Interview

40 kilometer lopen met MS. Student Siete deed het

Foto: Kees Rutten

Siete Vermeulen (27) liep afgelopen zaterdag veertig kilometer met zijn collega’s. De nachtelijke tocht is voor gewone stervelingen al zwaar, maar voor Siete in het bijzonder. De derdejaars student Vaktherapie heeft MS. Maar hij leerde al eerder in zijn leven: opgeven is geen optie. Op zijn twaalfde kreeg hij een gameverslaving die elf jaar zou duren.

Hij komt rustig aanlopen. Geamuseerde ogen, lage stem, beker zwarte koffie in de hand. ‘Ik heb hier een afspraak voor een interview.’ Siete studeert Vaktherapie in Amersfoort en heeft een studio in Rotterdam Noord.  

Gameverslaving

‘Ik begon excessief te gamen toen ik twaalf was. Het landschap, de ridders en het schieten vond ik schitterend. Eerst bij vriendjes, maar later begon ik het alleen te doen. Het was mijn manier om te ontsnappen aan de eenzaamheid en onmacht die ik thuis en op school ervoer. Ik kon goed voetballen, maar kon me verbaal niet goed verweren tegen plagerijtjes. Mijn ouders gingen uit elkaar en het gamen gaf me het gevoel dat ik ergens in excelleerde en er controle over had.

Door de scheiding maakte ik gebruik van mijn nieuwe thuissituatie. Ik gamede bij mijn vader, omdat hij het wel best vond. Toen hij doorkreeg dat ik spijbelde, begon ik mezelf voor hem te verstoppen en te doen alsof ik naar school ging. In het dieptepunt gamede ik tien uur per dag – veel ’s nachts- en ging me steeds beroerder voelen. Ik bezocht twee keer een afkickkliniek, maar viel steeds terug. Wél haalde ik mijn vwo-diploma.

Het ging jaren door tot een dag, ik was 23, graatmager en woonde zelfstandig in De Bilt. Mijn ex-vriendinnetje had net haar laptop bij me opgehaald die ik gebruikte om te gamen en te gokken. Ik was onevenredig kwaad op haar. Ik werd voortdurend gebeld door mijn moeder en mijn zus, maar drukte hun oproepen weg. Tot mijn zus op de stoep stond en zei: “Je gaat nu met mij mee, je eet wat en gaat hulp zoeken.” Ik antwoordde dat ik wel wilde veranderen, maar dat ik niet kon. Ze nam me mee en hielp me erbij.’

Afkicken

‘In de kliniek moest ik cold turkey stoppen. Wat me daar misschien het meeste heeft geholpen is de aanwezigheid van mijn therapeut. Hij draaide steeds het liedje voor me van Aloe Blacc – The Man. Hij keek me dan aan en zei: “He’s a man with a plan.” Dat gaf me het gevoel dat ik het zou redden.

Op een dag zaten we met veertig jongeren in de kring. Of we wilden dansen op ons favoriete nummer. Niemand durfde. Totdat ik opstond en begon te bewegen. Fuck it, ik ga dansen want dit ben ik, dacht ik. Daarna durfde de rest ook. De twee dagen erna moest ik verplicht zwijgen om tot mezelf te komen. Ik voelde me zo ontzettend eenzaam dat ik brak. Voor de eerste keer liet ik iedereen zien hoe wanhopig ik was.

Na die opname verbleef ik anderhalf jaar met acht anderen in een begeleid huis en werkte aan mijn re-integratie. Ik ging boksen, in de tuin werken, bij de dierenambulance helpen en had gesprekken met het UWV. Uiteindelijk koos ik voor Creatieve Therapie. Dat ik toegelaten werd en aan een opleiding zou gaan beginnen voelde onwerkelijk.’

MS

‘De creatieve vakken in combinatie met de sociale vakken lagen me goed. Maar in mijn eerste jaar werden mijn lichamelijke klachten erger. Mijn ogen raakten ontstoken, ik voelde geen warm en koud meer en werd hondsmoe. Daarna verloor ik mijn balans en de kracht in mijn benen. Het duurde vier jaar voordat ik de diagnose kreeg: MS. Toen was ik zover dat ik niet meer kon lopen. Drie maanden moest ik revalideren en daarbij leren om op 20 procent te sporten. Als ik zou blijven sporten op honderd procent kon ik de rest van de dag niets meer. De Wim Hof-methode heeft me ook geholpen: door die ademhalingsoefeningen en dat koude douchen sliep ik voor het eerst sinds jaren als een roosje.’

De Nacht van de Vluchteling

‘Ik sloot me aan bij HU Home. In deze projectgroep laten studenten vluchtelingen Utrecht zien, helpen ze met de taal en zijn er als ze vragen hebben. Vorig jaar had ik gezien hoe mijn collega’s meeliepen met de nacht van de Vluchteling. Toen was ik nog te zwak. Maar dit jaar wilde ik per se meelopen.

We vertrokken zaterdag om middernacht bij het Spoorwegmuseum, met zo’n vierhonderd man, waarvan acht man van HU Home. De eerste paar uur raakten we elkaar kwijt in het gedrang, maar het was lichamelijk goed te doen. In een grote lus liepen we via Maarsen en Overvecht weer terug naar het museum. Toen we in de regen Fort Ruigenhoek passeerden, kreeg ik het zwaar. Mijn heupen, liezen, knieën, voeten: alles deed pijn. We gingen zitten en luisterden naar een berichtje dat mijn moeder voor me had opgenomen. Ze zei dat ze trots op me was en op alle vluchtelingen die hun huis en haard verlieten voor een beter leven. Er zat een liedje bij: Kings of Leon – Walls. We luisterden met z’n allen.

Ondersteund door twee collega’s strompelde ik uren later de kloostertuin van de Domkerk binnen. Het was er donker, stil en bijzonder om daar samen te zitten. Na twee minuten verscheen de zanger die we kenden van vorig jaar en op wie we hadden gehoopt. Hij zong iets over “Remember me” en “I love you” en het was zo prachtig dat ik ervan moest huilen. Daarna had ik zoveel kracht dat ik de laatste paar kilometers hand in hand met een onbekende vrouw heb gelopen en om 10 uur ’s ochtends over de finish kwam.’

Alleen nog met haar

‘Ik maak mijn opleiding af en ga verder met boksen. Daarna wil ik individuen en groepen daarin gaan begeleiden. Gamen doe ik soms met mijn vriendin, maar niet meer in m’n eentje. We zijn 3,5 jaar samen en zij is mijn lieve, grappige controlfreak. Ze is puur en ziet me zoals ik ben.

Ik denk dat ik een goede therapeut kan worden. Het belangrijkste om iemand te helpen? Oordeel zo min mogelijk, want je weet niet wat iemand heeft meegemaakt. En sta open. Laat zien dat je er bent voor de ander.’

Tot nu toe hebben de lopers van HU Home 2.964 euro ingezameld. Doneren kan tot 18 juli via deze link.