Student in het buitenland

7 verschillen tussen de HU en de Italiaanse uni volgens Kevin

Foto: Lucas Versteeg

Wat zijn de grootste verschillen tussen Hogeschool Utrecht en een school in het buitenland? HU-student Kevin deed zijn minor in Italië.

Van februari tot begin juli volgde Kevin (22) lessen over internationale handel aan de universiteit in Turijn.

1. Overal verrukkelijk eten

‘Het eten kostte vrijwel niets en was verrukkelijk. Eigenlijk waren we de hele tijd met eten bezig. Het begon ‘s ochtends met een loeisterke espresso en cornetto con crema’s. Dat zijn piepkleine croissantjes met vanille of chocoladesaus erin. Ik at ze elke dag en dacht er meteen aan als ik wakker werd.

‘s Middags lunchten we met een gigantisch bord verrukkelijke pasta pesto voor nog geen 3 euro. Of gewoon een dik stuk pizza (1 euro!), als je goedkoop wilde doen. We konden alles krijgen in de kantine, voor een kwart van de prijs van hier. In Nederland, op de HU, neem ik mijn eigen bammetjes mee. Anders ga ik failliet.’

2. Docenten met een bizar accent

‘Ik was zo verbaasd toen ik voor het eerst mijn docent hoorde praten. Hij sprak Engels maar ik verstond hem niet. Zijn accent was zó sterk door het Italiaans beïnvloed dat ik de eerste dagen niets volgde van zijn les. De grammatica van de docenten was minstens zo dramatisch.

Na verloop van tijd wende ik eraan, maar het hielp niet dat ze gemakkelijk naar het Italiaans switchten. Dan zat ik op mijn internationale vrienden te wachten tot ze klaar waren met een gesprek in hun moedertaal. Ze geneerden zich er ook niet voor. Misschien zagen ze het als een service voor hun landgenoten.’

3. Buitenbeentjes

‘Buitenlandse studenten hingen er maar een beetje bij. We kregen geen apart welkomstwoord en moesten zelf maar uitvinden welke systemen we moesten gebruiken om ons huiswerk te vinden. Geen volwassene bekommerde zich om ons. Dat had wel wat hartelijker gekund.

Wij buitenlanders bleven een groepje lost people

Ik had van tevoren gehoopt op een paar Italiaanse vrienden. Maar wij buitenlanders bleven een groepje lost people. Ik had vrienden uit Turkije, Finland en Amerika. Vier van ons kwamen van de HU. Als ik Italiaanse studenten vroeg om met me mee uit te gaan, kreeg ik te horen dat ze al plannen hadden. En hun Engels was trouwens ook ronduit slecht.’

4. Oubollige campus

Terug in de tijd met Windows 7

Onze campus was ieniemienie. Ongeveer 1 procent van het USP. We hadden tien klaslokalen met computers van vijftig jaar oud, waarop nog Windows 7 stond. Als ik een toets moest maken, liep het internet vast en kreeg ik uiteindelijk gratis punten van mijn docent omdat ik het niet af kon maken.

De klaslokalen waren een soort bioscopen met van die stoeltjes die aan elkaar vastzaten. Als je later binnenkwam en er waren geen stoeltjes aan de zijkant over, moest iedereen voor je opstaan.

Anderen betaalden 8000 euro per jaar

Hoeveel collegegeld studenten betaalden hing af van hoe rijk hun ouders waren. De één betaalde 8000, de ander 2000 en weer iemand anders 400 euro.
Er zaten zeker wat rich kids bij. Die kwamen met de auto naar school.’

5. Omgekeerd curriculum

‘In Italië kreeg ik mijn moeilijke vakken in het begin en de gemakkelijke kost aan het eind. In de laatste periode had ik bijvoorbeeld een vak over Excel. Easy. Aan het begin werd ik juist in het diepe gegooid met gevorderde Boekhouding voor distributietekens. En gedragswetenschappen. Dat vond ik zeer vreemd.’  

6. Ruime kamers voor weinig geld

‘Voor mijn kamer van 20 vierkante meter betaalde ik 470 euro. Die vond ik binnen een week. Mooi gelegen in een chique buurt met klassieke huizen, op 8 minuten fietsen van school. Ik huurde een elektrische step. Die kostte 20 cent per minuut en je kon er overal mee naartoe.
Wat me wel opviel in de buurt, was dat heel veel mensen een hond hadden en dat niemand de poep van zijn eigen beest van de stoep haalde. Heel erg vies. Ook werd er veel gerookt, in restaurants en cafés. Dat vond ik ook smerig.’

7. Achteraf betalen in de club

‘Je kon uren uitgaan in een nachtclub en niets betalen. Dat deden we zo’n vier keer per week. We dronken gin, tonic, wodka en bier, genoeg om dronken te worden. Als we dan klaar waren, kwam er een soort bodyguard en die ervoor zorgde dat we onze rekening aftikten. Het was voor hun een goed systeem. Ik heb ontzettend veel katers gehad in die zes maanden.’

Terugblik

‘Hoe ik de maanden in Italië heb ervaren? Ik had het er goed, maar heb het uiteindelijk beter aan de HU. Hier heb ik meer faciliteiten en ik hoor er helemaal bij.’