Veel mensen hebben wel eens gehoord van de Innovatietheorie van Rogers, die iets vertelt over de verspreiding van bijvoorbeeld een nieuw idee met altijd 2.5% innovators, 13,5% early adopters en aan het eind altijd 16% laggards (achterblijvers). In de modewereld zie je vaak bepaalde trends terugkomen. Sommige mensen bewaren spullen met het idee, dat als je het maar lang genoeg bewaard, iets weer in de mode komt (dan lijkt de laggard een innovator). Al is het in de ogen van de kenner dan toch net even weer anders.
In het onderwijs is een soortgelijke trend zichtbaar. Het zijn dan meer golfbewegingen. Van klassikaal naar ‘in groepjes’, of meer vraag- of probleemgestuurd, of nu competentiegericht. Men wil het geven van onderwijs graag aan theorieën ophangen. Belangrijk, maar het belangrijkste is de persoon die voor de klas, groep of individu staat, de leerkracht dus.
Dit zijn in het basisonderwijs bijna alleen nog maar vrouwen en over enkele decennia zijn in het totale onderwijs bijna geen mannen meer. Een trend die zich al jarenlang zo aan het ontwikkelen is en waar onderzoek gedaan wordt naar het effect. Maar beleid om deze trend te keren zie of hoor ik nergens. Kan onze stafdienst of de Faculteit Educatie niet eens een beginnetje maken?