Achtergrond

Blaudzun: ‘Ik ben een eigenzinnige lul’

Blaudzun (39) sluit deze zomer het Utrechtse festival deBeschaving af. Trajectum sprak de Amersfoortse singer-songwriter over zijn opvallende uiterlijk, z’n liefde voor muziek en z’n doorbraak in Duitsland. 

Blaudzun is bezig met de promotie van z’n derde album Promises of No Man’s Land dat niet alleen in Nederland, maar ook in Italië, Scandinavië, Afrika en Duitsland uitkomt. Daarom is hij veel bij onze oosterburen voor interviews en optredens. ‘Voor m’n mondeling Duits op school had ik ooit een 9, maar toen ik vorige maand interviews in het Duits moest doen, ontdekte ik dat die taal ver is weggezakt. Ik spreek het nu heel slecht, vooral als het inhoudelijk wordt. Ik vind het een dorstige taal, ik wil ervan drinken’, vertelt Johannes ‘Blaudzun’ Sigmond in Kafe België op de Oudegracht, waar hij geen bier drinkt, maar dubbele espresso’s. We praten Nederlands, vandaar.

Deze zomer reist Blaudzun nog een paar keer naar Duitsland. Hij speelt daar op de grote festivals Hurricane en Southside en daarna hoopt hij een grote clubtour te gaan doen. Klein denken zit niet in Johannes’ systeem. Sterker nog, het enige kleine aan hem zijn z’n liedjes. Zijn kruin tikt de twee meter aan, z’n montuur beslaat met gemak een derde van z’n gezicht en zijn bekendheid groeit met de dag. Twee jaar geleden was hij nog die gast met dat moeilijke kapsel en die grote bril, nu is hij Blaudzun. De zanger wiens cover van Shout bij De Wereld Draait Door eindeloos veel indruk maakte en wiens muziek niet meer van de radio en tv weg te denken is.

Hoe was jij op school?
‘Op de kleuterschool was ik zo speels dat ik een jaar over moest doen en op de middelbare school had ik ook niet meteen m’n draai gevonden. Ik had niet door dat ik moest werken om goede cijfers te halen dus ging van ‘t vwo naar de havo. Daarna ging ik alsnog naar het vwo omdat ik alle keuze wilde hebben qua vervolgstudie. Ik koos uiteindelijk voor journalistiek in Ede. Als journalist mag je je overal mee bemoeien en dat leek me wel wat. De eerste maand op school had ik nog het idee dat ik via de journalistiek de wereld kon verbeteren, maar het werd me al snel duidelijk dat het zo niet werkte. Ik heb de opleiding toch afgemaakt. Ik kon me op school specialiseren in geschreven pers of tv en ik heb allebei de opleidingen gedaan, want het ging me makkelijk af.’

Maakte je tijdens je opleiding al muziek?
‘Ik heb eigenlijk altijd muziek gemaakt. Vroeger bij de Pinkstergemeente, op m’n kamer met m’n broer, later als sessiemuzikant in opdracht van anderen en nu vooral voor mezelf. Tijdens m’n studie heb ik weinig geleerd en veel gespeeld. Muziek was meer dan een bijbaantje, ik ontdekte toen dat je als sessiemuzikant goed geld kon verdienen. Ik heb achtergrondkoortjes ingezongen voor een Engelstalige single van Marco Borsato die hem op de Duitse markt moest zetten, maar die is nooit uitgebracht. Ik ben ook weleens gevraagd voor een schlager-cd, maar dat kon ik mezelf echt niet verkopen.’

Waarom ben je geen journalist geworden?
‘Na m’n studie heb ik even geschreven, maar vooral veel tv gemaakt. Ik heb programma’s ontwikkeld en geregisseerd voor zo’n beetje alle omroepen, maar daar praat ik liever niet over.’

Oh, hoezo dat?
‘Op een aantal series ben ik enorm trots, maar veel heb ik ook gemaakt omdat ik er geld mee verdiende waarmee ik mijn muziek kon financieren. De belangrijkste reden dat ik het er niet over heb, is dat ik er nooit echt mijn handtekening onder kon zetten. Ik was altijd onderdeel van een team en maakte wat de opdrachtgevers wilde. Het heeft niets te maken met mijn kunstenaarschap en zegt achteraf bezien ook niks over mijn muziek. In 2008 ben ik gestopt met tv en muziek maken in opdracht. Televisie deed ik zo af en toe nog als ik het de moeite waard vond. Maar alles waarmee ik eerder geld verdiende, daar ben ik radicaal mee gestopt om me volledig op m’n eigen muziek te richten.’

