Achtergrond

Verpleegkundestudent Jelle helpt in Calais, maar stuit ook op onbegrip…

Foto: Jelle Grutterink

Waar veel studenten de kerst al dinerend en films kijkend doorbrachten met hun (schoon)ouders, bracht de 25-jarige verpleegkundestudent Jelle Grutterink de feestdagen door in ‘de jungle van Calais’ tussen de vluchtelingen. ‘Ik zag er mensen met de ergste verwondingen en dodelijkste longontstekingen.’ Hulp is er maar weinig. ‘De hele vluchtelingendiscussie heeft al zijn menselijkheid verloren.’

Grutterink woont in Lunetten. ‘Misschien wel de meest burgerlijke wijk van Utrecht’, grapt hij. ‘Dan zie ik hier bij de Albert Heijn van die jonge jochies, lekker voetballen, giechelen om de meiden.’

Het contrast met de plek waar hij pas nog was om medische hulp te verlenen is groot. ‘In Calais en Duinkerken zijn alleen maar kinderen die geen kind kunnen zijn. Naast alle lichamelijke problemen zit iedereen psychologisch in de knoop. Iedere dag zien we automutilatie, depressie, apathie, lusteloosheid en slaapproblemen. Je hoort van mensen die vier keer per nacht schreeuwend wakker worden.’

De nood aan psychologische zorg is dus torenhoog. Maar de psychiater staat niet bovenaan het prioriteitenlijstje. ‘Als iemand honger heeft, kou lijdt of een gigantisch gat in zijn voet heeft, is psychologische zorg niet het eerste aandachtspunt. En los van de medische problemen is er nog de Franse politie, die het leven daar onmogelijk maakt. Agenten snijden iedere nacht tenten kapot en ik heb zelfs meegemaakt dat ze dagelijks het gedoneerde eten stalen en verbrandden, inclusief de opvolgmelk voor baby’s. Dat je tieners opjaagt is nog tot daaraan toe, maar een weerloze baby? Ik begrijp daar helemaal niets van.’

Dreiging van politie

Jelle heeft verhalen genoeg. Over hoe de Franse politie een jongen van dertien vasthield en hem met pepperspray bespoot tot zijn gezicht, mond, keel en ogen vol zaten met brandblaren. Hoe hij op kerstavond met een vijfjarig meisje met een dodelijke longontsteking in zijn armen stond en nergens met haar naartoe kon, omdat al het Franse vervoer plat lag rond de feestdagen. Hoe de ME met twintig man sterk een kroeg binnenviel waar hij en enkele vrijwilligers een biertje dronken, enkel voor een controle op ID-kaarten.

‘De politie probeert het leven daar onmogelijk te maken. En het werkt.’

‘De politie doet alles om ons en de vluchtelingen bang te maken. Hier in Nederland was ik met een dodelijk ziek kind rustig naar de politie gestapt met de vraag om ons te helpen. Maar daar proberen ze het zo onleefbaar mogelijk te maken. En het werkt. Er zijn genoeg vluchtelingen die geen zorg dúrven vragen, bang om geregistreerd te worden.’

Foto: Jelle Grutterink

Drijfveer

Het is veel om te bevatten, zeker voor een jonge student. ‘Het is niet altijd leuk, dat weet ik. Maar iedere stap die wij zetten, helpt. Er zijn momenten waarvan je weet dat je het verschil hebt gemaakt, dat iemand anders was gestorven. Dat is mijn drijfveer.’

Iedereen kan iets doen, benadrukt Grutterink. ‘Toen ik voor het eerst in de vluchtelingenkampen kwam, merkte ik dat ook ik vooroordelen had. Maar inmiddels ben ik anders naar vluchtelingen gaan kijken, ook hoe naar de discussie hier in Nederland wordt gevoerd. Geen enkele ouder zet zijn kind op een lek, klein rubberbootje als dat geen beter idee is dan thuisblijven. En natuurlijk zullen er vast economische vluchtelingen tussen zitten, maar ik geloof niet meer dat dat de meerderheid is. Die hele vluchtelingendiscussie heeft al zijn menselijkheid volledig verloren.’

Weinig hulp van docenten

Grutterink merkte tot zijn eigen ontsteltenis dat er ook binnen de Hogeschool maar weinig begrip was voor het werk dat hij doet. ‘Ik heb veel reacties gehad van docenten die zeggen: “Denk na over wat dit werk met je carrière doet.” Zij vinden dat ik mijn naam hier niet aan moet verbinden. Eén docent zei zelfs: “Hier gaat de HU zich nooit mee willen associëren.” Onbegrijpelijk.’

En dat terwijl hij het liefst alle studenten zou oproepen om te komen helpen als vrijwilliger. ‘We kunnen veel hulp gebruiken en echt niet alleen maar medisch. We kunnen bijvoorbeeld ook heel goed ICT-studenten gebruiken die kunnen helpen bij het opzetten van een goed inventarisatiesysteem voor de medische voorraden.’

In januari hoopt hij voor de vierde keer naar Calais te gaan. Of dat lukt, hangt nog af van zijn stage in februari. Hij hoopt dat hij in de winter daar nog kan helpen. ‘Tot nu toe is de winter vrij mild geweest, maar als het straks gaat vriezen is het niet de vraag óf er mensen sterven, maar hoeveel. Ik blijf het onbegrijpelijk vinden dat dit zo dicht bij huis gebeurt.’

Foto: Jelle Grutterink

Jelle was op pad met de ngo FAST. Zijn belevenissen houdt hij bij in zijn blog.

Doe jij naast je studentenleven ook iets voor een ander en wil je daarover vertellen in Trajectum? Mail ons op trajectum@hu.nl