Columns

Mag ik even uitpraten?

Annette Klarenbeek is lector Crossmediale Communicatie in het Publieke Domein en blogt sinds vorige maand, wisselend met collega Reint Jan Renes, op deze plek over haar vakgebied.  Ditmaal over de vraag waarom gesprekken soms zo stroef verlopen.

Onze persoonlijke wereld wordt gevormd door gesprekken met geliefden, vrienden en collega’s. Maar ook in het openbaar, op sociale media of in de politiek wordt gesproken. Dat verloopt niet altijd plezierig.

Een vriendin vertelde me onlangs dat een vriend had gezegd dat ze hem nooit laat uitpraten. Mijn mond viel open. Als er iemand is die mij aan het woord laat, is zij het wel. Gesprekken met haar gaan van een leien dakje. Ik weet wat zij bedoelt en andersom. We schieten op hetzelfde moment in de lach. Onze zinnen hebben een perfect ritme. Dat heb ik niet met iedereen. Ik ken afspraken waarbij er onbehaaglijke stiltes vallen. Waarbij we krampachtig zoeken naar iets om over te praten. We in elkaars vaarwater lijken te komen als we beiden tegelijk beginnen te praten om vervolgens ook weer gelijk te stoppen.

Spreekstijl
Alles wat we zeggen gaat op een bepaalde manier (Tannen, 1994). Zelden gaat dat bewust, mogelijk wel bij een sollicitatiegesprek, maar veelal hebben we er weinig grip op. Zoals we in ons leven een bepaalde kledingstijl ontwikkelen, doen we dat ook in spreekstijl. Observaties van gesprekken tonen aan dat gespreksdeelnemers een bepaald beurtwisselingsysteem hanteren om ervoor te zorgen dat ze om de beurt praten (Sacks, Schegloff & Jefferson, 1974). Jij praat, dan praat ik en daarna jij weer. We weten dat een beurt afloopt als de ander zijn stem zacht wordt, in herhalingen begint te vervallen of het tempo verlaagt.

Maar hoe weet jij wanneer ik uitgesproken ben? Hoe zacht moet je stem worden voor de ander? Hoeveel moet het tempo verlaagd en hoelang moet een pauze zijn? Daar kunnen spreekstijlen uiteenlopen. Als stijlen sterk verschillen, is het mogelijk dat de ander begint te praten voordat je uitgesproken bent en je tot de conclusie komt dat de ander aldoor zelf het woord wil. Of je besluit dat de ander niets te melden heeft.

Het inzicht dat spreekstijlen bestaan, kan ons helpen te begrijpen waarom het gesprek lastig verloopt. Begrip hiervoor doet liefdesrelaties voortbestaan, werkrelaties veraangenamen en politieke debatten verbeteren.