Onderwijsminister Jet Bussemaker stelt paal en perk aan instellingen die zich ten onrechte ‘universiteit’ of ‘hogeschool’ noemen. Zij kunnen straks een boete krijgen van meer dan acht ton.
De ‘Hogeschool Geesteswetenschappen Utrecht’ zal binnenkort zijn naam moeten aanpassen. Het ‘Dutch University College’ is al zover, en noemt zich tegenwoordig ‘DUC Educational Center’.
Minister Bussemaker wil vastleggen wie zich ‘universiteit’ of ‘hogeschool’ mag noemen. Haar wetsvoorstel ging deze week naar de Tweede Kamer. De boete voor overtredingen kan oplopen tot 810.000 euro of tien procent van de omzet. Helemaal niet onredelijk, schrijft de minister, want organisaties kunnen veel geld verdienen met de misleiding van studenten.
De Raad van State vraagt zich af of dat bedrag niet wat te hoog is, maar de minister denkt van niet. Er moet wel een preventieve werking uitgaan van de boete en daarbij gaat het om een maximumbedrag. Als de overtreding niet zo zwaar is, zal de Onderwijsinspectie een lagere boete opleggen.
Bescherming
Als het aan de minister ligt, mogen alleen levensbeschouwelijke en door de overheid betaalde universiteiten de naam ‘universiteit’ gebruiken, plus Nyenrode Business Universiteit, TiasNimbas Business School en de Transnationale Universiteit Limburg.
Hogescholen, of ‘universities of applied sciences’, zijn alle door de overheid bekostigde hbo-instellingen plus particuliere instellingen die een stempel van goedkeuring hebben van de NVAO.
Prestigieuze universiteiten als Harvard en Oxford zijn natuurlijk ook welkom in Nederland, dus zal de minister ervoor zorgen dat die instellingen door de nieuwe wet niet in de problemen komen. Om te kijken welke onderwijsinstellingen wel en niet in de haak zijn 'zal waarschijnlijk worden aangesloten bij gerenommeerde internationale ‘ranking lists', schrijft Bussemaker in de toelichting op haar wetsvoorstel.
Universiteit van Nederland
De discussie over de bescherming van de namen universiteit en hogeschool startte in 2010. De Tweede Kamer vreesde toen dat Nederland een vrijplaats zou worden voor bedrijfjes die nepdiploma’s verkopen. Veel andere Europese landen hebben namelijk al een wet die daar tegen optreedt.
Maar een wet maken bleek nog niet zo makkelijk. Want wat te doen met bijvoorbeeld de Universiteit van Nederland, die overduidelijk niet bedoeld is om iemand te misleiden en gewoon wetenschappers de kans geeft een mooi college voor een groot publiek te geven?
Daar heeft Bussemaker nu iets op verzonnen: als instellingen geen diploma’s beloven en geen geld vragen voor hun onderwijs, is er niets aan de hand. Verder maakt ze een uitzondering voor volksuniversiteiten en volkshogescholen. Omdat die namen 'reeds lang ingeburgerd' zijn, hoeven die niet veranderd te worden.