Nieuws

‘Directie neemt medezeggenschap niet voldoende serieus’

Er lijkt weinig animo te zijn om zitting te nemen in een van de medezeggenschapsraden, bleek tijdens een tussentijdse inventarisatie. Kandidaten voor onder meer instituutsraden, Hogeschoolraad en opleidingscommissies kunnen zich nog tot 19 maart melden. Ondertussen spreekt Trajectum hierover met enkele raadsleden.

Om te beginnen met Roy Leunen, vierdejaars Sociaal Pedagogische Hulpverlening (SPH), onderdeel van het Instituut voor Social Work. Hij heeft zijn sporen in de medezeggenschap verdiend. Leunen was voorzitter van de instituutsraad, gaf vanwege zijn afstuderen het stokje onlangs over maar blijft voorlopig in de raad zitten. Eerder was hij ook al OC-ambassadeur en voorzitter van de opleidingscommissie bij zijn opleiding SPH . In 2017 riep VIDIUS hem uit tot Beste Medezeggenschapper van de HU.

Enig idee waarom er weinig animo is voor een zetel in de raden?
‘De medezeggenschap heeft bij het Instituut Social Work onder studenten nooit zo geleefd. Met uitzondering van de eerste verkiezingen van de instituutsraden in januari 2017: toen stemde zo’n twintig procent van de studenten van het instituut tegenover tien procent HU-breed. Maar in het algemeen is medezeggenschap voor veel studenten een ver-van-mijn-bedshow. Met de opleidingscommissie zijn wij vaak de klassen langs geweest om te laten zien dat we bestaan. Het is heel moeilijk voor OC’s, instituutsraden en Hogeschoolraad om goed zichtbaar te zijn voor studenten.’

‘Financieel had ik verhoudingsgewijs beter bij de Spar vakken kunnen vullen’

Opleidingscommissies kregen vanaf september 2017 meer te zeggen, met bijvoorbeeld instemmingsrecht op de Onderwijs- en Examenregeling: als de commissie deze afkeurt, moet de directeur met verbeteringen komen. En na de afschaffing van de faculteiten hebben 22 instituutsraden de plaats ingenomen van zes faculteitsraden. De instituutsraden staan veel dichter bij de opleidingen en dus de studenten.

Door deze twee ontwikkelingen zou je verwachten dat de animo om zitting te nemen in de raden groter zou worden.
‘Ik vind het heel goed dat OC’s en gemeenschappelijke opleidingscommissies (GOC’s) meer te zeggen krijgen, maar in de facilitering zie ik dat niet terugkomen. Daar wordt heel karig mee omgegaan. De vergoeding voor algemene leden van de commissies komt uit op een bedrag tussen de veertig en zestig euro per maand. Ik heb er zelf veel aan gehad, voor mijn ontwikkeling en mijn cv, maar financieel had ik verhoudingsgewijs beter bij de Spar vakken kunnen vullen.’

‘Ook de ambtelijke ondersteuning schiet tekort. Volgens de reglementen hebben raden recht op een bepaald aantal uren ondersteuning, maar de ambtelijke ondersteuning geeft zelf aan dat er HU-breed onvoldoende mensen beschikbaar zijn, waardoor ze ons niet volledig kunnen ondersteunen. Daardoor zijn raden gedwongen om dit soort zaken zelf op te knappen.’

Wat ook mee kan spelen is dat veel leden van opleidingscommissies liever niet meededen aan deze verkiezingen en automatisch benoemd wilden blijven. Een deel van de studenten in de Hogeschoolraad vond dit niet democratisch en de raad besloot om toch verkiezingen te houden. Dat zette kwaad bloed bij OC-leden.
‘Dat heb ik ook meegekregen. Ik snap het argument dat de opleidingscommissies meer te zeggen hebben en dat ze daarom gekozen moeten zijn. Anderzijds is er iets voor te zeggen om de ervaring binnen de OC’s te behouden en zittende leden door te laten stromen. Juist omdat de OC meer bevoegdheden heeft, is het goed dat er ervaren mensen in zitten. Ik ben er dus nog steeds voor dat OC-leden hun eigen opvolging regelen, maar dat wordt moeilijk omdat de wet voorschrijft dat zij verkozen moeten worden middels verkiezingen.’

‘Sommige huidige GOC-leden stellen zich uit protest tegen de verkiezingen niet kandidaat’ 

Zouden deze OC’ers zich dan uit wrok niet meer herkiesbaar stellen?
‘Ik hoorde zojuist dat er voor de GOC bij Social Work een kandidatenlijst van acht studenten komt. Daar zijn dus voor de studentgeleding genoeg kandidaten. Bij een aantal andere instituten lijken de huidige GOC-leden er bewust voor te kiezen om zich niet kandidaat te stelllen – uit protest tegen de verkiezingen\. Welke instituten dat zijn, is mij niet bekend.’

Wat kan er in de medezeggenschap aan de HU beter?
‘Ik constateer dat medezeggenschapsorganen door directie en management nog niet altijd voldoende serieus worden genomen. Ik hoor regelmatig klachten dat instituutsraden zelf om informatie en documenten moeten vragen bij de directie en management. Soms is de informatie niet toereikend. Een voorbeeld? Veel instituutsraden zijn niet tevreden over de aangeleverde begrotingen; het zijn vaak meerjarenramingen met te weinig concrete cijfers. Dat moet anders: de directie moet de raad zoveel mogelijk en goed informeren zodat die zijn rol goed kan vervullen.’