Sport

Thomas koerst bij De Domrenner: ‘Je moet er tegen kunnen om te vallen’

Thomas Nekkers, foto: Kees Rutten

Drie jaar geleden sloot Thomas Nekkers (24), student Communicatiemanagement, zich aan bij Utrechtse Studenten Wielervereniging ‘de Domrenner’. Tegenwoordig scheurt hij twee keer per week over het asfalt en doet hij regelmatig mee aan landelijke wedstrijden. ‘Uit fysiek perspectief gezien ben ik meer een sprinter dan een langeafstandsrijder. Na een paar uur op de fiets heb ik het bovendien wel weer gezien.’

Waarom deze vereniging?
‘Wielrennen is een sport waar je een beetje in moet groeien. Het is niet alsof je tijdens de UIT-week pas denkt: “Ik ga toch niet voetballen, dan maar lekker fietsen.” De stap richting de wielersport is groter, omdat je duur materiaal moet kopen en vaak al wat ervaring nodig hebt om mee te komen met de rest. Vroeger heb ik samen met mijn vader altijd veel gemountainbiket in de bossen van Soest, waar ik oorspronkelijk vandaan kom. Hij was altijd het snelste in het bos en ik op de weg, dus op een gegeven moment ben ik maar eens naar een racefiets gaan kijken. Vervolgens heb ik mezelf in 2016 bij de Domrenner aangesloten.’

Hoe is de sfeer?
‘Het wielrennen is echt een individuele teamsport. Je start samen met je ploeggenoten, maar je moet uiteindelijk wel zelf je eigen fiets naar voren krijgen. Toch vormen we binnen de Domrenner een hechte groep. Ik zit er nu ongeveer drieënhalf jaar bij, waarmee ik een beetje bij de oude garde hoor. Ik ben op mijn 21ste lid geworden, wat vrij laat is voor onze vereniging. Veel nieuwe leden komen er op hun zeventiende of achttiende al bij. We doen fanatiek mee aan landelijke wedstrijden, maar we rijden ook minder serieuze, vrije trainingsrondjes. Ik zit zelf sinds een jaar bij de wedstrijdploeg, waarmee ik samen met vijf andere ploeggenoten deelneem aan wedstrijden binnen de Sportklasse. Dat is eigenlijk het laagste niveau van de vijf categorieën waarin officiële wedstrijden zijn georganiseerd door de KNWU.

Meestal bestaan deze wedstrijden uit verschillende tijdgebonden rondjes van anderhalf tot tweeënhalve minuut. Het spreekwoordelijke “rondje om de kerk” dus, maar dan letterlijk.

Naast het fietsen organiseren we ook andere activiteiten. We worden gesponsord door Bison Bowling, dus daar gaan we regelmatig bowlen. Een keer per maand borrelen we café Domkop. Het is leuk om mensen zonder fiets, helm en bril te zien, want dan leer iemand pas echt kennen.’

Mooiste moment?
‘In het eerste jaar dat ik begon met wedstrijden, werd ik clubkampioen op de weg. Ook al had ik eigenlijk geen idee van wat ik precies aan het doen was en ook al was ik helemaal niet zo sterk, toch heb ik op één of andere manier gewonnen. Daarnaast heb ik nog een keer het podium gehaald in Baarn, dat was ook erg mooi.’

Donkerste moment?
‘Ik ben een paar keer hard op mijn plaat gegaan. Tijdens een trainingswedstrijd ben ik een keer met een kilometertje of vijftig over het asfalt gegleden. Toen lag ik van kop tot kont helemaal open. Vorige maand heb ik bij een crosswedstrijd mijn neus nog gebroken, dus dat was ook erg “gezellig”. Ik reed in een modderige afdaling die ik zonder remmen probeerde te pakken. Dat ging goed, tot ik onderaan met mijn band in een kuil terecht kwam. Je moet er dus wel tegen kunnen om te vallen.’

Hoe kijk je naar de toekomst?
‘Op dit moment ben ik wat minder aanwezig op borrels en doordeweekse activiteiten, omdat ik helaas geen colleges meer heb die ik kan laten schieten wanneer het mij uitkomt. Voor de wat oudere studenten of beginnende werkenden, zoals ikzelf, is er binnen de vereniging nog genoeg te doen, al gebeurt dat tegenwoordig wel onder een andere noemer. Dit is ontstaan vanuit een grote Whatsapp-groep die nu zelfstandig activiteiten en ritjes organiseert. Deze groep is nog wel verbonden aan de vereniging, zowel in ons hart als licentie-technisch. Eigenlijk verwacht ik tot mijn 27ste nog wel een plek te hebben bij de Domrenner.’