Hogescholen falen in het opleiden van allochtone studenten, zegt de Rotterdamse collegevoorzitter Ron Bormans. ‘Toegankelijkheid is niet langer het probleem. Het echte probleem is dat veel van deze studenten geen diploma halen.’
Er gaat iets helemaal mis in de manier waarop universiteiten en hogescholen studenten begeleiden met een migrantenachtergrond. Die boodschap wilde collegevoorzitter Ron Bormans van de Hogeschool Rotterdam gisteren vooral over het voetlicht brengen tijdens een EU-conferentie over hoger onderwijs in Amsterdam.
Studenten met een niet-westerse achtergrond vallen vaker uit en doen er langer over om een diploma te halen dan autochtone studenten, blijkt keer op keer uit de cijfers. ‘Hogescholen schieten tekort’, benadrukte Bormans tijdens een debat over ‘inclusief hoger onderwijs’. ‘Dat is niet alleen een Rotterdams probleem, maar een Europees probleem. Daar ben ik van overtuigd.’
Een land als Ierland is dan misschien etnisch minder divers, maar ook daar worstelt het hoger onderwijs met dit probleem, beaamt Tony Gaynor van het Ierse ministerie van Onderwijs. Daar zijn het vooral de eerstegeneratiestudenten en studenten uit arme regio’s die moeite hebben om een diploma te halen.
‘Ik geloof niet meer dat het vanzelf wel goedkomt’, licht Bormans na afloop van het debat toe. ‘Sommige mensen zeggen dat het gewoon tijd kost. Vanaf het moment dat de eerste vrouw ging studeren, hebben meisjes immers ook hun plek gevonden in het hoger onderwijs. Maar zo blijkt het niet te gaan met kinderen van migranten.’
Bormans maakt zich zorgen. De cijfers worden steeds slechter in plaats van beter. ‘Dus formuleer ik dingen soms misschien wat scherper dan collega’s, om de discussie op gang te krijgen’, erkent hij. Maar toch: ‘Eerder zagen we bijvoorbeeld dat allochtone meisjes het best goed deden in het hbo. Omdat meisjes het goed doen. Maar ook zij zijn nu aan het afglijden. Er is iets gebeurd dat dit veroorzaakt.’
Voor een deel ligt het probleem bij de vroege selectie van Nederlandse scholieren. ‘Dat stapelen wat we hier doen werkte vroeger nog emanciperend. Maar inmiddels werkt het tegen ons: allochtone jongeren komen vaker via het mbo naar het hbo, terwijl de havo een betere voorbereiding is.’
De oplossing ligt in de klas, besluit Bormans. ‘Er worden nu allemaal structuren opgetuigd buiten de klas om: een diversity officer, extra begeleiding, taallessen. Allemaal belangrijk, maar ik wil weten: wat gebeurt er in de klas? Tussen student en docent. Dáár moeten we zorgen dat studenten zich thuis voelen.’