Nieuws

Waarom vandaag Black History Month aan de HU begint

Hannie Nanlohy-Sniphout en Patricia Wijntuin. Foto's: Lisa de Vries

Vanaf maandag 5 juni is het Black History Month aan de HU, een initiatief van Hannie Nanlohy-Sniphout en Patricia Wijntuin, docenten bij het Instituut voor Social Work.

Zaterdag 1 juli 2023 herdenkt Nederland dat het 160 jaar geleden is dat de slavernij in Suriname en op de Caribische eilanden werd afgeschaft. Tijdens dit herdenkingsjaar is er in Nederland uitgebreid aandacht voor dit pijnlijke verleden en de gevolgen hiervan.

‘In Suriname noemen ze het Keti Koti’, vertelt Hannie Nanlohy-Sniphout, docent aan het Instituut voor Social Work. ‘In Nederland staan we sinds een paar jaar met de herdenking in het Oosterpark in Amsterdam stil bij het slavernijverleden. En wat dat tot op heden voor Nederland betekent heeft.’

Hogeschool Utrecht doet dit jaar voor het eerst mee. Het thema is ‘beeldvorming en bewustwording’. En dat is hard nodig, vinden de docenten. Nanlohy-Sniphout: ‘We staan al jaren stil bij de Tweede Wereldoorlog, en dat moet ook, maar de slavernij heeft minstens zo’n belangrijke rol gespeeld in onze geschiedenis.’ Goed om er aandacht aan te besteden, sluit Wijntuin zich aan. ‘Het is nuttig om na te denken over hoe het verleden vandaag doorwerkt.’

Het programma

Hoe het programma eruit gaat zien? Wijntuin: ‘We beginnen op maandag 5 juni met een feestelijke opening door de directeur van het Instituut voor Social Work, Ronald Boer.’
Vanaf dan zijn er de hele maand juni tentoonstellingen te zien in de bieb van de HU aan de Padualaan en in Amersfoort. Aan de Padualaan 101 hangen bijvoorbeeld Blinde Vlekken – Zere PlekkenAct II, 8 Portraits.

Woensdag 7 juni geven beeldend kunstenaar Joyce Vlaming en onderzoeker Annemiek van der Vegt een inspiratiecollege Genoemd en Gezien. Over identiteit, bewuster leren kijken en beeldvorming. Nanlohy-Sniphout: ‘Kijk naar de schilderijen in het Rijksmuseum. Daar zie je veel adel afgebeeld waarvan duidelijk is wie het is. Zwarte mensen op hetzelfde schilderij zijn op de achtergrond geportretteerd, en over hen weten wij niets. Over wat dit zegt en wat het te maken heeft met beeldvorming deed Joyce Vlaming onderzoek.’

Dinsdag 13 juni is de documentaire ‘White Balls on Walls’ te zien. Wijntuin: ‘Die gaat over het diversiteitsvraagstuk binnen een organisatie, in dit geval van het Stedelijk Museum. Dat onderzoekt hoe ze meer kunstwerken van mensen met kleur kunnen tentoonstellen en brengt het moeizame proces hiervan in beeld.’

Afsluitend is op woensdag 21 juni een toneelvoorstelling: ‘Ik zeg toch Sorry’. Over hoe je dat doet: excuses aanbieden.

Waarom de HU dit doet?

Waarom het zo belangrijk is dat de HU hier aandacht aan besteedt? Nanlohy-Sniphout: ‘Eén van de uitgangspunten van de HU is het waarborgen van diversiteit. Die zie je bijvoorbeeld terug in het regenboogfietspad, maar ook deze actie is een vorm van diversiteit. Het koloniale verleden moet deel uitmaken van de Nederlandse geschiedenis: niet alleen van Suriname of de Antillen.’

Wijntuin: ‘Er is nog zo weinig bekend over dat verleden waar Hannie het over heeft. Wat veel mensen bijvoorbeeld niet weten is dat na de afschaffing van de slavernij, in 1863, voormalig slaafgemaakten nog tien jaar verplicht moesten doorwerken op de plantages. En dat de slaveneigenaren 100 gulden kregen voor elk vrijgelaten persoon. Reken maar uit hoeveel dat ongeveer is.’

Wijntuin: ‘Eigenlijk is het 1 juli dus 160 jaar geleden dat de slavernij is afgeschaft. En niet de 150, waar sommigen de voorkeur aan geven. Maar wat ik nog veel belangrijker vind, is dat voormalig slaafgemaakten op die eerste datum, in 1863 voor de wet erkend werden als mens. Als je het officiële moment van afschaffing niet erkent, erken je in mijn ogen niet dat de slaafgemaakten op dat moment weer mens werden.’

Toekomstdroom

Wat de docenten als liefste wensen? Wijntuin: ‘Dat we studenten inspireren om zelf iets te organiseren. Maar vooral dat ons initiatief navolging krijgt bij andere instituten.’ ‘En dat er vanaf nu elk jaar een maand lang initiatieven georganiseerd zullen worden op HU’, vult Nanlohy-Sniphout aan.

Veel weerstand kregen de docenten niet. Nanlohy-Sniphout: ‘Wij begonnen in februari met onze plannen en al snel vroegen we onze collega’s Hillie de Rooij en Sjaan Klijnee mee te doen. Zij zeiden meteen ja. We hebben hard gewerkt in de afgelopen maanden, soms zelfs ‘s nachts. Het management team heeft de plannen vanaf het begin gedragen en gefinancierd.’ Wijntuin: ‘En dat is een must. Zonder draagvlak verandert er niets.’