies startten de Vrije Universiteit Amsterdam en de Universiteit Leiden een bachelor- en een masteropleiding over de Islam en Islamitische theologie. Hogeschool Inholland begon met een beroepsopleiding tot imam, maar kondigde afgelopen februari aan de opleiding in 2018 op te doeken. De studie zou te duur zijn en te weinig beroepsperspectief bieden.
 
Hoewel de opleidingen dus niet leiden tot meer in Nederland opgeleide imams in moskeeën, hebben ze wel degelijk een belangrijke functie. Afgestudeerden zorgen volgens het rapport voor 'een hoog opgeleid islamitisch kader met wortels in de Nederlandse samenleving'. Ze bevorderen de integratie.
 
Om hun brugfunctie echt waar te maken, moeten de opleidingen wel de kans krijgen om zich verder te ontwikkelen. Het opleiden van de juiste mensen en het samenstellen van een goed curriculum kost nu eenmaal tijd, aldus het rapport. Onderwijsminister Bussemaker laat in een beleidsreactie weten dat ze de opleidingen de komende jaren 'met veel belangstelling' blijft volgen.