Achtergrond

Hoe de hulpstudent de werkdruk vermindert. Of juist niet

Michiel van der Ven is hoofddocent bij Finance & Control. Adesuwa Loomans was als student-facilitators één van zijn helpers en Emina Hodzic ervoer hoe dat was. We spreken ze over de kosten en de baten.

Wat is een ‘student-facilitator’?
Loomans: ‘Kort gezegd: Een student die de docent helpt bij het lesgeven.  We helpen mee met het maken van onderwijsmateriaal en het afnemen van toetsen. En we  krijgen een groep van vijf studenten onder onze hoede om hun vragen te beantwoorden.’

Hoe selecteer je als docent deze ‘helpers’?
Van der Ven: ‘Ongeveer zes weken voor de cursus begint, krijgt de hele klas een uitnodiging om als ‘student-facilitator’ aan het werk te gaan. Degenen die zich aanmelden krijgen een selectiegesprek en vervolgens een training.’

En als de hele klas zich aanmeldt?
Van der Ven: ‘Haha, ik wou dat het zo was, maar het komt nooit voor. Op een klas van dertig zijn het er meestal zo’n vijf. Ik heb nooit meegemaakt dat niemand zich aanmeldde. Ik heb wel eens een betere student op eigen initiatief nog eens persoonlijk uitgenodigd.’

Minder spannend

Hoe heb je ze ‘gebruikt’?
Van der Ven: ‘Ze hebben me geholpen bij het vak ‘Bedrijfsadministratie met ERP’. Wat dat is? Nou, als jij iets bestelt bij bol.com, dan heb je het morgen. De bureaustoel uit het magazijn, de factuur naar je adres en het busje dat de stoel komt leveren. Hoe je dat proces automatisch laat verlopen, leren ze met dit vak.

De facilitators hebben in mijn bijzijn mondelinge tentamens afgenomen en het beoordelingsformulier voor de proeftoets geschreven. De proeftoets was overigens hun idee, Adusuwa achtte dat nodig. Bij het mondeling zaten drie facilitators: een vragensteller, een student die het verslag maakt en eentje voor de beoordeling. Soms waren ze strenger, soms milder. De studenten vonden het mondeling minder spannend omdat het door hun klasgenoot werd afgenomen, las ik op de evaluaties.’

Waarom zou je studentfacilitator willen zijn?
Facilitator Loomans: ‘Het koste me ongeveer vijf uur per week. We kregen geen studiepunten, maar wel een ‘honoursster.’ Die komt op je diploma te staan en je kunt hem op je CV zetten. Ik leerde de lesstof opperbest te beheersen omdat ik in staat moest zijn hem aan andere studenten over te brengen. Daarnaast leerde ik andere studenten beter kennen  en had ik  intensiever contact met Michiel.’

‘Daar ga ik niet aan beginnen’

Wat is het voordeel voor de docent?
Van der Ven: ‘Het vermindert de werkdruk . Studenten kunnen tussen de colleges door hun vragen kwijt aan de facilitators, waardoor ze sneller worden geholpen. Ik krijg daardoor minder standaard vragen van studenten.

Wat is het voordeel voor de student?
Student Hodzic: ‘Ik vond de studentfacilitators prettig, vooral wat begeleiding betreft. Ze waren altijd objectief en serieus in hun rol. Daarnaast waren ze goed bereikbaar, dus als we vragen hadden, konden ze ons meteen helpen.’

Kost het instrueren van de facilitators niet veel tijd voor een docent?
Van der Ven: ‘Dat hangt ervan af. Soms krijgen ze de instructies van het bedrijf waarmee we samenwerken. Ze leerden bijvoorbeeld software van ILFA gebruiken bij het bedrijf in Roosendaal om het vervolgens aan hun klasgenoten te leren. Ik moet wel veel beschikbaar zijn. Dat lukt me goed, ook buiten kantoortijden als dat nodig is. Maar facilitators zijn slimme studenten en vaak is er één leider onder hen die problemen voor me oplost. Soms doet hij of zij iets onhandigs en moet ik dat rechtzetten. Ook dat vraagt beschikbaarheid en improvisatie. Het is dus niet voor elke docent prettig. Ik heb gehoord van collega’s: “Het vraagt zóveel flexibiliteit dat ik er niet aan ga beginnen”.’

Als de student gaapt

Hoeveel procent van je tijd ben je erdoor geholpen?
Van der Ven: ‘Ik heb minder herkansers omdat mijn studenten beter zijn voorbereid. De facilitators waarschuwen hun klasgenoten als ze dreigen te zakken. Of ze dringen bij me aan op een proeftentamen als ze zien dat de rest het niet snapt. Ik hoef ook minder achter de deadline aan te zitten. Maar ik kan me voorstellen dat iemand niet met facilitators  wil werken, want je hebt minder controle. Het wordt soms ook wat rommelig en dat moet je de klas dan ook uitleggen. Maar uiteindelijk bespaar ik denk ik zo’n vijftien procent.’

Hoe vinden de student facilitators het om te doen?
Loomans:  ‘Ik vind het soms spannend.  Ik ben ineens geen “consument” meer,  maar moet “leveren”. Ik kwam er ook achter dat het werk van een hbo-docent intensief is, omdat elke student een ander niveau heeft. “Als een student gaapt dan zijn mijn lessen saai”, zei Michiel. Terwijl een andere student het mogelijk dan niet eens kan bijhouden.’

Er gaan dingen fout

Ik hechtte zelf veel waarde aan de docent, die oneindig veel kennis leek te bezitten. Missen de studenten dat nu niet?
Van der Ven: ‘Ik laat niet al het werk over aan de facilitators. Ik vermoed dat ik redelijk bekend sta als vakman. Mijn praktijkkennis is in orde, schat ik in. Die kennis draag ik nog steeds over aan de studenten, nog steeds zo’n vijf uur per week per klas. Dan is het goed dat veel standaardvragen al zijn beantwoord.

Nu, in de lockdown, hebben de facilitators een grote rol. We splitsen op in groepen in teams van zes studenten en ze zoeken de studenten persoonlijk op om bij te praten. Ik ga niet ‘zenden’. Ze kunnen alles opzoeken op YouTube en internet bij mensen die beter presenteren dan ik. Ik evalueer het liefst met kleine groepen. Die leer ik dan ook echt kennen.’

Hodzic: ‘Wat ik minder vond is dat rol van de docent vervaagde. Hij gaf mijn inziens te veel in handen van facilitators, waardoor ik gevoel kreeg dat zij alle taken van docent hadden overgenomen.’

Van de Ven: ‘Emina’s commentaar herkennen Adesuwa en ik niet. Ik ook niet uit de evaluaties die ik krijg na het blok en na de les. Maar dit soort commentaar is buitengewoon waardevol. De facilitator is iets nieuws, het is een experiment. En natuurlijk gaan er dingen fout. Het kan altijd beter. ’

Ook interessant: Deze opleiding kent geen cijfers of kennistoetsen