En hoe werkte dat voor je?
‘Het was mijn droom om onder m’n eigen naam muziek te maken waar ik wel achter stond. Ik was klaar met dat bandjesgedoe. Alle energie en goede ideeën die je bedenkt, verdwijnen in de machinerie van een band. Ik ontdekte steeds meer wat ik wilde en had steeds minder zin om met anderen samen te werken. Ik investeerde al m’n geld in apparatuur en een computer om muziek mee te kunnen produceren. Dat voelde even heel tof, maar daarna realiseerde ik me dat je alles zelf moet dragen: het succes maar ook de verliezen. Een half jaar maakte ik alleen wat ik wilde, daarna moest ik weer tv-werk doen om de rekeningen te kunnen betalen.’

Wanneer wist je: ‘Nu gaat het werken’?
‘In 2008 kwam m’n eerste album uit. Ik kreeg goede recensies, maar ik werd niet op de radio gedraaid. Dan gebeurt er dus ook niets. Lowlands 2010 voelde voor mij als de doorbraak. Ik opende op zondagochtend de Indiatent en die zat vol. Tijdens dat optreden is er echt wat veranderd, ik heb mensen toen kunnen laten zien wat Blaudzun is en het beviel blijkbaar goed. Daarna heb ik een clubtour gedaan met uitverkochte zalen. Op dat moment wist ik dat ik geld kon verdienen met m’n kunst. Dat was overigens niet het hoofddoel, maar het is mooi als je geld kan verdienen met wat je het liefste doet.’

Toen heb je mensen kunnen laten zien wat Blaudzun is. Wat is dat dan?
‘Dat ben ik, Blaudzun is mijn podiumnaam. Blaudzun staat ook in m’n paspoort. Toen ik een tripje naar de VS maakte, vertelde iemand me op het vliegveld dat je een alias in je paspoort kan laten drukken. Veel bekende mensen, bijvoorbeeld acteurs, hebben dat omdat die allemaal bekend zijn onder een andere naam dan die in hun paspoort. Ik ben eigenlijk een eenmansband: ik schrijf alle liedjes zelf en neem ook alles zelf op. Pas als ik live ga spelen, vraag ik daar anderen bij. Zoals mijn broer met wie ik al lang samenwerk.’

Een eenmansband: dat klinkt niet gezellig.
‘Het heeft als nadeel dat het soms wat eenzaam is, maar verder is het vrij ideaal. Ik heb bijvoorbeeld de luxe dat ik geen compromissen hoef te sluiten. Zo kan ik als eigenzinnige lul doen waar ik zin in heb en het is fijn dat ik muzikanten heb gevonden die op deze manier met me willen werken.’

Toen ik mensen vertelde dat ik je ging spreken en vroeg wat ik jou moest vragen, zeiden ze allemaal: vraag hoe hij er thuis uitziet! Nou, bij deze dus.
‘Ze denken dat dit – wijst op z’n gezicht – een act is. Ik stoor me daaraan. Ik ga zo naar bed en ik sta zo op, alleen m’n bril gaat ‘s nachts op het nachtkastje. Ik draag gewoon al heel lang alleen zwart. Ik heb een wit T-shirt van Johny Cash en een roze wielershirt, dan heb je alle kleur in m’n kast wel gehad. En ik heb gewoon een bril nodig om te kunnen zien. Toen iedereen steeds grotere brillen ging dragen, ben ik ook groter gegaan. Deze is er een uit de lijn van die rappers van RUN DMC, daar luisterde ik vroeger veel naar. Het is bijna een soort van kunstuiting, net als een liedje eigenlijk. Verder denk ik er niet zo over na.’

En dat haar?
‘Ik heb nog haar en ik vind het tof om er andere dingen mee te doen. Ik heb het alle kleuren van de regenboog gehad, ook blond! Maar tegenwoordig help ik eigenhandig m’n zwarte haren aan de meerderheid.’

Dit wordt een beetje een wijvengesprek..
‘Ik ben wat dit betreft een enorm wijf, ik vind het leuk. Het maakt me ook geen reet uit wat mensen van me vinden. Twitter gaat na ieder tv-optreden tekeer. Het is typisch Nederlands, in België en Duitsland hoor je niemand over m’n uiterlijk. Ik heb geen hekel aan m’n haters, ik had alleen gehoopt dat ze wat gevatter zouden zijn.’

Sigmond doet niet aan leuk las ik ergens. Klopt dat?
‘Vind je het niet leuk dan? Nou ja, het klopt wel. Het zou hierom weleens zo lang geduurd kunnen hebben voordat er iets van mij op de radio kwam. Alles moet tegenwoordig maar leuk zijn. Ik vind dat echt vreselijk. In tv-programma’s, in de entertainmentindustrie, echt overal. Entertainment staat op gespannen voet met kunst. Natuurlijk kan het leuk zijn tijdens mijn concerten, kan er gelachen worden, maar er kan ook gehuild worden.’

Deze zomer sluit je het Utrechtse festival deBeschaving af, wordt dat een beetje eh, leuk?
‘We gaan er een enorm feest van maken. Ik neem extra toeters en blazers mee, dat doe ik echt niet altijd. Ik ga er met 250 procent energie in. Dat is veel, maar dat moet ook! Het wordt echt aftikken en los gaan.