De vertrekpremie voor oud-collegevoorzitter Geri Bonhof (182.900 euro) was niet in strijd met de wet. De vergoeding van de opleidingskosten in haar laatste jaar was echter ‘hoogst onwenselijk’. Dat is het oordeel van de Onderwijsinspectie.
Deze week heeft de inspectie het rapport gepubliceerd. Het gaat over het vertrek van Bonhof, bijna twee jaar geleden.
Eind augustus 2015 stopte zij na drie termijnen als voorzitter van het College van Bestuur aan de HU. In haar arbeidscontract stond dat zij recht heeft op een ontslagvergoeding van anderhalf jaarsalaris.
Bonhof zag vrijwillig af van een half jaar vanwege ‘het voortschrijdende maatschappelijke debat inzake normering van topinkomens in de publieke sector’. De Raad van Toezicht van de HU kende haar een bedrag toe van 182.900 euro. Ook ontving zij dat jaar 15.500 euro voor deskundigheidsbevordering, waarvan ruim 12.000 euro is besteed aan een ‘commissariscyclus’ bij Nyenrode Business Universiteit.
Kritiek
De betalingen leidde tot kritiek van onder meer de Algemene Onderwijsbond (AOb). Hierop besloot de Onderwijsinspectie om een onderzoek in te stellen naar de vraag of de betalingen in strijd zijn met de ‘Wet normering bezoldiging topfunctionarissen’ (WNT), die in 2011 van kracht werd. In deze wet zijn de inkomsten van bestuurders in de publieke en semipublieke sector aan maxima gebonden.
De inspectie concludeert dat de ontslaguitkering het wettelijk maximum in de WNT van 75.000 euro overschrijdt. Maar de arbeidsovereenkomst van collegevoorzitter Bonhof dateert van voor de inwerkingtreding van de WNT en valt daarmee onder de overgangsregeling die in de wet is opgenomen. De geconstateerde overschrijding is daarom in overeenstemming met de wet, oordeelt de inspectie.
Commissariaat
De kosten voor de commissariscyclus bij Nyenrode is volgens de Onderwijsinspectie onterecht vergoed. De Raad van Toezicht van de HU stelt dat de hogeschool ermee gebaat is als collegeleden een commissariaat bekleden en daarvoor worden geschoold. De onderwijsinspectie wijst erop dat Bonhof de scholing tegen het eind van haar benoemingsperiode volgde en dat de hogeschool daar geen profijt van had. De inspectie acht dergelijke uitgaven ‘hoogst onwenselijk’ en vindt dat de Raad van Toezicht ‘hierin anders had moeten opereren’.
De Raad van Toezicht heeft kennis genomen van het rapport, zegt een woordvoerder van de HU desgevraagd. De HU zal geen geld terugvorderen bij oud-collegevoorzitter Bonhof of andere stappen ondernemen.